7.1 a+b gezond eten

 Biologie klas 2

Welkom
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

 Biologie klas 2

Welkom

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  • Welkom 

  • Start hoofdstuk 7 

Slide 2 - Tekstslide

Wat is je favoriete eten?

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Is een kapsalon gezond?
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quizvraag

Wat vind je lekker én is ook gezond

Slide 6 - Woordweb

7.1 Gezond eten

Slide 7 - Tekstslide

Leerdoelen
Je leert over voedingsstoffen en over hoe je gezond eten kiest.

Je leert hoe voedsel kan bederven en hoe je dat voorkomt.

Slide 8 - Tekstslide

Eetgewoonten
Wat je gewend bent te eten, hoe je dat doet en wanneer je dat doet:
  • Afhankelijk van je eigen voorkeur
  • Afhankelijk van het land waar je woont of vandaan komt
  • Afhankelijk van je geloof

Slide 9 - Tekstslide

Voedingsmiddel = 
Iets wat je eet of drinkt

Slide 10 - Tekstslide

Voedingsstoffen
In elk voedingsmiddel zitten voedingsstoffen. Voedingsstoffen zijn organische moleculen die kunnen dienen als 
  • energierijke stoffen
  • bouwstoffen 
  • beschermende stoffen

Slide 11 - Tekstslide

Voedingsstoffen

Slide 12 - Tekstslide

Voedingsmiddel of voedingsstof?
Croissantje
A
Voedingsmiddel
B
Voedingsstof

Slide 13 - Quizvraag

Voedingsmiddel of voedingsstof?
Koolhydraten
A
Voedingsmiddel
B
Voedingsstof

Slide 14 - Quizvraag

Voedingsstoffen
Taak
Voedingsstof
Bouwstoffen
Eiwitten, mineralen, water, vetten
Beschermende stoffen
Vitaminen, mineralen
Energierijke stoffen 
Koolhydraten, vetten

Slide 15 - Tekstslide

Voedingsvezels
= Geen voedingsstoffen, maar zorgen ervoor dat de darmspieren actiever zijn. 


In volkorenbrood, groente en fruit.


Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Video

Slide 19 - Video

Als er schimmels en bacteriën op je eten zitten dan...
A
Is je eten bedorven.
B
Is dat normaal.

Slide 20 - Quizvraag

Een voedselvergiftiging is hetzelfde als een voedselinfectie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Voedselinfectie en voedselvergiftiging
Voedselinfectie = als een ziekteverwekker in je voedsel de kans krijgt om zich in jou voort te planten (virussen, bacteriën en schimmels).

Voedselbederf = wanneer schimmels en bacteriën in voedsel het voedsel gaan afbreken.

Voedselvergiftiging = een vergiftiging die je oploopt door toxinen in bedorven voedsel

Slide 22 - Tekstslide

Waarom bederft voedsel?
Micro organismen (schimmels en bacteriën)
ruimen op!

Hierbij komen toxinen (giftige stoffen) vrij 

Slide 23 - Tekstslide

Hoe maak je voedsel langer houdbaar?
Conserveren = voedsel langer houdbaar maken
  1. Verhitten
  2. Koelen
  3. Stoffen toevoegen
  4. Vacuüm verpakken
  5. Drogen

Slide 24 - Tekstslide

Hoe maak je voedsel langer houdbaar?
  1. Verhitten (pasteuriseren en steriliseren): schimmels en bacteriën gaan dood.
  2. Koelen en vriezen: schimmels en bacteriën groeien langzamer. Onder 0°C stopt de groei helemaal.
  3. Stoffen toevoegen: door veel zout, suiker of zuur aan een voedingsmiddel toe te voegen, kunnen schimmels en bacteriën niet meer groeien. Ook zijn er speciale conserveermiddelen om groei tegen te gaan.
  4. Vacuüm of met een speciaal gas verpakken: de meeste schimmels en bacteriën kunnen zonder zuurstof niet leven. 
  5. Drogen: schimmels en bacteriën kunnen niet groeien zonder water.



Slide 25 - Tekstslide

Twee manieren van verhitten
Steriliseren = Minimaal tot 100°C verhitten voor een tijdje. 
Bijv. Houdbare melk en jam.

Pasteuriseren = Bij een lagere temperatuur van rond de 60°C verhitten. Niet alle micro-organismen gaan dood, maar de smaak van het voedsel wordt ook niet erg anders. Bijv. melk, yoghurt en vla.

Slide 26 - Tekstslide

Voedselinfecties voorkomen

Wassen: Handen en rauwe producten wassen.

Scheiden: Voedingsmiddelen gescheiden voorbereiden en klaarmaken.

Verhitten: Voedsel voldoende verhitten.

Koelen: Vers voedsel en restjes op de juiste manier bewaren.
 

Slide 27 - Tekstslide

Wat is geen symptoom van voedselvergiftiging?
A
Overgeven
B
Diaree
C
Buikkramp
D
Loopneus

Slide 28 - Quizvraag

Een voedselvergiftiging krijg je niet door..
A
Bacteriën
B
Virussen
C
Schimmels

Slide 29 - Quizvraag

Een voedselinfectie kun je niet krijgen door...
A
Bedorven voedsel
B
Ziekteverwekkers
C
Degene die het klaarmaakt

Slide 30 - Quizvraag

Wat?
Maken: 7.1  1 t/m 7, 8, 10, 11, 16 t/m18 en 20a
Hoe?
In je (online) boek. Werkbladopdrachten maak je in je schrift. Fluisterend overleggen of muziek luisteren.
Hulp?
Steek je hand op. Als je geen muziek luistert mag je ook overleggen met je buurman/buurvrouw.
Tijd?
15 minuten
Klaar?
Werk aan de afrondingsopdracht voor H6
Opbrengst
Als je klaar bent heb je je huiswerk af! Nu weet je meer over botten!

Slide 31 - Tekstslide

 Sleep de voedingsstoffen naar de juiste groepen
energierijke stoffen
bouwstoffen
beschermende stoffen
suiker
vetten
vitaminen
mineralen
water
eiwitten
zetmeel

Slide 32 - Sleepvraag