Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Paragraaf 2.4 Part 3
Welcome
1 / 22
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
In deze les zitten
22 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Welcome
Slide 1 - Tekstslide
Vul in:
baby - ....
Slide 2 - Open vraag
planning
Recap meervoud
Uitleg voegwoorden
Zelfstandig werken
Slide 3 - Tekstslide
Goals
At the end of this lesson...
I know how to use conjunctions in English.
Slide 4 - Tekstslide
Paragraaf 2.4 Leerdoelen
- Je kunt informatie vinden in een lijst
- Je kunt de hoofdlijn van een korte tekst begrijpen
Grammar
- Meervoud
- Voegwoorden
Words: War
Slide 5 - Tekstslide
Homework
Woensdag: Pargraaf 2.4 Opdracht 5, 9, 10 en 11
Slide 6 - Tekstslide
MEERVOUD
Slide 7 - Tekstslide
Grammar - meervoud
Meervoud is wanneer er ergens 2 of meer van zijn - bv. 1 auto - 3 auto's
Basisregel: in het Engels plak je de
-s eraan
vast, dus: 1 car - 3 car
s
Slide 8 - Tekstslide
Uitzonderingen Meervoud
Eindigt een woord op een sis-klank (s/ch/sh/x) dan komt er -es achter, dus: 1 church - 4 church
es
Eindigt een woord op een -y dan verandert het meervoud in -ies, dus: 1 lady - 3 lad
ies
Eindigt een woord op een -o, dan maak je het meervoud door -es, dus: 1 tomato - 6 tomato
es
Eindigt een woord op een -f klank, dan wordt het meervoud -ves, dus: 1 half - 8 hal
ves
Slide 9 - Tekstslide
Let op!
Slide 10 - Tekstslide
pony
A
ponies
B
ponys
Slide 11 - Quizvraag
coach
A
coaches
B
coachs
Slide 12 - Quizvraag
Voegwoorden
Slide 13 - Tekstslide
Wat zijn
conjunctions
?
Slide 14 - Tekstslide
Conjunctions
Voegwoorden
zijn heel belangrijk voor de structuur van zinnen. Ze leggen verband tussen de verschillende delen in een zin.
Belangrijk bij Leesvaardigheid!
I love playing tennis,
but
I can’t today.
Wat er staat wordt duidelijker dankzij voegwoorden.
Slide 15 - Tekstslide
Voegwoorden
Welke voegwoorden moet je leren?
Slide 16 - Tekstslide
Voegwoord:
Gebruik:
Voorbeeld:
and
=
en
opsomming
I bought a tshirt, shoes
and
jeans.
because
= omdat
reden
I wasn't at school
because
I was ill
or
=
of
keuze
I go fishing
or
swimming.
so
=
dus
gevolg
I am tired
so
I am going to bed.
but
=
maar
tegenstelling
I like sports
but
I don't like football.
Slide 17 - Tekstslide
BUT
The building is big but ugly.
A
wanneer
B
als
C
maar
D
dan
Slide 18 - Quizvraag
SINCE
I won't go to the concert since the tickets are too expensive.
A
wanneer
B
als
C
omdat
D
dan
Slide 19 - Quizvraag
I can't sleep ____ of the heavy rain.
Slide 20 - Open vraag
I'd like to go swimming ___ I am afraid.
Slide 21 - Open vraag
Homework
Monday: Paragraaf 2.4 Opdracht 1 t/m 13
Slide 22 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Paragraaf 2.4 Part 3
September 2024
- Les met
27 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Paragraaf 2.4 Part 2
September 2024
- Les met
24 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Unit 2 - Lesson 4
Februari 2023
- Les met
16 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Paragraaf 1.2 Part 2
Augustus 2023
- Les met
26 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Unit 2 - Lesson 4
Januari 2022
- Les met
17 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Lesson 4
September 2024
- Les met
16 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Unit 2 - Lesson 4
Januari 2022
- Les met
17 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Unit 2 - Lesson 4
Januari 2021
- Les met
17 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3