Deelvraag: Hoe was de zorg voor armen, zieken en werklozen geregeld tot 1930?
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3
In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Deelvraag: Hoe was de zorg voor armen, zieken en werklozen geregeld tot 1930?
Slide 1 - Tekstslide
Belangrijk uit de vorige lessen
De rol van de overheid bij armoede --> liefdadigheid en de armenwet
De opkomst van de industrialisatie
Van platteland naar stad
Slechte arbeidsomstandigheden
Kinderarbeid
Slechte woon- en leefomstandigheden die samen de sociale kwestie genoemd worden
Slide 2 - Tekstslide
Aanpak van de armoede en andere problemen
In de politiek hadden de verschillende groepen een andere mening over de manier waarop de sociale kwestie kon worden opgelost. Wat moest er worden opgelost?
Aanpak van slechte woningen
Aanpak van slechte arbeidsomstandigheden
Maar ook het onderwijs (leerplicht, financiering van scholen en dan met name van bijzonder (gelovig) onderwijs
Kiesrecht (wie mocht nu gaan stemmen)
Schrijf mee in je aantekeningenboekje
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
De liberalen
De liberalen zaten als sinds 1848 in de regering en bepaalden dus het beleid
De liberalen waren voorstander van een nachtwakerstaat: een staat waarin de overheid alleen zorgt voor orde en de veiligheid, en zich verder niet bemoeit met de economie.
Slide 5 - Tekstslide
Liberalen
Nachtwakersstaat: overheid zorgt alleen voor orde en veiligheid
Economie helemaal vrij laten
Sociale wetten kosten teveel geld
Rechts in de politiek
Slide 6 - Tekstslide
Confessionelen (katholieken en protestanten)
Confessionelen zijn mensen die het geloof als uitgangspunt nemen voor hun politieke ideeën --> ongelijkheid was iets wat god zo geregeld had
Confessionelen vonden het vooral de taak van werkgevers (bazen) en werknemers (arbeiders) om samen de problemen op te lossen.
Wilden dat ook hun scholen (bijzonder onderwijs) betaald gingen worden door de overheid
Slide 7 - Tekstslide
Confessionelen
Confessie=geloof (Protestant/Rooms-katholiek)
Ongelijkheid omdat God het zo wil
Goede christenen helpen elkaar
Werkgevers en werknemers moeten er samen uitkomen
Slide 8 - Tekstslide
Socialisten (sociaaldemocraten)
De sociaaldemocraten (socialisten) waren een groep die speciaal voor de rechten van de arbeiders opkwamen.
Zij vonden dat de overheid er alles aan moest doen om de arbeiders te beschermen. Wilde hogere lonen, betere arbeidsomstandigheden, uitkeringen en pensioen + 8 uur durende werkdag.
Om dit te bereiken, moest er algemeen kiesrecht komen.
Slide 9 - Tekstslide
Socialisten
Overheid moet er alles aan doen om arbeiders te beschermen
Betere arbeidersomstandigheden (o.a. meer loon)
Om dit te bereiken: strijd voor algemeen kiesrecht (ook met stakingen en demonstraties)
Links in de politiek
Slide 10 - Tekstslide
Sociale Wetten
Wetten die het leven van de mensen/arbeiders verbeterden
Slide 11 - Tekstslide
Langzaam verbetering
Eerste sociale wetten vanaf 1874: Kinderwetje van Van Houten
1900 Leerplichtwet (slim paard!) +
1901 Woningwet
Vanaf 1887: uitbreiding kiesgerechtigden
1917: Algemeen Kiesrecht voor mannen
1919: Algemeen kiesrecht voor vrouwen
Slide 12 - Tekstslide
Liberalen
Confessionelen
Socialisten
Nachtwakerstaat
Geloof als uitgangspunt
Thorbecke
Opkomen voor de arbeiders
Algemeen kiesrecht
Overheid moet bijzonder onderwijs betalen
Slide 13 - Sleepvraag
Ook dit affiche zit vol symbolen waarmee de tekenaar zijn boodschap wil overbrengen. De tekenaar vindt dat alle arbeiders hun mening moeten laten horen. Welk symbool gebruikt hij hiervoor op het affiche? Sleep het rondje naar de juiste plek.
Slide 14 - Sleepvraag
Lees de bron. Tot welke stroming behoorde Thorbecke
A
Liberalisme
B
Socialisme
C
Conservatieven
Slide 15 - Quizvraag
Sinds 1848 waren de liberalen aan de macht. Slechts een deel van de bevolking, het rijke gedeelte, mocht stemmen. Waarom stemden de rijken niet snel voor wetten die de arbeiders zouden beschermen?
Slide 16 - Open vraag
De invoering van het algemeen kiesrecht was de enige kans voor arbeiders om hun werkomstandigheden te verbeteren. Leg dit uit.