Zintuigen les 6

Zintuigen
les 6

Leerjaar 4
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Zintuigen
les 6

Leerjaar 4

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen?
Aanwezigheidscheck
Waar gaat basisstof 6 over?
    - Verkenningsopdracht

Instructie basisstof 6
Afronden/terugkijken

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verkenningsopdracht
basisstof 6
maximaal 15 minuten

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De samenvattingspagina

Elke les gebruik je een nieuw blad.

Vandaag
onderwerp: De oren
Datum: 06-11-2024

Maak korte notities... schrijf niet letterlijk alles over!

7 dia's 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen vandaag

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De oor van buiten
De oorschelp vangt de geluiden op.
Geluid ziet er uit als golven. Het zijn trillingen in de lucht.
Dia 1 van 7

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Db (decibel): hardheid van het geluid. 

Fluisteren = 30 dB 
Normaal praten = 60 dB 
Schreeuwen = 80 dB 
Vrachtwagen = 90 dB 
Boormachine = 110 dB 


80 dB kan schade aan het slakkenhuis geven.  
Bij 85 dB is bescherming verplicht. 

Als je ouder wordt, hoor je hoge tonen minder 
goed.

Dia 2 van 7

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het oor
Buiten oor: 
oorschelp-gehoorgang-oorsmeerkliertjes

Midden oor:
trommelvlies-gehoorbeentjes (hamer, aambeeld en stijgbeugel)-trommelholte

Binnen oor:
slakkenhuis - gehoorzenuw
Evenwichtsorgaan
Dia 3 van 7

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Middenoor
Gehoorbeentjes:

1. Hamer
2. Aambeeld
3. Stijgbeugel
Dia 4 van 7

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gehoorzintuig
In je oor ligt het gehoorzintuig

Geluid zijn trillingen die worden opgevangen door het trommelvlies - gehoorbeentjes - slakkenhuis (gehoorzenuw)

Gehoorzenuw zet de prikkels om in impulsen




Slakkenhuis
3 buizen opgerold als een spiraal.
In de buizen zit vloeistof. Vlies gaat trillen, vloeistof gaat trillen.
Dia 5 van 7

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Binnenoor
Slakkenhuis
3 buizen opgerold als een spiraal. 
In de buizen zit vloeistof. Vlies gaat trillen, vloeistof gaat trillen.

Middelste kanaal heeft zintuigcellen: haartjes die trillen. Trillingen worden omgezet in impulsen. Gehoorzenuw brengt impuls naar de hersenen
Gehoorzenuw
Slakkenhuis
Evenwichtsorgaan
Dia 5 van 7

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Buis van Eustachius
en evenwichtsorgaan
De buis van Eustachius verbindt de trommelholte met de keelholte.
Door gapen en slikken verplaatst het lucht vanuit de keelholte naar de trommelholte, of omgekeerd

Luchtdruk blijft hetzelfde. Dit is nodig om het trommelvlies goed te laten werken.


Evenwichtsorgaan
Geeft informatie door over de stand van je hoofd

Het evenwichtsorgaan geeft impulsen door aan de hersenen. Zo kun je je evenwicht bewaren.


Dia 6 van 7

Slide 12 - Tekstslide

De wanden van de buis liggen meestal tegen elkaar aan gedrukt, zodat de buis dicht is. Als je slikt of gaapt, gaat de buis open.

Dit is nodig om het trommelvlies goed te laten trillen.
Verwerking van geluidstrillingen
Dia 7 van 7

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen vandaag

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geluid is een prikkel.
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De eenheid van geluidssterkte is
A
Hertz
B
decibel
C
kg
D
liter

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verbindt de buis van Eustachius het oor met de keelholte?
A
ja
B
nee

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar zit je gehoorzintuig?
A
Trommelholte
B
Slakkenhuis
C
Oorschelp
D
Buis van Eustachius

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de juiste volgorde van het geluid door het oor?
A
gehoorgang - gehoorbeentjes - trommelvlies
B
gehoorbeentjes - trommelvlies - gehoorgang
C
gehoorgang - trommelvlies - gehoorbeentjes
D
trommelvlies - gehoorgang- gehoorbeentjes

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Oorschelp
Gehoorgang
Slakkenhuis
Trommelvlies
Gehoorbeentjes

Slide 20 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Planning komende 
3 weken


Leren voor het PTA 
hoofdstuk Planten (8 KB) (7 BB)
Basisstof 1 t/m 6
Blauwe woorden kennen!

