neologismen

Neologismen: afleidingen & samenstellingen
Kaasboer Houten Castellum
1 / 55
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1-3

In deze les zitten 55 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Neologismen: afleidingen & samenstellingen
Kaasboer Houten Castellum

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
- Je weet wat een neologisme is

- Je weet wat het verschil is tussen een afleiding, een samenstelling en een samentrekking

- Je weet wat context is

- Je kan uitleggen welke manieren je kan gebruiken om de betekenis van een woord op te zoeken.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Wat is een neologisme? 
  • Een neologisme is een nieuw gevormd woord. Het kan ook een bestaand, oud woord zijn dat een nieuwe betekenis krijgt. Er is betekenisuitbreiding, bijvoorbeeld 'lauw'.
  • Veel neologismen zijn eendagsvliegen, bijvoorbeeld Bokitoproof.
  • Betekenis:
    bestand tegen (de gevolgen van) vernielzuchtig gedrag (van dieren) en vandalisme (van mensen). Genoemd naar de zilverruggorilla Bokito, die op 18 mei 2007 werd uitgedaagd door een vrouw, uit zijn dierenverblijf in Blijdorp ontsnapte en haar ernstig verwondde.

  • Sommige neologismen worden zo goed in de taal opgenomen, dat ze niet meer zijn weg te denken. Dit noemen we dan ex-neologismen.
    Bijvoorbeeld e-mail, e = electronic.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Link

Hoe kan ik de betekenis van een woord vinden? 
  1. In het woord zelf.
    --> Het Nederlands kent veel woorden die hun oorsprong kennen in het Latijn. Het gaat hierbij om voor- en achtervoegsels. Als je de betekenis hiervan kent, zal dit je helpen bij het herleiden van de betekenis. (Zie lijst.)
    -->Soms is een woord een samenstelling van twee woorden die je apart wel kent. Daarmee zou je ook de betekenis kunnen herleiden. 

  2. In de context van het woord.
    Kun je de betekenis herleiden uit de zin of de alinea waarin het woord staat? 

  3. In het woordenboek

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeld: betekenis in het woord zelf
  • Synoniem betekent?
    syn = gelijk (Latijn)
    oniem = naam of woord (Grieks en Frans)

  • De Dikke van Dale zegt:
    sy·no·niem (bijvoeglijk naamwoord)
    1 hetzelfde betekenend: die woorden zijn synoniem

    sy·no·niem (het; o; meervoud: synoniemen)
    1 woord met (bijna) dezelfde betekenis: gelukwensen is een synoniem van feliciteren

Slide 7 - Tekstslide

De context gebruiken
  • De 'context' zijn de woorden rondom het nieuwe
    woord of de voorgaande zinnen.
  • De context helpt je te raden wat het woord betekent.
  • Soms staat er verderop in de tekst een synoniem.
  • Betekenis synoniem: een woord dat bijna hetzelfde betekent. 

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeld: betekenis in het woord zelf? 
  • Drieklapskus betekent?


Slide 9 - Tekstslide

Voorbeeld: betekenis uit de context halen
  • ‘Nederlandse mannen geven hun drieklapskus over het algemeen alleen aan vrouwen. Als ze een man tegenover zich treffen houden ze het bij een handdruk.’ (Eggeraat, 2017)
  • … 
  • Betekenis: Verschijnsel dat iemand een bekende bij wijze van begroeting drie zoenen geeft.
    (Typisch Nederlands, meestal in volgorde rechterwang – linkerwang – nogmaals rechterwang.) 

Slide 10 - Tekstslide

Coronavocabulaire

Slide 11 - Tekstslide

Wat betekent 'vocabulaire'?
A
woordenboek
B
zinnen
C
onderwerpen
D
woordenschat

Slide 12 - Quizvraag

Wat wordt hier bedoeld met 'eendagsvliegen'?
A
een vliegensoort die kort leeft
B
iets dat kort populair is
C
iets dat lang populair is
D
iets dat één dag populair is

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Blalbla

Slide 15 - Tekstslide

'Eindeloos samenstellen'

Het Nederlands leent zich daar ook goed voor, zegt Roos de Bruyn van Onze Taal. "Het Nederlands is een heel samenstellingsvriendelijke taal, we kunnen eindeloos samenstellingen maken.
"Woorden als anderhalvemetersamenleving drukken ook heel goed uit waar we naartoe moeten straks, namelijk dat we meer afstand moeten houden. Dat soort woorden voorzien in hun behoefte."

