KM2 Quiz 2 - Theme 3 (30 maart t/m 3 april)

Quiz week 2 - Theme 3

In this quiz

- Vocabulary Theme 3

- E/N - N/E

Choose the correct translation

Kies de juiste vertaling

Translate: be on air

1. Zweven
2. Vliegen
3. Uitgezonden worden
4. Los rondlopen

Translate: reporter

1. Verslaggever
2. Familielid
3. Crimineel
4. Vrijwilliger

Translate: in the meantime

1. Op dit moment
2. Ervoor
3. Erna
4. Ondertussen

Translate: Mention

1. Invallen voor
2. Belachelijk maken
3. Noemen
4. Ontspannen

Write the correct translation

Schrijf de juiste vertaling

Translate: Oxygen

Translate: shore

Combine the words

Combineer de woorden

Upset

Annoyed

Angry

Scared

Courage

geïrriteerd

overstuur

moed

bang

boos

Choose the correct translation

Kies de juiste vertaling

Translate: Lichamelijk

1. Physically
2. Mentally

Translate: Duiken

1. Float
2. Dive
3. Drown
4. Duck

Translate: Daad

1. Accept
2. Act
3. Protect
4. Achieve

Translate: aandacht

1. Mock
2. Pose
3. Attention
4. Achievement

Write the correct translation

Schrijf de juiste vertaling

Translate: aanraken

Translate: waarschuwing

End of the Quiz

Heb je nog een vraag over deze quiz of over de woordjes van Theme 3? Stel die dan hier?

Ben je tevreden over je resultaat?

1. Zeker
2. Redelijk
3. Niet helemaal
4. Totaal niet