2b-Lessen formuleren en schrijven

Welkom!
Wat ligt er op je tafel?








           
           Kom binnen en  
           ga zitten op jouw plek.



1
WELKOM!
2
 Woorden-schrift
   Pen
Laptop
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Wat ligt er op je tafel?








           
           Kom binnen en  
           ga zitten op jouw plek.



1
WELKOM!
2
 Woorden-schrift
   Pen
Laptop

Slide 1 - Tekstslide

  • Je kunt een nieuwsbericht schrijven met inleiding-kern en slot.
  • Je kunt zinnen herschrijven.
  • Je kan variëren in woordkeus en zinsbouw.
  • Je weet wat synoniemen zijn.
  • Je weet hoe je het schema 5W1H kunt toepassen.
LESDOELEN

Slide 2 - Tekstslide

  • lezen
  • samen opdrachten maken
  • zelfstandig werken
  • Numo
Vandaag
  •    H2.4
 Huiswerk:
Programma:

Slide 3 - Tekstslide

BLZ 109

Slide 4 - Tekstslide

Wat voor tekst is dit?
A
een artikel
B
een nieuwsbericht
C
een verhaal
D
e en strip

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Schrijf in je boek blz 110. Zet een - als de vraag niet beantwoord wordt.
  1. Wie ?
  2. Wat ?
  3. Waar ?
  4. Wanneer ?
  5. Waarom of waardoor ?
  6. Hoe (te voorkomen)?

Slide 7 - Tekstslide

Antwoorden:
1.  Wie: nieuwszender AT5.
2. Wat: omgevallen boom.
3. Waar: Amsterdam-Zuid.
4. Wanneer: vanmiddag.
5. Waarom of waardoor: door een flinke windvlaag.
6.Hoe (te voorkomen): –

Slide 8 - Tekstslide

Als je een tekst schrijft is het belangrijk om in je woordkeuze te variëren.
Je gebruikt dan:
  • een verwijswoord: Pieter stemt in met de verkiezingen, want hij heeft verloren.
  • een synoniem: De leerling van 2b ging op schoolreis. Dit uitstapje was een leuke dag.
  • een omschrijving: Fayza pakt de zesteur. Met dit keukengereed schraapt ze de snippers van de citroenschil.
  • Als laatste let op de woordvolgorde. Vermijd ik..en toen...

Slide 9 - Tekstslide

Herschrijf de tweede zin.
We gaan dit weekend vogels tellen. We kijken een half uur naar de lucht om vogels te tellen.

Slide 10 - Open vraag

Herschrijf de tweede zin.
De vogelbescherming organiseert elk jaar een vogeltelling. De vogelbescherming wil graag dat je meedoet.

Slide 11 - Open vraag

Vragen over zinsdelen, leestekens, DT's of dicteewoorden?
Aan de slag!
Maak opdracht 5 en 6
Wat?
Met wie?
Hulp?

Eerder klaar?
En daarna?


Zelfstandig
timer
10:00
Ik loop een rondje
NUMO
Lezen

Slide 12 - Tekstslide

Welkom!
Wat ligt er op je tafel?








           
           Kom binnen en  
           ga zitten op jouw plek.



1
WELKOM!
2
 Woorden-schrift
   Pen
Laptop

Slide 13 - Tekstslide

  • Je kunt een nieuwsbericht schrijven.
  • Je kunt de 5W1H vragen toepassen.
  • Je kunt verwijswoorden, synoniemen en omschrijvingen in je bericht toepassen.
  • Je weet welke functies je kunt toepassen bij de inleiding en slot.
LESDOELEN

Slide 14 - Tekstslide

De functies van een inleiding:
  1. het onderwerp van de tekst noemen
  2. een mening over het onderwerp geven
  3. een vraag over het onderwerp stellen
  4. een korte samenvatting van de tekst geven
Tekst

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Na de kern komt het slot. Dit is meestal de laatste alinea. Het slot rondt de tekst af.

Dit kan op verschillende manieren:
  • door een samenvatting te geven;
  • door een tip te geven;
  • door een antwoord op de vraag in de alinea te geven.

Slide 18 - Tekstslide

Vragen over zinsdelen, leestekens, DT's of dicteewoorden?
Kijk op blz. 112 en lees tekst 3.

  1. Schrijf het nieuwsbericht in tweetallen
  2. We bepalen welk tweetal inleiding-kern of slot schrijft
  3. We voegen alles samen tot een tekst.
Dikke dieren in de dierentuin

Slide 19 - Tekstslide

Titel: Dikke dieren in de dierentuin op dieet.
Inleiding: 5 tot 7 regels
kern: 2 a 3 alinea's
slot: afsluiting 5 tot 7 regels
Denk aan de kenmerken

Slide 20 - Tekstslide

NIEUWSBERICHT SCHRIJVEN

1.Je schrijft een inleiding, kern of slot.
2. Beantwoord de 5W1H-vragen
3. Let op spelling, hoofdletters, leestekens.

4. Gebruik verwijswoorden, synoniemen en omschrijvingen
5.Gebruik blz 112 en controleer met stap 4 op blz 114

Slide 21 - Tekstslide

Geef een voorbeeld van een synoniem
Wat zijn de 4 functies van een inleiding?
Welke tekstdoelen kun je noemen?
Begrippen
Wat zijn de functies van een slot?

Slide 22 - Tekstslide