Slide 16 - Tekstslide

De woorden van de week
1. comfortwater (het, g.mv.) leiding- of drinkwater dat consumenten gebruiken voor het creëren van bovenmatig comfort, zoals een groen gazon tijdens een droge zomer of een privézwembad
2. AI-journalist (de, -en) AI-toepassing die objectieve nieuwsberichten genereert op basis van feitelijk correcte informatie
3. asoactivisme - (het, g.mv.) activisme dat gemotiveerd is door eigenbelang

driesterrenvrouw  -  sproeipis  -  geitenpaadjespolitiek


Slide 17 - Tekstslide

Samenstelling
  • Alle delen (twee of meer) kunnen zelfstandig voorkomen.
  • Vaak twee zelfstandige naamwoorden.
  • Soms ook een combinatie van zelfstandig naamwoord met een bijvoeglijknaamwoord, telwoord, werkwoord of afkorting.


Slide 18 - Tekstslide

Afleiding
  • Woord waarvan niet alle delen zelfstandig kunnen voorkomen.
  • Verkleinwoorden, meervouden en werkwoordsvervoegingen zijn voorbeelden van afleidingen.
  • Een grondwoord vormt de basis en daaraan zijn voor- en/of achtervoegsels toegevoegd.


Slide 19 - Tekstslide

Verbind de grondwoorden met het passende voor- of achtervoegsel
a
her
vol
on
aller
liefde
kennen
beste
eerlijk
sociaal

Slide 20 - Sleepvraag

Voorvoegsels
  • Er bestaan veel woorden met be-, ge-, her-, on(t)-, ver-, wan-, en aarts- ervoor.

  • Deze korte stukjes zijn voorvoegsels, je schrijft ze altijd op dezelfde manier. 

Slide 21 - Tekstslide

Voorbeelden
gezang
beantwoorden
herzien
ontcijferen
vergeven
wangedrag
aartsrivaal 

Slide 22 - Tekstslide

Achtervoegsels
  • Er zijn veel woorden met -heid, -lijk, -ing, -ig, -er, -erd, -aar, -aard, -baar, -rik of -isch erachter.


  • Deze korte stukjes zijn achtervoegsels.

  • Je schrijft ze altijd op dezelfde manier. 


Slide 23 - Tekstslide

Voorbeelden
blijheid
duidelijk
afdeling
aardig
aansteker
eigenaar
aaibaar
fantastisch

Slide 24 - Tekstslide

Waarom?
  • Door voor- en achtervoegsel verandert de betekenis van een woord.


  • Kijk dus altijd goed in de zin wat er precies bedoeld wordt.


    Het einde van de film is prachtig.
    De docent kan eindeloos doorzeuren over mijn punt


Slide 25 - Tekstslide

Oefening woorden maken
In de volgende dia's moet je zoveel mogelijk woorden opschrijven door een voor- of achtervoegsel toe te voegen.



Bijvoorbeeld: beleefd
- onbeleefd - onbeleefdheid - beleefdheid -

Slide 26 - Tekstslide

besmetten

Slide 27 - Open vraag

vinden

Slide 28 - Open vraag

einde

Slide 29 - Open vraag

liefde

Slide 30 - Open vraag

werken

Slide 31 - Open vraag

Wat betekent het voorvoegsel 'anti-'
A
tegen
B
voor
C
zonder
D
opnieuw

Slide 32 - Quizvraag

Wat is de betekenis van het voorvoegsel mis-?
A
zonder
B
opnieuw
C
niet meer
D
verkeerd

Slide 33 - Quizvraag

Wat is de betekenis van het voorvoegsel ex-?
A
zonder
B
opnieuw
C
niet meer
D
slecht

Slide 34 - Quizvraag

Oefening woorden met achtervoegsels

In de volgende dia's moet je een woord opschrijven dat past bij de omschrijving. Dit is een woord met een achtervoegsel.




