Vwo 3 Nectar 8.1 deel 2

Biologie
Paragraaf 8.1: Het werkt
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Biologie
Paragraaf 8.1: Het werkt

Slide 1 - Tekstslide

Deze periode (TW1)

Slide 2 - Tekstslide

Deze periode (TW1)

Slide 3 - Tekstslide

Deze periode (TW1)

Slide 4 - Tekstslide

Nier
Longen
Lever
Luchtpijp
Aorta

Slide 5 - Sleepvraag

Organisatieniveau's: sleep de namen naar de juiste plaats. 
Organisme
Weefsel
Cel
Organen
Orgaanstelsel

Slide 6 - Sleepvraag

Wat is een orgaanstelsel?
A
een groep organismen
B
een groep organellen die samenwerken
C
een groep organen die samenwerken
D
een groep cellen die samenwerken

Slide 7 - Quizvraag

Spierstelsel
Bloedvatenstelsel
Ademhalingsstelsel
Verteringsstelsel

Slide 8 - Sleepvraag

Wat vormt GEEN orgaanstelsel?
A
zenuwen
B
voeten
C
bloedvaten
D
verteringsorganen

Slide 9 - Quizvraag

Endoplasmatischreticulum
Celmembraan
Celkern
Ribosomen
Mitochondriën
Cytoplasma

Slide 10 - Sleepvraag

Orgaan
Weefsel
Orgaanstelsel
Organisme
Cel

Slide 11 - Sleepvraag

Paragraaf 8.1: Het werkt

Slide 12 - Tekstslide

Paragraaf 8.1: Het werkt

Slide 13 - Tekstslide

Energie

Je hebt altijd energie nodig om:

  • spieren te laten bewegen
  • je warm te houden
  • na te denken
  • eten te verteren

Slide 14 - Tekstslide

Hoe komen je spieren aan energie?
Orgaanstelsels die hierbij actief zijn:

  • verteringsstelsel: glucose in bloed
  • ademhalingsstelsel: zuurstof in bloed


  • bloedvatenstelsel: transport van glucose                                           en zuurstof naar de spieren

Slide 15 - Tekstslide

Hoe komen spieren aan energie?

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Hoe komen spieren aan energie?
Energie in glucose komt 
vrij door verbranding

Slide 18 - Tekstslide

Wat is de energie centrale van de cel?
A
ribosoom
B
endoplasmatisch reticulum
C
mitochondrium
D
celkern

Slide 19 - Quizvraag

Hoe komen jouw spieren aan energie om te bewegen?
A
Glucose (suiker)
B
Zuurstof
C
Glucose (suiker) + zuurstof
D
Koolstofdioxide

Slide 20 - Quizvraag

Nodig voor verbranding
Over na verbranding
Zuurstof
Koolstofdioxide
Water
Energie
Brandstof

Slide 21 - Sleepvraag

Maak de reactievergelijking van verbranding kloppend.
+
+
  _______>
verbranding
koolstofdioxide
zuurstof
water
glucose

Slide 22 - Sleepvraag

Paragraaf 8.1: Het werkt

Slide 23 - Tekstslide


  • Lezen paragraaf 8.1 (5 min!)
  • Maken 8.1: opdracht 11 t/m 15
Huiswerk

Slide 24 - Tekstslide