Circulatiestelsel

(Inspannings) Fysiologie

Les 2: Circulatiestelsel

Niveau 3 en 4, leerjaar 3
Curio mbo Breda
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
Fysiologie paardMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

(Inspannings) Fysiologie

Les 2: Circulatiestelsel

Niveau 3 en 4, leerjaar 3
Curio mbo Breda

Slide 1 - Tekstslide

Check in:
Waar krijg jij energie van?

Slide 2 - Open vraag

Wat is jouw verwachting van deze les?

Slide 3 - Woordweb

Inhoud van de les
Hoofdstuk 1: Ademhalingsstelsel
- Herhalen
- Opdrachten Ademhalingsstelsel t/m 13 bespreken

Hoofdstuk 2: Circulatiesysteem
- Theorie

Zelfstudie
- Opdrachten Circulatiestelsel t/m 13




Slide 4 - Tekstslide

Herhalen H1

- Ademhalingsorganen
- Ademhaling
- Ademfrequentie
- Trainen van het ademhalingsapparaat


Ademhalingsstelsel


Slide 5 - Tekstslide

Welk orgaan bevindt zich in de achterste luchtwegen?

Slide 6 - Open vraag

Wat voor soort bloedvat zit om het longblaasje heen?
A
Slagader
B
Ader
C
Haarvat
D
Kransslagader

Slide 7 - Quizvraag

Juist of onjuist:
Inademing is actief, uitademing is passief.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de normaalwaarde:
Ademhaling in rust

Slide 9 - Open vraag

Wat kan de rustwaarde van ademhaling verhogen?

Slide 10 - Open vraag

Kun je het ademhalingsapparaat trainen?
A
Ja
B
Nee
C
Minimaal

Slide 11 - Quizvraag

Zelfstudie bespreken
Opdrachten Ademhalingsstelsel t/m 13

Slide 12 - Tekstslide

Hoofdstuk 2

- Het hart                                          
- De bloedvaten
- Het bloed
- De milt


Circulatiestelsel

- Slagvolume
- Hartslagfrequentie
- Hartslagfrequentie en arbeid
- Het effect van training op het cardiovasculaire systeem

Slide 13 - Tekstslide

Wat weet jij al over dit onderwerp?

Slide 14 - Woordweb

Hart

Slide 15 - Tekstslide

Wat is een andere naam voor de bloedsomloop en het hart?
A
Circulatiestelsel
B
Cardiovasculair systeem
C
Hartsysteem
D
Er is geen andere naam

Slide 16 - Quizvraag

Cardiovasculair systeem
- Bloedsomloop + hart
- Functies: 
         Transporteren voedingsstoffen
         Zuurstof naar de spieren
         Afvoeren afvalstoffen vanuit de spier (CO2 en lactaat)

Slide 17 - Tekstslide


(A) Holle ader van het hoofd.
(B) Aorta .
(C) Longslagader.
(D) Longaders.
(E) Linkerkamer.
(F) Linkerboezem.
(G)Rechterboezem.
(H) Rechterkamer.
(J) Holle ader van het lichaam.

(1) Aorta.
(2) Longslagaders.
(3) Longaders.
(4) Diaphragma.
(5) Linkerkamer.
(6) Linkerboezem.
(7) Kransvaten.
(8) Rechterkamer.
(9) Holle ader.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Kleine circulatie
- Zuurstofarm + koolzuurrijk bloed vanuit de weefsels in rechterboezem
- Boezemkamerklep opent, bloed naar de rechterkamer
- Boezemkamerklep sluit, hart trekt samen, bloed perst via longslagader richting longen
- Na passeren longen --> bloed zuurstofrijk en koolzuurarm
- Bloed komt via longaderen in linkerboezem

Grote circulatie
- Bloed vanuit linkerkamer in aorta geperst (naar organen)
- Slagader vertakt zich naar steeds kleinere slagaders (capillairen)

Slide 20 - Tekstslide

Schematische tekening bloedsomloop

Slide 21 - Tekstslide

Bloedvaten

Slide 22 - Tekstslide

Arm aan koolzuurgas, zuurstofrijk
Naar hart toe
Van hart af
Slagader
Ader
Zuurstofarm, rijk aan koolzuurgas
Helderrood
Donkerrood

Slide 23 - Sleepvraag

Slide 24 - Video

Slagaders (arteriën)
- Vervoeren zuurstof en voedingsstoffen van hart naar lichaam
-Hoge druk bij iedere hartslag, dikke elastische wand met spierweefsel






Aders (venen)
- Vervoeren bloed naar hart (bevat veel koolzuurgas en afvalstoffen, weinig zuurstof)
- Minder druk dan slagaders, dunnere wand, kleppen om bloed de juiste kant op te laten stromen


Slide 25 - Tekstslide

Haarvaten (capillairen)
- Dunste buisjes aan einde van bloedbanen
- Uitwisseling van zuurstof en voedingsstoffen naar omringend weefsel
- Afvalstoffen en koolzuurgas wordt opgenomen en afgevoerd


 Kransslagaders
- Liggen in een krans rondom hart
- Toevoer voedingsstoffen en zuurstof

Poortader
- Vervoert zuurstofarm, voedingsstofrijk bloed van darmen, maag, milt en alvleesklier naar lever
- Opgenomen voedsel wordt bewerkt en opgenomen
- Lever verwijdert meeste gifstoffen uit bloed

