NLT - Paarden

Hoofdstuk 3 - Paarden
Les 1
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 5 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 3 - Paarden
Les 1

Slide 1 - Tekstslide

Waar gaan we het over hebben?
             Les 1:
  • Inleiding
  • Wat zijn paarden?
  • Het Gebit
  • Kiezen als reconstructiemethode
  • Hoeven
  • Hoeven en Botten als reconstructie methode
  • Het eerste paard
  • Evolutie van paarden

Slide 2 - Tekstslide

Inleiding
  • Evolutie paarden = veel gebruikt voorbeeld van evolutie
  • Veel oude fossielen in Europa en Noord Amerika gevonden
  • Eoceen = tijdperk 56,0 tot 33,9 miljoen 
      jaar geleden
  • De evolutie van het paard is complex
  • Equidae is de familie van het paard

Slide 3 - Tekstslide

Paarden

Slide 4 - Woordweb

Wat zijn paarden?

  • Zoogdieren
  • Warmbloedig
  • Behaard
  • Zweet- en melkklieren
  • Levendbarend
  • Gezoogd door het moeder dier
  • 3 gehoorbeentjes en onderkaak van 1 bot
  • Ééntenige hoefdieren

Slide 5 - Tekstslide

Wat zijn paarden?
  • Huidige paarden: Equus
       (Equus caballus; gedomesticeerde paard)
       (Equus asinus; ezel)
       (Equus hemionus; muildier)
       (Equus zebra, Equus quagga en Equus grevyi; de zebra's)

Slide 6 - Tekstslide

Het gebit
  • Gedifferentieerd gebit
  • Diasteem

  • Hypsodonte kiezen


Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Het gebit
  • Masticatie = het kleiner maken van voedsel door kauwproces (voor goede vertering).
  • Molariseren = premolaar veranderd in een molaar -> waarna het oppervlak van de kies groter wordt en harder voedsel beter fijngemalen kan worden.

Slide 10 - Tekstslide

Kiezen als reconstructiemethode
  • Verandering tanden en kiezen in loop van geologische geschiedenis -> grotere kiezen, molarisatie en hogere kiezen.
  • De hypsodontie-index wordt gebruikt om dieet- en habitatvoorkeuren van hoefdieren te bepalen.
Deze wordt als volgt uitgedrukt ->
                                   Hoogte van de kiezen/ Lengte van de kiezen

Slide 11 - Tekstslide

Hoeven
- Paarden behoren tot de 
onevenhoevigen 
(orde Perissodactyla)
- De middelste beentjes en 
kootjes zijn sterk ontwikkeld

Slide 12 - Tekstslide

Welke dieren behoren tot orde Perissodactyla?
A
Neushoorn, Paard, Tapir
B
Paard, Olifant, Nijlpaard
C
Zebra, Varken
D
Paard, Zebra, Schapen

Slide 13 - Quizvraag

Hoeven en Botten als Reconstructiemethode
  • Het paard was eerst een klein en wendbaar dier, dat geschikt was om op een zachte ondergrond te lopen.
  • Aanpassingen: 1. Verlenging botten 2. Vermindering van aantal tenen 3. Toename van pezen
  • Groter dier -> effectiever metabolisme
  •  Dier dat groter wordt = makkelijk prooidier

Slide 14 - Tekstslide

Hoeven en botten als reconstuctiemethode
  • 2 oplossingen: Gigantisme of sneller worden
  • Aanpassingen ontwikkeld om met een groter gewicht, snel te kunnen blijven lopen
  •  Verdere aanpassingen -> genoeg energie te produceren, genoeg te kunnen eten

Slide 15 - Tekstslide

Wat zijn die verder aanpassingen?
A
Neus werd korter, ogen naar voren
B
Schedel kleiner, neus werd langer
C
Neus werd langer, ogen naar achteren, schedel hoger

Slide 16 - Quizvraag




Pezen houden de voet stevig in vorm

Slide 17 - Tekstslide

Waarom zijn de tenen niet volledig verdwenen, wat zou kun functie kunnen zijn?
A
Ze zorgen voor balans
B
Ze ondersteunen het pols/enkel gewricht
C
Zorgt voor een vergrotende oppervlak

Slide 18 - Quizvraag

Het eerste paard
  • Het eerste paard = Hyracotherium 
  • Kenmerken: Hondachtig postuur, kromme rug, schoft hoogte tussen 30 en 50 centimeter, korte nek en poten en een lange staart. 
  • Omnivore browser 
  • Dieet van fruit en bladeren

Slide 19 - Tekstslide

Evolutie van paarden
- Alle veranderingen waren aanpassingen aan een veranderend dieet en leefomgeving.
- Verschillende ontwikkelingen in 
verschillende werelddelen
- Tempo was niet constant

Slide 20 - Tekstslide