Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
2.5 Used to (Review)
Unit 1 H2
USED TO
Engels
Mvr: Dad
1 / 18
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
In deze les zitten
18 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Unit 1 H2
USED TO
Engels
Mvr: Dad
Slide 1 - Tekstslide
Used to
Slide 2 - Tekstslide
Learning outcome
By the end of this lesson you know when and how to use
Present simple, Present continuous + Used to
Slide 3 - Tekstslide
RECAP
Slide 4 - Tekstslide
Present Simple VS Present Continuous
Present Simple
Present Continuous
facts, habits, things that happen regularly.
happening right
now
, activities that last longer, annoyance, irritation
signal words
: always, never, seldom, sometimes, usually etc.
signal words
: now, right now, at the moment, listen! look!
example
: I walk
example
: I am walking
Form: Stam/Stam + s
To be + stam + ing
Slide 5 - Tekstslide
Present Simple vs Present Continuous
Present simple
Present continuous
Gewoontes
Feiten
Regelmatig
Nu
Vaak ergert aan iets
Nabije toekomst
always, every day/week/month/year, never, often, sometimes and usually
now, today, at the moment, right now, always, Look! and Listen!
Slide 6 - Tekstslide
USED TO
We gebruiken
used to
om te praten over iets wat vroeger zo was, maar nu niet meer.
De formule hiervoor is: onderwerp + used to + hele werkwoord
John and Vicky
used to
be
married.
I
used to
have
two dogs.
She
used to
live
in London.
When I was 6 years old I
used to
swim twice a week.
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
'Used to' is used for events in the ...
A
Past
B
Present
C
Future
Slide 10 - Quizvraag
He
used to
but he quit
play for Chelsea
Slide 11 - Sleepvraag
Add used to
+ (positive)
I / to have / a dog / .
Slide 12 - Open vraag
add used to
- (negative)
She / to be / good at drawing / .
Slide 13 - Open vraag
add used to
? (question)
she / to wear / makeup / ?
Slide 14 - Open vraag
add used to
+ (positive)
He / to play / football / .
Slide 15 - Open vraag
Use: used to / present simple. Write whole sentence
He ....(not like) football, but now he .... (do).
Slide 16 - Open vraag
What did you use to do when you were a small child?
Slide 17 - Woordweb
Get used to / Be used to
Let op
: 'Get used to' en 'Be used to' betekenen niet hetzelfde als 'used to' zoals net besproken.
Be used to = Gewend zijn
I am
used to
my new house already.
or
I don't like my new house, I need to
get
used to it.
Slide 18 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
2.5 Used to (Review)
26 dagen geleden
- Les met
13 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Used to (Review)
Oktober 2024
- Les met
13 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Used to (Review)
November 2024
- Les met
13 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
2.5 Used to (Review)
September 2024
- Les met
13 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Used to
Oktober 2024
- Les met
12 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Used to
September 2023
- Les met
12 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Used to
Mei 2024
- Les met
12 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
PH3C: U1_L4_13_091024
Oktober 2024
- Les met
21 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 3