2 Kunst en Cultuur module expressie

2 vwo Kunst & Cultuur module 2 
Expressie
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

2 vwo Kunst & Cultuur module 2 
Expressie

Slide 1 - Tekstslide

Les 1 - Expressie en muziek

Slide 2 - Tekstslide

Expressie

Slide 3 - Woordweb

Conclusie
Iets wat iets anders duidelijk maakt, belichaamt of symboliseert. Bijvoorbeeld emoties en gevoelens duidelijk maken via beeld, muziek of beweging. 

Slide 4 - Tekstslide

Wassily Kandinsky
Een kunstenaar die beeld maakt bij muziek. 

Hij  kon muziek niet alleen horen of voelen, maar ook zien. (Synesthesia)

Slide 5 - Tekstslide

Zelf doen! - Luister goed naar de muziek
Wat hoor je? 
Korte tonen? En lange melodieën? Gaat de melodie van hoog naar laag? Of anders om? 
Hoor je scherpe tonen of juist doffe geluiden? Welke muziek instrumenten hoor je?

Wat voel je?
Wat voor sfeer/ gevoel geeft de muziek je? 
Klinkt de muziek warm of koud? Eng, spannend, blij? Kun je een emotie eraan koppelen? 

Hoe ziet de muziek eruit?
Welke kleuren hoor je? Is het licht? Of donker?
 Hoor je lijnen of vormen? Zijn de lijnen opgebroken of vloeiend, dik of dun? Zijn de vormen organisch of geometrisch? Worden kleuren gemengd of zijn er grote contrasten?

Terwijl de muziek aanstaat ga je tekenen met de materialen die voor je liggen. Je mag tussendoor nadenken of dingen opschrijven maar probeer aan het einde van het fragment wel een "af" beeld te hebben. Naderhand bespreken we een aantal tekeningen. 

Slide 6 - Tekstslide

Bespreken
Leg de tekeningen in het midden en bekijk de werken van jezelf en je klasgenoten aandachtig. Wat zie je?
- Wat heb je gedaan? 

- Waarom heb je het zo gedaan?
- 
Hoe hebben anderen het gedaan?
- 
Wat is het grote verschil tussen de tekeningen?
- Is je tekening al een geheel of zijn het losse elementen?
- Zou je nu iets anders doen?

We luisteren het stuk nog een keer en deze keer ga je je voorbereiden op het echte werk. Wat lukte er goed de eerste keer? Wat ga je anders doen? Probeer het! We gaan een Kandinsky schilderijtje maken. 

Slide 7 - Tekstslide

Het werk van Kandinsky

Slide 8 - Tekstslide

2. Expressionisme
Door de opkomst van de industrie aan het begin van de 20e eeuw staan mensen steeds verder weg van hun gevoelens. De kunst reageert erop. Het expressionisme ontstaat. 
  • Felle onnatuurlijke kleuren en onderwerpen die de kunstenaar zelf interessant vindt.

Slide 9 - Tekstslide

Franz Marc, De gele koe, 1911
Wassily Kandinsky, Improvisatie (dromerig), 1913
Figuratief
Abstract

Slide 10 - Tekstslide

Willem de Kooning - Woman - 1949

Helen Frankenthaler - Bergen en zee - 1952
Jackson Pollock - Drippings- 1950
Na de tweede wereldoorlog werken kunstenaars opnieuw expressief en steeds abstracter. 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

afmaken
Bekijk je werk van het begin van deze les nog een keer. Zou je er nu iets aan willen aanpassen? 
Denk aan: 
- Met collage eroverheen stukken opplakken
- Met verf ertussen, of er overheen schilderen
- Meer details toevoegen
- etc. 

Slide 15 - Tekstslide

3. Experiment
Vandaag gaan we experimenteren met acrylverf
Waarschuwing: 
Acrylverf gaat lastig 
uit je kleding!

Slide 16 - Tekstslide

0.39-1.40 min (Hoe Pollock zijn Drippings maakt)
2.02 - 2.35 (Hoe Rothko zijn vlakken schildert) 
Hoe Frankenthaler met een spons werkt
8:15 - 10.15 (Voorbeeld zoals de Kooning schildert) 
Hoe deden de bekende kunstenaars dat dan? Ze experimenteerden!
Zij werkten vaak met olieverf!

Slide 17 - Tekstslide

En nu zelf experimenteren!
Iedereen heeft ...
  • een groot blad voor zich
  • verschillende kleuren verf op een palet
  • verschillende (formaten) kwasten
  • extra materialen
  • een schort?
  • doe maar mee! 

Slide 18 - Tekstslide

En nu zelf experimenteren!
Kun je zelf nog meer experimenten bedenken? 
Pak een nieuw blad en probeer zo veel mogelijk uit. 
Het hoeft niet "mooi" te worden. 

Slide 19 - Tekstslide

Kandinsky en emoties
  • Pak je eerste schets/oefening
  • Wat is er goed gelukt en wat kan beter?
  • Opdracht: Maak 1 mini schilderij van dat wat je hoorde, voelde en dacht bij het muziekstuk. 
Stappenplan
  • Pak een blad en teken eerst een passe-partout (kader) van 3 cm rondom. 
  • Luister nog eens naar de muziek
  • Schets heel licht je idee, vormen en lijnen
  • Kies zelf een materiaal. Maak een werk met kleuren die passen bij jouw gevoel van de muziek. Er is geen goed of fout!
  • Gebruik zo min mogelijk kleuren uit de fles, kleuren mengen dus! Ook met zwart en wit. 
  • Vergeet niet om water toe te voegen
  •  Gebruik grote en kleine kwasten
  • Deze les maak je het schilderij af. 

Slide 20 - Tekstslide

4. Emoties
Expressie en emotie gaan hand in hand. Want expressie is iets wat iets anders duidelijk maakt, belichaamt of symboliseert. Bijvoorbeeld emoties en gevoelens die je duidelijk maakt via beeld, muziek of beweging. 

Slide 21 - Tekstslide

Welke emoties ken je?
Noteer er zo veel mogelijk, elk in een nieuwe berichtje.

Slide 22 - Woordweb

Kunst bekijken
We bekijken een aantal kunstwerken
Schrijf steeds het volgende op:
- Wat zie je? (letterlijk--> kleur, vorm, textuur = de vormgeving)
- Welk gevoel heb je daarbij? (Noteer een emotie)
- Waar doet het schilderij je aan denken? (Lijkt het ergens op? Zegt de titel iets? Waar associeer je het mee? de voorstelling)

Slide 23 - Tekstslide

Nicolas de Stael - Les Toits (1952)

Slide 24 - Tekstslide

Piet Mondriaan - Victory Boogie Woogie (1942-1944)

Slide 25 - Tekstslide

Joan Mitchell - Hemlock  (1956)

Slide 26 - Tekstslide

Wols - It's All Over, The City (1946-1947)

Slide 27 - Tekstslide

Arshile Gorky - The Liver is a Cock’s Comb (1944)

Slide 28 - Tekstslide

Abstract
Abstract betekent:
Een vorm of voorstelling zonder herkenbaar beeld. 
Het heeft geen betrekking op de herkenbare en zichtbare werkelijkheid. 
Abstract kun je ook non-figuratief noemen. 

Slide 29 - Tekstslide

Mini opdracht - Neo color krijt
  • Je krijgt een wit blad, teken hier 6 vierkantjes van 5x5 op
  • De docent noemt verschillende emoties op
  • Bij iedere genoemde emoties maak je een klein kunstwerkje dat je erbij vindt passen.  
  • Denk na over de kleuren, compositie, handschrift, kracht etc. 

Slide 30 - Tekstslide

Midi opdracht - voorwerk
  • Je krijgt een nieuw blad
  • Teken 3 vierkanten van 10x10cm naast elkaar
  • Kies 1 emotie en schrijf deze op de achterkant van je blad
  • Teken in ieder vierkantje dezelfde emotie op een andere manier. Gebruik kleuren, vormen, lijnen en texturen om de emotie uit te drukken.  
  • Gebruik geen bestaande vormen zoals hartjes of smileys, de emotie is volledig abstract!
  • Gebruik acryl verf. Denk aan de keer dat je hebt geëxperimenteerd met de verf.  
Let op: dit is een voorwerk voor een groot schilderij!

Slide 31 - Tekstslide

Maxi opdracht - Verf
  • Je krijgt een vierkant canvas
  • Kies een van je mini emoties om in het groot uit te werken
  • Maak met potlood of houtskool een voorschets om jezelf op weg te helpen. Werk niet alles uit!
  • Pak de juiste hoeveelheid verf en de goede kleuren (Acrylverf)
  • Schilder de emotie die je hebt gekozen en gebruik je schets als uitgangspunt. Meng zo veel mogelijk kleuren zelf. Werk in lagen. 
  • Gebruik vorm, kleur, lijn, textuur, maar ook penseeltoets en beweging om de emotie uit te drukken. 
Let op: dit is je eindwerk!

Slide 32 - Tekstslide

Je schilderij is af! en nu?
  1. Maak van je kunstwerk een beeldanalyse aan de hand van het formulier. Alle beeldaspecten komen aan bod. 

  2. Fotografeer je werk met je webcam, je staat er zelf ook op. 
  3. Voeg je werk toe aan je portfolio. Geef jezelf een tip en een top. 
  4. Vul de enquete in over de lessen van mevrouw Koppe. 

Slide 33 - Tekstslide