Neerslag onstaat als de waterdamp opstijgt.
Stijgingsneerslag: Deze ontstaat doordat er warme lucht opstijgt. Het aardoppervlak wordt opgewarmd door de zon en daardoor warmt ook de lucht erboven op. Warme lucht wil graag opstijgen. Terwijl de warme lucht opstijgt, koelt deze weer af. Door de afkoeling ontstaan druppels, en deze vallen uiteindelijk naar beneden. Dit gebeurt vooral veel in gebieden rond de evenaar. Maar ook op een hele zomersedag!
Stuwingsneerslag: Deze ontstaat in bergachtige gebieden. De lucht botst op de berg en wordt daardoor omhoog gestuwd. De lucht gaat dan stijgen en koelt af. Er ontstaat neerslag.
Frontale neerslag: Deze ontstaat als warme lucht (uit de tropen) en koude lucht (uit de Noordpool) botsen met elkaar. De warme lucht wordt omhoog geduwd. Door de stijging koelt de warme lucht af. Er ontstaat neerslag. Dit is in Nederland de meest voorkomende soort neerslag.