30/10
Zintuigen Basisstof 1/2
31/10
examenopgaven regeling af hebben! Zie som!
Zintuigen basisstof 2/3
1/11
Zintuigen basisstof 3/4
6/11
Zintuigen basisstof 4/5
7/11
Zintuigen basisstof 5/6
8/11
Zintuigen afsluitende opdracht
13/11
planten herhaling
14/11
planten herhaling
15/11
Toetsweek

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In deze les

  • Instructie over B4/B5/B6
  • Aan de slag met opdrachten diagnostische toets

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgorde licht in het oog

  • Hoornvlies
  • Pupil
  • Lens
  • Glasachtig lichaam
  • Gele vlek (netvlies) (zintuigcellen)
  • oogzenuw
  • hersenen

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Scherp zien
1. Licht komt binnen - bolle lens
2. licht wordt gebundeld en 
valt precies achter op het netvlies.
3. Dit komt doordat de lensbandjes de lens laten bewegen (boller of platter maken

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Accommoderen 
Het boller of platter worden van de lens.

Dichtbij scherp zien en ook veraf scherp zien.

bolle lens --> dichtbij scherp
platte lens --> veraf scherp

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doorsnede van het oog met de zintuigcellen in het netvlies.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgorde lichtprikkel - hersenen



In het netvlies liggen staafjes 
en kegeltjes die impulsen maken.

Impulsen gaan via de oogzenuw 
naar de hersenen


Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Met staafjes
Met kegeltjes

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe werkt kleurenblindheid?

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kleurenblind
Werken de kegeltjes niet goed

Veel voorkomende: Roodgroen kleurenblindheid

Dan zie je geen getallen in de afbeelding

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De oor van buiten
De oorschelp vangt de geluiden op.
Geluid ziet er uit als golven. Het zijn trillingen in de lucht.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Trommelvlies
-Dun vlies
-Sluit het middenoor af




Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Middenoor
Gehoorsbeentjes:

1. Hamer
2. Aambeeld
3. Stijgbeugel

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

geluidsgolven
Trommelvlies trilt
Hamer, Aambeeld, stijgbeugel versterken de beweging en geven het door aan het binnenoor

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Binnenoor
  1. Venster, zit vast aan de stijgbeugel en het slakkenhuis.
  2. Slakkenhuis, hierin zit vocht dat trillingen door kan geven aan zintuigcellen.

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Binnenoor
Slakkenhuis
3 buizen opgerold als een spiraal. 
In de buizen zit vloeistof. Vlies gaat trillen, vloeistof gaat trillen.

Middelste kanaal heeft zintuigcellen: haartjes die trillen. Trillingen worden omgezet in impulsen. Gehoorzenuw brengt impuls naar de hersenen
Gehoorzenuw
Slakkenhuis
Evenwichtsorgaan

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verwerking van geluidstrillingen

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

oorschelp
1
gehoorgang
2
trommelvlies
4
oorsmeerkliertjes
3
gehoorbeentjes
5
slakkenhuis
6
gehoorzenuwen
7
buis van Eustachius
8

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maakwerk KB

basisstof 6
werkboek
blz. 210
opdracht 1 t/m 3

schrift
blz. 212
opdracht 6 & 7a/b





Maakwerk BB


basisstof 5
vanaf blz. 214
opdracht 1 t/m 3 + 4 a+ b en 7



Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zintuigen in je huid
Warmtezintuigen reageren als je huid iets aanraakt dat warmer is dan je huid.
Koudezintuigen reageren als je huid iets aanraakt dat kouder is dan je huid.
Drukzintuigen reageren als er op je huid wordt gedrukt.
Tastzintuigen reageren op een lichte aanraking van je huid.
Pijnpunten nemen pijn waar

Slide 40 - Tekstslide

Met je tastzintuigen kun je waarnemen hoe voorwerpen aanvoelen, bijvoorbeeld glad, ruw, hard of zacht. De tastzintuigen liggen in tastknopjes.
Het reukzintuig
Bedekt met neusslijmvlies
Boven in de neusholte de reukzintuigcellen met reukharen

Geur is de prikkel

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Smaakzintuig
over je tong lopen fijne                 In de groefjes liggen                  smaakknopjes
groefjes                                              smaakknopjes                   bevatten smaakzintuigcellen

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maakwerk KB

werkboek
blz. 185
opdracht 1

In je schrift maken
blz. 187
opdracht 6 & 7a


Maakwerk BB

werkboek
vanaf blz. 198
opdracht 1 t/m 4

vanaf blz. 203
opdracht 1 & 2
opdracht 5 & 6



Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies