asyndetische vergelijking

Nederlands
Donderdag 9 maart 2022

Naima Ben Messeoud
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Nederlands
Donderdag 9 maart 2022

Naima Ben Messeoud

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
1. Argumentatie (Lezen) 
2. Beeldspraak (asyndetische, homerische vergelijking en synesthesie)

Slide 2 - Tekstslide

Waarderende argumenten
Feitelijke argumenten

Slide 3 - Tekstslide


Ik ga liever naar de carnavalsoptocht in Breda dan in Oosterhout, want de optocht in Breda duurt minimaal een uur langer.
A
feitelijke (objectieve) argument
B
waarderende (subjectieve) argument

Slide 4 - Quizvraag


Ik ga liever naar de carnavalsoptocht in Breda dan in Oosterhout, want de optocht in Breda is veel mooier.
A
feitelijke (objectieve) argument
B
waarderende (subjectieve) argument

Slide 5 - Quizvraag

Argumentatiestructuur
1. Enkelvoudige argumentatie.
2. Nevenschikkende argumentatie.
3. Onderschikkende argumentatie.


Slide 6 - Tekstslide

Argumentatiestructuur
1. Enkelvoudige argumentatie: 1 standpunt <--> 1 argument
2. Nevenschikkende argumentatie. 1 standpunt <-> meerdere argumenten
3. Onderschikkende argumentatie. Argument op een argument


Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Beeldspraak
  1. De vergelijking
  2. De metafoor
  3. De personificatie 
  4. Het metoniem 
  5. Een asyndetische vergelijking
  6. Een homerische vergelijking
  7. Synesthesie


Slide 9 - Tekstslide

De vergelijking
De vergelijking: Je vergelijkt een onderwerp met iets anders. Je hebt vergelijking waarbij je het woord als, zoals of gelijk gebruikt.

Die jongen is zo gek als een deur.
Hij bibbert als een rietje in de wind.
Ik heb je lief zoals je soms gelijk een gouden zomerdag bent (dichtregel uit het gedicht Ja van dichter K.Schippers) 

Slide 10 - Tekstslide

Metafoor
Metafoor:  Een metafoor is een vorm van beeldspraak. Het is een vergelijking, waarbij alleen nog het beeld overeind staat.

- Het is hier een zwijnenstal!
- Met dit diploma gaan alle deuren voor je open.

Slide 11 - Tekstslide

Het is hier een zwijnenstal!
Met dit diploma gaan alle deuren voor je open.

Slide 12 - Tekstslide

Asyndetische vergelijking
Dit is een vergelijking waarbij het verbindingswoord tussen beeld en object, bijvoorbeeld als, zoals, lijken​​, is weggelaten

Mark, die magere lat, zou wat beter moeten eten.

Slide 13 - Tekstslide

Homerische vergelijking
Dit is een vergelijking waarbij het beeld breed is uitgewerkt; dit soort vergelijking komt veel voor in het werk van Homerus:

Slide 14 - Tekstslide

Voorbeeld
– Rij na rij bewogen de Grieken zich voorwaarts. Zoals de golven der zee dicht na elkander aanrollen op de ruisende kust, gezweept door de wind uit het westen – (…) zo dicht opeen rukten de rijen gestaag in de strijd op. (Ilias IV)

Slide 15 - Tekstslide

Synesthesie
Dit is een combinatie van twee zintuiglijke indrukken, bijvoorbeeld de tastzin en het gehoor:

– de warme klanken van de hoorn.

Slide 16 - Tekstslide

"Workshopsessie"
Opdrachten Argumenten 
Beeldspraak maken

Vooruitblik op volgende week.

Slide 17 - Tekstslide