Slide 26 - Tekstslide

 Slagaders
 - Van het hart af
- Zuurstofrijk (- LSA)
- Arm aan koolzuurgas (- LSA)
- Helderrood
- Hoge, wisselende druk
- Hartslag voelbaar
- Dikke, elastische wand
- Alleen kleppen aan begin
- Stroomt snel
Aders
- Naar het hart toe
- Zuurstofarm (- LA)
- Rijk aan koolzuurgas (- LA)
- Donkerrood
- Lage bloeddruk
- Geen hartslag
- Dunnere wand
- Kleppen
- Stroomt langzaam

Slide 27 - Tekstslide

Het bloed

Slide 28 - Tekstslide

Erytrocyten
- Zorgen voor het zuurstof- en koolzuurtransport
- Worden in beenmerg gemaakt, levensduur van +/- 100-120 dagen
- Hemoglobine


Leukocyten
- Zorgen voor de afweer van het lichaam
- Gemaakt in milt, elke 10 dagen vernieuwd 

Plasma
- Bestaat uit water met opgeloste stoffen (suikers, zouten, eiwitten, hormonen, vitaminen, mineralen)

Slide 29 - Tekstslide

Packed Cell Volume
- Maat voor hoeveelheid bloedcellen in bloed
- Percentage van het totale bloedvolume
- Bloed wordt gecentrifugeerd
- Rustwaarde 35-40%, rest is plasma

Plasma-eiwit concentratie
- Belangrijke indicator bij dehydratie
- Wanneer paard uitgedroogd is, is het bloed meer geconcentreerd
- Na 30 minuten training PCV > 50% en PEC > 8,5 g/dl --> groot vloeistoffentekort

Slide 30 - Tekstslide

De milt

Slide 31 - Tekstslide

- Productie witte bloedlichaampjes (afweer ziekten)
- Reservoir rode bloedlichaampjes. Angst / inspanning / opwinding zorgen voor vrijkomen van Epinephrine (adrenaline) --> stijging PCV
       Zuurstoftransport: capaciteit vergroot
       Hemoglobine: PH-buffer (tolerantie bij extreem hoge waarde lactaat)

- Na training daalt PCV binnen 10 minuten terug naar rustwaarde
- Productiehoeveelheid rode bloedlichaampjes tijdens dit proces
       Jonge paarden minder
       Oudere paarden meer
- Volbloeden en arabieren hebben een grotere milt dan warm- en koudbloeden 

Slide 32 - Tekstslide

Slagvolume
- Hoeveelheid bloed die bij iedere hartactie vanuit de kamers in de bloedsomloop worden gepompt

Slagvolume x hartslagfrequentie = hartminuutvolume

(Hoeveelheid bloed die het hart per minuut rondpompt)

- Rustwaarde: 900 ml bij 450 kg
- Stijging bij inspanning (max. 1700 ml, 245 slagen per min.)

245 x 1700 = 416.500 ml/min 
= 416,5 l/min

Slide 33 - Tekstslide

Een paard van 650 kg heeft een hartslag van 30 slagen/min., slagvolume van 1300 ml. Wat is zijn hartminuutvolume?

Slide 34 - Open vraag

Hartslagfrequentie
- Rustwaarde: 25-40 bpm
- Factoren: leeftijd, ras, temperament, externe factoren
- Kan snel oplopen tot 120 bpm
- Maximale hartslag: 220-245 bpm

- Paarden hebben van nature een groot slagvolume, dus de hartslagfrequentie kan niet worden getraind

- Nog geen relatie gevonden tussen leeftijd / training en maximale hartslag bij paarden

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Video

Gemiddelde hartslag bij verschillende gangen

Slide 37 - Tekstslide

- Meten met een stethoscoop of voelen met wijs en middelvinger (kaak, schouderblad, kootholte)
- Voor, tijdens en na arbeid meten met elektronische hartslagmeter. Gebruiken als evaluatie van je trainingsarbeid


- 'Lub dup'
     Lub: systole
     Dub: bloed uitvoer langs kleppen
     pauze: diastole
     Buh: hartkamers vullen met bloed
     Ba: hartkleppen sluiten, vlak voor         systole

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Video

- Sterke stijging aan begin (overshoot)
- Stofwisseling geeft aan wat werkelijke behoefte is (hartslag daalt naar goede niveau - steady state)
- Hartslag past zich lineair aan bij zwaardere of lichtere arbeid

Slide 40 - Tekstslide

- Hartslag daalt bij fit paard snel terug naar normaal
- Snelheid daling hartslag is afhankelijk van zwaarte en duur arbeid, fitheid paard en externe factoren (warmte, vochtigheid)

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Video

Effect van training op het Cardiovasculaire systeem
- Paard fitter --> lagere hartslag bij zelfde hoeveelheid arbeid (max. hartslag en rusthartslag veranderen niet)
- Grotere mogelijkheid om zuurstof op te nemen (CVS wordt efficiënter in het leveren van zuurstof aan spieren)




- Spieren kunnen beter van bloed onttrekken d.m.v. training (capillairen rondom spieren vergroten zich, spiervezels hebben langer contact met rode bloedcellen)

Slide 43 - Tekstslide

Zelfstudie
Opdrachten Circulatiestelsel t/m 13

Slide 44 - Tekstslide

Hoe kan je deze lesstof toepassen in 'het echte leven'? Denk aan stage, bij eigen / verzorgpaard

Slide 45 - Woordweb

Wat was het moeilijkste onderwerp van deze les?

Slide 46 - Open vraag

Afsluiting les: doelen behaald?
😒🙁😐🙂😃

Slide 47 - Poll

Wat vond je van de les?
Geef een cijfer tussen 0 en 10
010

Slide 48 - Poll

Volgende les
Les 3: Lymfevatenstelsel, warmteregulatie en vloeistofevenwicht

Slide 49 - Tekstslide

Slide 50 - Tekstslide