Radicale gedachten en personen doen de NSB intrede. In eerste instantie mochten Joodse Nederlanders ook lid van de NSB worden maar als - in 1936 radicale - elementen de partij binnenkomen was lidmaatschap voor Joodse Nederlanders uitgesloten. Onder leiding van radicale elementen krijgt de NSB steeds meer sympathie voor Nazi - Duitsland.
Op zich is de sympathie van de NSB voor het Nazi - gedachtengoed niet geheel vreemd. Veel Nederlanders (onder wie de premier Hendrik Colijn) zijn openlijk en stiekem onder de indruk van Hitler en Nazi - Duitsland.
In 1936 is 25% van de Nederlandse beroepsbevolking werkloos en op datzelfde moment is de werkloosheid in Duitsland nagenoeg nul.