Economie 4basis_kader paragraaf 5.4 KB | 5.2 BB - deel 2

5.4 Hoe vrij is de handel? [KADER]
5.2 Hoeveel wordt er gehandeld? [BASIS]
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

5.4 Hoe vrij is de handel? [KADER]
5.2 Hoeveel wordt er gehandeld? [BASIS]

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen deze les?
* Je leert hoe belangrijk de internationale handel is voor een land
* Je weet welke gevolgen de groeiende internationale handel heeft voor de werkgelegenheid
* Je kunt uitleggen wat het verschil tussen een open en gesloten economie is
* hoe Nederland concurrerend kan zijn en blijven


Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Wat zorgt ervoor dat je als land een goede internationale handelspositie hebt? Meerdere antwoorden zijn goed.
A
Er zijn weinig goed geschoolde werknemers
B
De kwaliteit van het internet en ICT is erg hoog.
C
Het verkeer is erg druk en er zijn vaak files.
D
Werknemers leven gezond en zijn weinig ziek.

Slide 6 - Quizvraag

Als de koers van de euro ten opzichte van het Engelse pond stijgt dan wordt het voor Nederland
om producten te kopen in Groot-Brittanië.

De Nederlandse import uit Groot-Brittanië kan hierdoor  
duurder
goedkoper
afnemen
toenemen

Slide 7 - Sleepvraag

Open / Gesloten Economie

Slide 8 - Tekstslide

Een land met een gesloten economie profiteert ervan als het wereldwijd goed gaat met de economie.
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quizvraag

In een land met een gesloten economie zorgt voor veel werkgelegenheid.
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Een land met een open economie heeft naar verhouding veel export en import.
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quizvraag

In een land met een open economie hebben consumenten een ruimere keuze uit producten.
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag!
Kaderleerlingen:
Paragraaf 5.4
Opdracht 30 tot en met 39
(blz. 150)



Basisleerlingen:
Paragraaf 5.2
Opdracht 12 tot met 22 (blz. 142)


Slide 14 - Tekstslide