13.2 Versnelling en vertraging

13.2 Versnellen en vertragen.
Planning / leerdoelen.
- Uitleg 13.2
- Oefenen met 13.2

- De wetten van Newton.
- Rekenen met newtons tweede wet.
- Rekenen met versnelling.
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

13.2 Versnellen en vertragen.
Planning / leerdoelen.
- Uitleg 13.2
- Oefenen met 13.2

- De wetten van Newton.
- Rekenen met newtons tweede wet.
- Rekenen met versnelling.

Slide 1 - Tekstslide

Nettokracht

Slide 2 - Tekstslide

Eerste wet van Newton
Als op een voorwerp geen netto kracht werkt, dus Fnetto = 0 N. Dan beweegt het voorwerp  in een rechte lijn en met constante snelheid.

Omgekeerd geldt dit ook!

Slide 3 - Tekstslide

Resulterende kracht bij een constante snelheid
In welke periode is de netto kracht 0 N.

Slide 4 - Tekstslide

Versnelling berekenen.
Is hoeveel de snelheid verandert in één seconde.

Formule:


a=ΔtΔv

Slide 5 - Tekstslide

Voorbeeld opgaven 1

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Newtons tweede wet
- Als een voorwerp van snelheid verandert is daar een netto kracht voor nodig. 

- Zware voorwerpen zijn moeilijk van snelheid te veranderen


Slide 8 - Tekstslide



Fres  =    resultante kracht    (N)
m       =    massa                           (kg)
a         =    versnelling                 (m/s2)
Fres=ma

Slide 9 - Tekstslide

Oefenvraag (klaar start met 13.2)
1. Auto trekt op van 0 naar 120 km/h in 6,8 seconden. Bereken de versnelling.

2. Massa van de auto is 1200 kg. Bereken de Nettokracht.

3. De netto kracht op een groot schip massa 200 ton is - 20 kN. Bereken de vertraging.


Slide 10 - Tekstslide

5

Slide 11 - Video

00:13
De eerste wet van Newton houdt in dat:
A
Fnetto is 0 bij contante snelheid
B
Fnetto is altijd groter dan 0 N
C
Dat elk voorwerp vertraagt als er geen aandrijfkracht is.
D
Een voorwerp stilstaat.

Slide 12 - Quizvraag

00:34
Bij een grote massa hoort een:
A
Grote nettokracht en kleine versnelling.
B
Kleine nettokracht en kleine versnelling
C
Grote nettokracht en grote versnelling
D
Kleine nettokracht en grote versnelling

Slide 13 - Quizvraag

02:00
Hoe groot is de nettokracht in dit plaatje?
A
100 N
B
40 N
C
140 N
D
60 N

Slide 14 - Quizvraag

02:08
Bereken de versnelling. Fnetto is 60N en m = 10 kg.

Slide 15 - Open vraag

02:45
Leg uit waarom de nettokracht 0 N is gedurende de eerste 0,8 seconden.

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide