Staatsrecht les 8 herhaling

STAATSRECHT: week 8
-
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

STAATSRECHT: week 8
-

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De totstandkoming van wetten 
in formele zin
Stap 1: Voorbereiding op het ministerie
Stap 2: Bespreking in de ministerraad (voorstel namens de hele regering)
Stap 3: Advies door de Raad van State 
Stap 4: Stemming in de Tweede Kamer
Stap 5 Stemming in de Eerste Kamer
Stap 6: Ondertekening door de Koning en de (verantwoordelijke) minister(s) 
Stap 7: Bekendmaking in het Staatsblad (door de Minister van Veiligheid en Justitie)

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij een initiatiefwetsvoorstel 
ziet het er als volgt uit:
Stap 1: Voorbereiding door Kamerleden zelf
Stap 2: Advies door de Raad van State (mag ook nog tijdens bespreking in de 2e Kamer)
Stap 4: Stemming in de Tweede Kamer
Stap 5 Stemming in de Eerste Kamer
Stap 6: Ondertekening door de Koning en de (verantwoordelijke) minister 
Stap 7: Bekendmaking in het Staatsblad (door minister van Veiligheid en Justitie)

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling lesstof OP2 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Staatsvorm en regeringsvorm
Grondregels staatsrecht: in de Grondwet
Staat: eigen grondgebied, inwoners en overheidsgezag
Staatsvorm NL: 
- gedecentraliseerde eenheidsstaat want meeste regels uit Den Haag, maar ook regels uit de gemeente en Provincie
- democratische rechtsstaat, want legaliteitsbeginsel, onafhankelijke rechters, machtenscheiding en grondrechten; daarnaast algemene, vrije en geheime verkiezingen voor wetgevende macht
Regeringsvorm NL:
- constitutionele monarchie omdat positie Koning geregeld is in de Grondwet
- parlementair stelsel: parlement is de hoogste macht en controleert de regering!


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Koning, regering en Staten-Generaal
Koning, art. 24 GW ev.
  • Koningschap vervuld door de opvolgers van koning Willem I. 
  • De koning heeft ceremoniële taken en staatstaken (ondertekenen wetten, Troonrede, voorzitter Raad van State). 
Regering, art. 42 GW ev.
  • De koning vormt samen met de ministers de regering. 
  • De ministers zijn verantwoordelijk voor het handelen, de uitspraken en het gedrag van de koning.
  • De ministers en staatssecretarissen vormen samen het kabinet. 
  • De benoeming van het nieuwe kabinet volgt na Tweede Kamerverkiezingen. 
Staten-Generaal, art. 50 GW ev.
  • De Tweede Kamer en de Eerste Kamer zijn samen de Staten-Generaal. 
  • De leden van de Tweede Kamer worden direct door het volk gekozen. 
  • De leden van de Eerste Kamer worden indirect gekozen door de provinciale volksvertegenwoordigers.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grondrechten
in principe tussen overheid en burger

horizontale werking: grondrechten kúnnen ook tussen burgers gelden!
Klassiek grondrecht
Sociaal grondrecht
art. 1-17 GW
art. 18-23 GW
beschermt tegen inmenging overheid
geeft een opdracht aan overheid om zaken te regelen
afdwingbaar bij de rechter
meestal niet afdwingbaar
vrijheids- en gelijkheidsrechten
economische, sociale en culturele rechten

Slide 9 - Tekstslide

Let op: soms is sociaal grondrecht wel afdwingbaar --> Urgenda vs de Staat
De overheid
De drie taken van de overheid(zijn van elkaar gescheiden: Trias Politica=machtenscheiding)
wetgevende taak: wetten maken 
bestuurlijke taak: het praktische uitvoeren van wetten
rechtsprekende taak: het oplossen van juridische (wettelijke) problemen

De twee landelijke overheidsorganen:

                                     
Staten-Generaal
1. wetgeving maken (samen met de regering
2. regering controleren
Regering
1. wetgeving maken (samen met Staten-Generaal)
2. uitvoeren van wetten = besturen van het land

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wetgeving=
algemeen verbindend voorschrift=
wet in materiële zin=
geldt voor iedereen
'De wet'=
wet in formele zin
(bv. BW, WvSr, Awb)
gemaakt door regering en de Staten-Generaal=
de formele wetgever
Algemene maatregel van bestuur (AMvB)
gemaakt door de regering
Ministeriële regeling
gemaakt door de minister
Provinciale verordening
gemaakt door de Provinciale Staten
gemeentelijke verordening (bv. APV)
gemaakt door de gemeenteraad

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hiërarchie van wetten
Drie uitgangspunten:
1. Hoog gaat voor laag (Grondwet voor APV Eindhoven)
2. Nieuw gaat voor oud (uitzondering strafrecht)
3. Bijzonder gaat voor algemeen (bepaling uit Vreemdelingenwet gaat voor de algemene bepaling uit de Awb)

Let op: Boven de wet in formele zin staan nog
1. Internationale/Europese verdragen
2. Grondwet

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De totstandkoming van wetten 
in formele zin
Stap 1: Voorbereiding op het ministerie
Stap 2: Bespreking in de ministerraad (voorstel namens de hele regering)
Stap 3: Advies door de Raad van State 
Stap 4: Stemming in de Tweede Kamer
Stap 5: Stemming in de Eerste Kamer
Stap 6: Ondertekening door de Koning en de (verantwoordelijke) minister(s) 
Stap 7: Bekendmaking in het Staatsblad (door de Minister van Veiligheid en Justitie)

Let op: ook leden van de 2e Kamer kunnen initiatiefwetsvoorstel indienen.
Dan worden stappen 1 en 2 vervangen door de voorbereiding van het voorstel door de Kamerleden. (voorbeeld: wetsvoorstel strafbaarstelling seksuele intimidatie)

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies