1KB periode 3 les 6

• Duits
• Middelbare school
• vmbo b, k, t, havo
• Leerjaar 1

Herzlich Willkommen

Kapitel 5 Essen

Wiederholung

Programm

• Wiederholung
• Grammatik
• Aufgaben machen (selbständig)
• Lesen
• Abschluss

Lernziele

• Ik kan vertellen wat de woorden 'ein' en 'kein' betekenen.
• Ik kan uitleggen wanneer ik 'ein/eine' en 'kein/keine' gebruik.
• Ik kan 'ein/eine' en 'kein/keine' toepassen in zinnen. 

Grammatik

de, het = der, die, das, die (bepaald lidwoord)

een = ein, eine (onbepaald lidwoord)

Grammatik

de, het = der, die, das, die (bepaald lidwoord)

een = ein, eine (onbepaald lidwoord)

geen = kein, keine

Der Hamburger ist lecker. Hier ist (een) ______ Hamburger. Da ist (geen) ______ Hamburger.

Die Cola kostet Geld. (een) _______ Cola kostet zwei Euro. (geen) _______ Cola kostet nichts.

Das Eis schmeckt gut. (een) _____ Eis ist kalt. (geen) ____ Eis ist warm.

Die Bonbons sind süß. (een) ____ Bonbons sind lecker. Hier sind (geen) _______ Bonbons.

An die Arbeit!

Wat: Aufgaben 17 t/m 20, Arbeitsblatt

Wie: Alleen

Hoe: In stilte   

Hulp: Grammatik, blz. 151

Tijd: 15 minuten

Klaar? Laat je werk controleren! Herhaal Lernliste D-N, blokje A, B en C.

 

Lesen

Hausaufgaben

Machen/maken:

Kapitel 5, Aufgaben 18 t/m 20, Arbeitsblatt, Leestekst

Lernen/leren:

Grammatik ein/kein

  

  

Lernziele

• Ik kan vertellen wat de woorden 'ein' en 'kein' betekenen.
• Ik kan uitleggen wanneer ik 'ein/eine' en 'kein/keine' gebruik.
• Ik kan 'ein/eine' en 'kein/keine' toepassen in zinnen. 

Tschüss!

Ich hoffe, es hat euch Spaß gemacht!

Bis zum nächsten Mal..........