De toets volgende week gaat dus over H1 en H2 van arm en rijk.
Het eerste gedeelte zijn multiple choice vragen, deze komen niet terug op de toets. Maar wel goed om te oefenen of je de stof onder de knie hebt.
Het tweede gedeelte zijn openvragen, dat zijn echte voorbeeld vragen zoals op de toets ook gevraagd wordt.
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Dit is een oefentoets!
De toets volgende week gaat dus over H1 en H2 van arm en rijk.
Het eerste gedeelte zijn multiple choice vragen, deze komen niet terug op de toets. Maar wel goed om te oefenen of je de stof onder de knie hebt.
Het tweede gedeelte zijn openvragen, dat zijn echte voorbeeld vragen zoals op de toets ook gevraagd wordt.
Slide 1 - Tekstslide
Dit diagram past bij een land uit
A
het centrum
B
de periferie
C
de semi-periferie
Slide 2 - Quizvraag
Waar is de VN-welzijnsindex NIET op gebaseerd?
A
alfabetiseringsgraad
B
levensverwachting
C
verdeling beroepsbevolking
D
inkomen
Slide 3 - Quizvraag
2 beweringen: 1. De informele sector is niet meegerekend in het BBP 2. De grootste inkomensverschillen komen juist voor in de semi-periferie
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist, bewering 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist,
bewering 2 is juist
Slide 4 - Quizvraag
2 beweringen: 1. Bij uitwisseling van goederen levert het centrum vooral grondstoffen en de periferie kapitaalgoederen 2. Bij uitwisseling van arbeid levert het centrum vooral hoogopgeleide mensen en de periferie ongeschoolde arbeidskrachten
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist, bewering 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist,
bewering 2 is juist
Slide 5 - Quizvraag
Waaruit bestaat het exportpakket van een land uit de periferie vooral?
A
hoogwaardige industrieproducten
B
grondstoffen
C
halffabrikaten
D
financiële en zakelijke diensten
Slide 6 - Quizvraag
Een arm land als Niger zit in ..... van het demografisch transitiemodel
A
het einde van fase 1
B
het einde van fase 2
C
het einde van fase 3
D
het einde van fase 4
Slide 7 - Quizvraag
Welk antwoord verklaart de natuurlijke bevolkingsgroei vanuit de demografische dimensie?
A
een laag opleidingsniveau
B
armoede
C
een jonge leeftijdsopbouw
Slide 8 - Quizvraag
In de opkomende economieën is er bij de demografische druk vooral sprake van
A
vergroening
B
vergrijzing
Slide 9 - Quizvraag
2 beweringen: 1. De handelsrelatie tussen de VS en Mexico past in het centrum-periferiemodel 2. Maquiladoras zijn assemblagebedrijven die in het zuiden van de VS zijn gevestigd vanwege de lage lonen
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist, bewering 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist,
bewering 2 is juist
Slide 10 - Quizvraag
Wat was de voornaamste reden voor de verplaatsing van maquiladoras naar zuidelijker gelegen gebieden?
A
belastingvoordelen
B
aanwezigheid speciale economische zone
C
liberalisering
D
lagere loonkosten
Slide 11 - Quizvraag
2 beweringen: 1. Door de komst van veel Mexicanen zal de arbeidsintensieve industrie in Los Angeles verdwijnen 2. Geldzendingen van Mexicanen in de VS naar hun familie in Mexico is op de olie-export na, de grootste inkomstenbron
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist, bewering 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist,
bewering 2 is juist
Slide 12 - Quizvraag
2 beweringen: 1. De migrantendichtheid in de VS neemt af naarmate je verder van de grens komt 2. Door kettingmigratie wonen veel Mexicaanse migranten in hetzelfde gebied van de VS
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist, bewering 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist,
bewering 2 is juist
Slide 13 - Quizvraag
Juarez maakt het, El Paso maakt het mogelijk. El Paso ligt in
A
de VS
B
Mexico
Slide 14 - Quizvraag
2 beweringen: 1. Etnische spanningen in het zuiden van de VS zijn er vooral tussen autochtone Amerikanen en migranten vanuit Mexico 2. Bij een dubbelstad ligt de industriestad in de VS en het dienstencentrum in Mexico
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist, bewering 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist,
bewering 2 is juist
Slide 15 - Quizvraag
Het grensgebied in Mexico heeft
A
een jonge leeftijdsopbouw
B
last van vergrijzing
C
een goede samenhang tussen oud en jong
Slide 16 - Quizvraag
Kettingmigratie wil zeggen dat
A
hele families samen de grens oversteken
B
familieleden een eerder gemigreerd familielid volgen
C
er geld opgestuurd wordt naar achterblijvende familie
Slide 17 - Quizvraag
Geldzendingen zijn voor de ontvangers
A
uitsluitend positief
B
uitsluitend negatief
C
zowel positief als negatief
Slide 18 - Quizvraag
Een negatieve factor aan de geldzendingen is
A
de volledige afhankelijkheid van iemand anders
B
de kleine bijdrage aan het inkomen van de achterblijvers
C
dat US dollars niet gebruikt kunnen worden in Mexico
Slide 19 - Quizvraag
Cirkelmigratie wil zeggen dat
A
familieleden eerder gemigreerden familieleden volgen naar de VS
B
arbeiders steeds heen en weer migreren tussen Mexico en de VS
C
arbeiders in de Maquiladoras gaan werken en geld naar huis sturen
Slide 20 - Quizvraag
De groep cirkelmigranten bestaat voornamelijk uit
A
vrouwen
B
mannen
C
zowel mannen als vrouwen
Slide 21 - Quizvraag
Deze groep is vaak werkzaam in
A
de landbouw
B
de horeca
C
het huishouden
Slide 22 - Quizvraag
De groep migranten die zich permanent in de VS vestigen bestaat uit
A
zowel mannen als vrouw met een iets hoger opleidingsniveau
B
vooral ongeschoolde mannen
C
vooral ongeschoolde vrouwen
D
ongeschoolde mannen en vrouwen
Slide 23 - Quizvraag
Van oudsher lag het belangrijkste vestigingsgebied van Mexicaanse migranten in
A
het zuidoosten
B
het zuidwesten
C
het noordoosten
Slide 24 - Quizvraag
Veel migranten die de grens oversteken gaan tegenwoordig naar
A
het noordwesten van de VS
B
het zuidoosten van de VS
C
het noordoosten van de VS
Slide 25 - Quizvraag
De reden waarom wordt uitgeweken naar het zuidoosten is
A
hier wonen meer Spaanstalige mensen
B
hier zijn nog meer banen
C
hier is het mooier
Slide 26 - Quizvraag
De laatste jaren neemt het aandeel Mexicanen dat naar de VS wil
A
af
B
toe
Slide 27 - Quizvraag
Het geboortecijfer in Mexico
A
is gedaald
B
is gestegen
C
is gelijk gebleven
Slide 28 - Quizvraag
Open vragen over H1 en H2
Slide 29 - Tekstslide
De grens tussen Mexico en de VS loopt van de Stille Oceaan tot aan de stad El Paso.
Waarom houdt de grensmuur bij de stad El Paso op?
Slide 30 - Open vraag
Bekijk de migratiestromen in Mexico. Tot welk type migranten behoort het merendeel van de Mexicaanse migranten?
Bekijk de migratiestromen in Mexico.
Tot welk type migranten behoort het merendeel van de Mexicaanse migranten?
Slide 31 - Open vraag
Binnen Mexico vindt veel migratie plaats in de richting van het grensgebied met de VS.
Welke kaart je kunt gebruiken als ondersteuning voor een verklarende pullfactor.
A
B
C
D
Slide 32 - Quizvraag
Binnen Mexico vindt veel migratie plaats in de richting van het grensgebied met de VS.
Welke pullfactor van belang is
Slide 33 - Open vraag
Het tortilla curtain loopt van de Stille Oceaan tot aan de stad El Paso. Waarom houdt de grensmuur bij de stad El Paso op?
- Noteer de letters A, B en C onder elkaar in het antwoord vak.
A – Texas,
B – Minnesota
C – New York
- Geef per staat een reden aan waarom het aandeel latino’s in de bevolking opvallend hoog of juist opvallend laag is.
Slide 34 - Open vraag
De cijfers van het bruto binnenlands product van de genoemde landen in de afbeelding zijn minder betrouwbaar dan de cijfers van het bruto regionaal product van de Nederlandse provincies. Voor de landen Bangladesh, Ethiopië en Jemen geldt een gemeenschappelijke politieke reden waarom de cijfers minder betrouwbaar zijn. in welke kaart staat deze rede?
(De ligging van Bangladesh, Ethiopië en Jemen staan in kaart A aangegeven)
A
B
C
D
Slide 35 - Quizvraag
In het verleden was het sterftecijfer vaak een goede indicator voor de welvaart. Tegenwoordig is het sterftecijfer daarvoor minder geschikt. In 2013 was het sterftecijfer in Nederland 8,5 per 1.000 inwoners. Geef aan waarom het sterftecijfer geen goede indicator is voor de welvaart.
Slide 36 - Open vraag
Is het Mexicaanse deel van het grensgebied dan centrum of periferie in vergelijking met de rest van Mexico? Maak een keuze en geef vervolgens vanuit de economische dimensie een argument voor je keuze.
Slide 37 - Open vraag
Is het Amerikaanse deel van het grensgebied dan centrum of periferie in vergelijking met de rest van de VS? Maak een keuze en geef vervolgens vanuit de economische dimensie een argument voor je keuze.
Slide 38 - Open vraag
Geef een reden vanuit de fysische dimensie voor de vestiging van Mexicanen in de zuidelijke staten van de VS.
Slide 39 - Open vraag
Geef een sociaal-culturele reden voor de vestiging van Mexicanen in de zuidelijke staten van de VS.
Slide 40 - Open vraag
Beschrijf de verschuiving in het traditionele patroon van migratie van Mexicanen naar de VS.
Slide 41 - Open vraag
Geef een politieke en een economische reden voor deze verschuiving van het traditionele patroon van migratie van Mexicanen naar de VS.
Slide 42 - Open vraag
Noteer twee kenmerken van de migranten die naar het Mexicaanse grensgebied migreren, waarmee je kunt aantonen dat er sprake is van selectieve migratie.