Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
SO Woordenschat H3-H4
SO Woordenschat H3-H4
* Figuurlijk taalgebruik
* Woorden met meerdere betekennissen
Woordenlijsten H3 en H4
1 / 10
volgende
Slide 1:
Tekstslide
In deze les zitten
10 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslide
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
SO Woordenschat H3-H4
* Figuurlijk taalgebruik
* Woorden met meerdere betekennissen
Woordenlijsten H3 en H4
Slide 1 - Tekstslide
Vanzelfsprekend
Bepalen
Verklaart
Amper
Alternatief
Natuurlijk
Legt uit
Vaststellen, beslissen, te weten te komen
Nauwelijks, bijna niet
Andere mogelijkheid
Slide 2 - Sleepvraag
Wat betekent:
Niet iedereen vindt dezelfde dingen mooi.
A
De smaak te pakken krijgen.
B
Smaken verschillen.
C
Meer smaken zijn er niet.
D
In de smaak vallen.
Slide 3 - Quizvraag
Wat betekent:
Dat smaakt nergens naar, daar is niets aan.
A
Over smaakt valt niet te twisten.
B
De smaak te pakken krijgen.
C
In de smaak vallen.
D
Daar zit kraak nog smaak aan.
Slide 4 - Quizvraag
Wat is de figuurlijke betekenis van:
tegen het lijf lopen.
A
Botsen
B
Iemand ontmoeten.
Slide 5 - Quizvraag
Wat is de figuurlijke betekenis van:
in de wolken zijn
A
Heel blij zijn.
B
Tussen de wolken vliegen.
Slide 6 - Quizvraag
Resteert
Inzien
Verontreinigd
Gecompliceerd
Doorsnee
Overblijft
Vervuild, smerig
Begrijpen
Moeilijk, ingewikkeld
Gewone, gemiddelde
Slide 7 - Sleepvraag
Welk spreekwoord betekent hetzelfde als:
Uit een ander vaatje tappen.
A
Iets over een andere boeg gooien.
B
Iemand het gras voor de voeten wegmaaien.
C
Iemand ergens voor laten opdraaien.
D
Iemand de woorden uit de mond halen.
Slide 8 - Quizvraag
Welk spreekwoord betekent hetzelfde als:
Iemand iets in de schoenen schuiven.
A
Iemand het gras voor de voeten wegmaaien.
B
Iemand ergens voor laten opdraaien.
C
Iemand de woorden uit de mond halen.
D
Iemand ergens voor laten opdraaien.
Slide 9 - Quizvraag
Wij steunen het goede doel door het organiseren van een sponsorloop.
Maak een zin van minstens 7 woorden waarin steunen een andere betekenis heeft.
Slide 10 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
AR1- Woordenschat H6
Mei 2020
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
gymnasium H 4 Woordenschat
Mei 2021
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Woordenschat periode 2 lj3
Januari 2024
- Les met
52 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Woordenschat h1 tm 3 Nieuw Nederlands 6e editie
Januari 2023
- Les met
31 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Woordenschat H6: spreekwoorden en uitdrukkingen
April 2023
- Les met
42 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Woordenschat h1 tm 6 Nieuw Nederlands
Oktober 2024
- Les met
34 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
H3 herhaling Spreekwoorden en gezegdes
April 2022
- Les met
27 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g
Leerjaar 1
H3 - week 21 - Woordenschat H5 - Les 2
Mei 2021
- Les met
10 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1,2