Bijvoorbeeld: te drinken - drinkbaar

Slide 35 - Tekstslide

uit te klappen

Slide 36 - Open vraag

kunnen werken

Slide 37 - Open vraag

iemand die lui is

Slide 38 - Open vraag

te betalen

Slide 39 - Open vraag

het verminderen

Slide 40 - Open vraag

dat wat overblijft

Slide 41 - Open vraag

dat wat je gebakken hebt

Slide 42 - Open vraag

als van een dier

Slide 43 - Open vraag

met heel veel begrip

Slide 44 - Open vraag

Leg in eigen woorden uit wat het verschil is tussen een samenstelling en een afleiding

Slide 45 - Open vraag

Porte-manteauwoorden
Veel neologismen bestaan uit twee bestaande woorden die zijn samengevoegd. Die neologismen zijn dus helemaal niet zo ‘nieuw’. Een speciaal soort neologismen zijn de ‘porte-manteaus’, ook wel ‘smeltwoorden’ of ‘kofferwoorden’ genoemd (samentrekkingen). Deze porte-manteaus zijn nieuwe woorden (meestal zelfstandige naamwoorden of werkwoorden) die bestaan uit twee overlappende woorden of woorddelen. Die combinatie vormt een nieuw begrip dat verwijst naar iets nieuws of naar iets dat al langer bestaat maar waar nog geen woord voor was. Een ander kenmerk van porte-manteaus is dat bestaande woorden in de combinatie vaak worden verkort. Voorbeelden zijn ‘vechtscheiding’ (vechten+scheiding), ‘consuminderen’ (consumeren+minder), ‘participizza’ (participatie+pizza) uit de tv-serie De Luizenmoeder, Brexit’ (Britain+exit), ‘romkom’ (romantiek+komedie), ‘bionade’ (biologisch+limonade), ‘glamping’ (glamour+camping) of ’conculega’ (concurrent+collega).

Slide 46 - Tekstslide

Is quarantinderen een samentrekking of een samenstelling? 
Is afstandsgroet een samentrekking of een samenstelling?
Sleep het nieuwe woord naar de juiste definitie.
samentrekking
samenstelling
quarantinderen
afstandsgroet

Slide 47 - Sleepvraag

Kun je een ander voorbeeld noemen
van een portemanteau?

Slide 48 - Woordweb

Slide 49 - Tekstslide

Wat is inflatie?
A
De waarde van geld stijgt.
B
De prijzen blijven gelijk.
C
De waarde van geld stijgt en de prijzen veranderen niet.
D
Voor dezelfde hoeveelheid geld kun je minder dingen kopen dan voorheen.

Slide 50 - Quizvraag

Wat is beknibbelen?
A
Besparen
B
Royaal en vrijgevig zijn
C
Vergroten
D
Verkleinen

Slide 51 - Quizvraag

Een 'portmanteauwoord' is een samentrekking van twee bestaande woorden. Een voorbeeld hiervan is...
A
gezichtsmasker
B
balconversatie
C
lockdownkilo's
D
virus

Slide 52 - Quizvraag

Oefening neologismen
Wat betekenen de volgende neologismen?
appongeluk
regenboogtaal
antiaanrandstrip
wildbreien
festivaluta
ontspullen

Werk in tweetallen, zachtjes overleg. 
Schrijf jullie bevindingen op (gebruik GEEN internet).
Over 5 minuten bespreken we de betekenissen klassikaal.

timer
4:00

Slide 53 - Tekstslide

Antwoorden deel 1
  • appongeluk 
    Een ongeluk waarbij een verkeersdeelnemer betrokken is die tijdens het ongeval aan het appen was.
  • regenboogtaal 
    Genderneutrale taal, bv. in de aanspreking van personen.
  • antiaanrandstrip of anti-aanrandstrip 
    Strip die in een onderbroek gekleefd kan worden, bij een mogelijke aanranding een berichtje stuurt naar je smartphone met de vraag of alles oké is en, als niet binnen dertig seconden geantwoord wordt, contactpersonen en hulpdiensten waarschuwt. Tegelijkertijd wordt een geur van rotte eieren verspreid om de aanrander af te schrikken.

Slide 54 - Tekstslide

Antwoorden deel 2
  • wildbreien
    Breien in de openbare ruimte, waarin de breiwerkjes vervolgens ook ter versiering opgehangen worden, bijvoorbeeld om bomen, lantaarnpalen of bankjes heen. 
  • festivaluta
    Munten of bonnen waarmee je op een festival kunt betalen voor je drankjes, eten, etc. 
  • ontspullen 
    Spullen die je niet gebruikt weggooien, weggeven of tegen een laag bedrag verkopen, met de bedoeling ruimte in je huis én in je hoofd te creëren. 

Slide 55 - Tekstslide