Examenvocabulaire

Welk signaalwoord past?
Je suis fatigué, ______ je dois travailler.
A
comme
B
donc
C
ensuite
D
mais
1 / 12
volgende
Slide 1: Quizvraag
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Welk signaalwoord past?
Je suis fatigué, ______ je dois travailler.
A
comme
B
donc
C
ensuite
D
mais

Slide 1 - Quizvraag

Vraag na elk antwoord waarom dat signaalwoord past.

Welk verband zie je tussen de zinnen?
Welk verband drukt het signaalwoord dus uit?
Welk signaalwoord past?
D'abord on a mangé, ______ on a fait du sport.
A
donc
B
par contre
C
puis
D
alors

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk signaalwoord past?
J'aime l'école, ______ j'espère qu'elle ouvrira bientôt ses portes.
A
donc
B
mais
C
ensuite
D
par contre

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke woorden zijn signaalwoorden van tijd (meerdere antwoorden mogelijk)?
A
parce que
B
toutefois
C
d'abord
D
puis

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

traduis le mot 'pourtant'
A
overal
B
trouwens
C
vaak
D
toch

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

3 synoniemen van pourtant, welke niet
A
cependant
B
toutefois
C
néanmoins
D
en ce qui concerne

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kies het passende signaalwoord:
Je ne sors pas ..... il pleut.

A
pourtant
B
donc
C
parce qu'
D
par contre

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kies het passende signaalwoord:
J'ai fait mes devoirs, .... je n'ai pas de bonnes notes
A
par exemple
B
pourtant
C
bref
D
en plus

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kies het passende signaalwoord:
D'abord j'ai embrassé ma mère, ..... mon père
A
ensuite
B
si
C
mais
D
donc

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vul het passende signaalwoord in:
J'ai fait mes exercices, j'ai appris le vocabulaire, ..... je suis bien préparé!
A
en plus
B
parce que
C
par contre
D
bref

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wij drinken
A
nous boirons
B
nous buvions
C
nous buvons
D
nous boisson

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Traduis 
autrefois
affamé
le prétexte
souligner
faire appel à

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies