H2b 15 .5. K7 I, Wh der+ein-gruppe

Willkommen!
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Willkommen!

Slide 1 - Tekstslide

Programm Montag 15.5.
Wiederholen Der- und Ein-Gruppe
Wörterliste A+B


Jullie zijn goed voorbereid op de SO .

Slide 2 - Tekstslide

SO maandag 22 mei
Woorden van de Der- en ein-groep
Wörterlisten K7  A+B   d<>NL

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoel
Jullie kunnen de woorden van de Der- en Ein-Groep correct gebruiken.

Slide 4 - Tekstslide

Hoe  bereik je dat?
  • Jullie weten welke woorden bij de groepen horen
  • Jullie weten wat deze woorden betekenen
  • Jullie weten wanneer de woorden andere uitgangen krijgen
  • Jullie kennen de correcte uitgangen

Slide 5 - Tekstslide

Welke woorden horen bij de Ein-groep?

Slide 6 - Woordweb

Ein - Gruppe
ein
kein
bezittelijke voornaamwoorden
-> Woorden worden gelijk vervoegd!

Slide 7 - Tekstslide

Bezittelijke voornaamwoorden
mein, meine                       unser, unsere
dein, deine                          euer, eu(e)re
sein, seine                           ihr, ihre
ihr, ihre                                  Ihr, Ihre

Slide 8 - Tekstslide

Bezittelijke voornaamwoorden
mijn
jouw
zijn
haar
ons/onze
jullie
hun/uw
mein
dein
sein
ihr
unser
euer
ihr/Ihr

Slide 9 - Sleepvraag

De regel voor de ein-groep is:
A
voor vrouwelijke en meervoud woorden uitgang -e, voor mannelijke woorden -er, onzijdige woorden -es.
B
voor vrouwelijke woorden en meervoud uitgang -e, mannelijke en onzijdige woorden geen uitgang
C
voor vrouwelijke en meervoud woorden uitgang -e, voor mannelijke woorden -es, onzijdige woorden -er.
D
voor vrouwelijke en meervoud woorden uitgang -e, mannelijke en onzijdige woorden uitgang er

Slide 10 - Quizvraag

mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
Meervoud
der Man
die Frau
das Kind
die Kinder
ein
ein Mann
eine Frau
ein Kind
keine Kinder
mein
mein Mann
meine Frau
mein Kind
meine Kinder
sein
sein Mann
seine Frau
sein Kind
seine Kinder
ihr
ihr Mann
ihre Frau
ihr Kind
ihre Kinder
unser
unser Mann
unsereFrau
unser Kind
unsere Kinder
euer
euer Mann
eure Frau
euer Kind
eure Kinder
ihr
ihr Mann
ihre Frau
ihr Kind
ihre Kinder
Formen der Ein-Gruppe

Slide 11 - Tekstslide

Das ist (een) Stift (m).
A
ein
B
eine

Slide 12 - Quizvraag

Das ist (jullie) Stift (m).
A
euer
B
eure
C
jeder
D
jede

Slide 13 - Quizvraag

Ich frage (mijn) moeder
A
meiner
B
meine

Slide 14 - Quizvraag

(Mijn) Katze frisst (haar) Futter.
A
Mein, ihr
B
Meine, ihr
C
Mein, ihre
D
Meine, ihre

Slide 15 - Quizvraag

Jullie weten nu:
  • Jullie weten welke woorden bij de lein-groepen horen
  • Jullie weten wat deze woorden betekenen
  • Jullie weten dat de woorden 
  •       voor vrouwelijk en meervoudwoorden een de   
  •       uitgang -e krijgen
  •       voor mannelijke en onzijdige woorden geen uitgang

Slide 16 - Tekstslide

Jullie weten nu:
Jullie weten welke woorden bij de ein-groep horen
Jullie weten wat deze woorden betekenen
Jullie weten dat de woorden
      voor vrouwelijk en meervoud woorden de
      uitgang -e krijgen
      voor mannelijke en onzijdige woorden geen uitgang

Slide 17 - Tekstslide

Welke woorden horen bij de Der-groep?

Slide 18 - Woordweb

Wörter der Der - Gruppe

deze, dit
elke, iedere
sommige
zulke, zo'n
welke 

alle
der, die, das

dies-
jed-
manch-
solch-
welch-

alle-

Slide 19 - Tekstslide

Der-
Gruppe
deze/dit
welke
elke,iedere
alle
sommige
zulke/zo'n
dies-
welch-
solch-
manch-
jed-
all-

Slide 20 - Sleepvraag

De regel voor de der-groep is:
A
voor vrouwelijke en meervoud woorden uitgang -e, voor mannelijke woorden -er, onzijdige woorden -es.
B
voor vrouwelijke woorden en meervoud uitgang -e, mannelijke en onzijdige woorden geen uitgang
C
voor vrouwelijke en meervoud woorden uitgang -e, voor mannelijke woorden -es, onzijdige woorden -er.
D
voor vrouwelijke en meervoud woorden uitgang -e, mannelijke en onzijdige woorden uitgang er

Slide 21 - Quizvraag

mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
Meervoud
der Man
die Frau
das Kind
die Kinder
dies
dieser Mann
diese Frau
dieses Kind
diese Kinder
jed
jeder Mann
jede Frau
jedes Kind
manch
mancher Mann
manche Frau
manches Kind
manche Kinder
solch
solcher Mann
solche Frau
solches Kind
solche Kinder
welch
welcher Mann
welcheFrau
welches Kind
welche Kinder
Formen der Der-Gruppe

Slide 22 - Tekstslide

Der Mann

Was ist korrekt?
A
diese Mann
B
dieses Mann
C
dieser Mann

Slide 23 - Quizvraag

Deze vrouw
A
dieser Frau
B
diese Frau
C
dieses Frau

Slide 24 - Quizvraag

Dit kind
A
dieser Kind
B
diese Kind
C
dieses Kind

Slide 25 - Quizvraag

Ich esse (ieder) Eissorte (v)
A
jeder
B
jede
C
jedes

Slide 26 - Quizvraag

(Welk) Lied (o) hörst du?
A
Welcher
B
Welche
C
Welches

Slide 27 - Quizvraag

Jullie weten nu:
Jullie weten welke woorden bij de der-groep horen
Jullie weten wat deze woorden betekenen
Jullie weten dat de woorden
      voor vrouwelijk en meervoudwoorden een de
      uitgang -e krijgen
      voor mannelijke woorden -er en
      voor onzijdige woorden -er

Slide 28 - Tekstslide

der-Gruppe
ein-Gruppe
der
kein-
dies-
die
euer-
welch-
solch-
mein-
manch-
sein-
unser-
die
ihr-
dein-

Slide 29 - Sleepvraag

Slide 30 - Tekstslide

Ich frage (mijn) Mutter.

Slide 31 - Open vraag

(Welk) Fach (o) ist das?

Slide 32 - Open vraag

Wörterliste A+B

Slide 33 - Tekstslide

Schreiben
Seite 71
Aufgabe 37
op en blad papier
timer
10:00

Slide 34 - Tekstslide

Nachgucken
  1. Staan er hoofdletters aan het begin van de zin?
  2. Hebben alle zelfstandige naamwoorden hoofdletters?

Slide 35 - Tekstslide

Nachgucken
  1. Kloppen de uitgangen van de werkwoorden?


Voor hulp:  pag. 186/187

Slide 36 - Tekstslide

Feedback
  1. Vul het feedbackformulier in
  2. Geef de Tekst aan jouw buurman/vrouw
  3. Lees de tekst van jouw buurman/vrouw
  4. Vul hun feedbackformulier in

Slide 37 - Tekstslide

Wörterlisten A+B

Slide 38 - Tekstslide

Hausaufgaben für Donnerstag 11.5.
Lernen:    

Machen:  

                                                                      
                                               

Slide 39 - Tekstslide

Zahlen wiederholen

Slide 40 - Tekstslide

Schöne Ferien!

Slide 41 - Tekstslide

Toll!!!

Je kunt de 4de naamval bij de ein-groep toepassen.
Je kunt over jullie kamer schrijven.

Slide 42 - Tekstslide