stopafstand ( hoofdstuk 12.1)

verkeersongeluk
stopafstand
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

verkeersongeluk
stopafstand

Slide 1 - Tekstslide

de les van vorige week heb ik teruggekeken
ja
nee

Slide 2 - Poll

Wat omschrijft traagheid het best?
A
Dat iets langzaam is
B
Er is een kracht nodig om iets van snelheid te laten veranderen
C
Als er geen kracht werkt versneld een voorwerp

Slide 3 - Quizvraag

Traagheid 
Traagheid is in de natuurkunde wat ervoor zorgt dat een voorwerp met dezelfde snelheid blijft bewegen tot er een kracht op het voorwerp werkt. 
Hoe groter de massa, hoe groter de kracht moet zijn. 
kracht = massa * versnelling
F=m*a

Slide 4 - Tekstslide

snelheidsverandering
Er zijn 3 soorten bewegingen:
1) constante beweging
2) versnelde beweging
3) vertraagde beweging

We zoomen deze les in op de vertraagde beweging

Slide 5 - Tekstslide

remweg
Wanneer er in het verkeer iets plotseling de weg op komt, zul je moeten remmen. Het duurt even voordat je stilstaat. De remweg is de afstand die je nodig hebt om helemaal stil te staan. 
Hoe harder je fietst, hoe langer je remweg zal zijn. 

Slide 6 - Tekstslide

remweg
De remweg kan ook veranderen door andere factoren. Denk hierbij bijvoorbeeld aan slechte banden, regen, sneeuw of minder goed werkende remmen. 

Slide 7 - Tekstslide

reactie-afstand
Wanneer er iets plotseling op de weg komt en je moet remmen, zul je eerst moeten reageren. Dit kost ongeveer 0,8 seconden. In die 0,8 seconden, heb je nog dezelfde snelheid. 
De afstand die je aflegt tijdens het reageren is de reactie-afstand. 
reactie-afstand= snelheid*tijd

Slide 8 - Tekstslide

de stopafstand 
We weten nu wat de remweg is en wat de reactie-afstand is. Om de stopafstand te bepalen, tellen we deze twee bij elkaar op. 
Dan hebben we de afstand die nodig is om te reageren en de afstand die nodig is om stil te staan en daarmee de stopafstand. 

stopafstand = reactie-afstand + remweg

Slide 9 - Tekstslide

Wat is de reactie-afstand van een fietser die 5 m/s fietst? (de reactietijd is 0,8 s)
A
40 m
B
4m
C
1,25 m
D
2m

Slide 10 - Quizvraag

De remweg van deze fietser is 3 meter, wat is de stopafstand?
A
43m
B
7m
C
1 m
D
3m

Slide 11 - Quizvraag

stopafstand in een grafiek

Slide 12 - Tekstslide

Stopafstand in een grafiek
Stap 1: kijk of je een v,t-diagram hebt. (snelheid-tijd)
Stap 2: bepaal het oppervlakte onder de grafiek voor de reactie-afstand
Stap 3: bepaal het oppervlakte onder de grafiek voor de remweg
Stap 4: tel deze bij elkaar op

Slide 13 - Tekstslide

hoe gaat dat?

Slide 14 - Tekstslide

Maken
De taakjes uit de portal bij stopafstand
De opgaven uit Overal NaSk hoofdstuk 12.1 

Slide 15 - Tekstslide