In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Starttaal Vooraf Thema 4 Wonen
hoofdstuk 2 Lezen (vanaf blz 234)
Slide 1 - Tekstslide
Wat ga je doen?
* laptop pakken en laten scannen * inloggen laptop op lessonup.app en de code
* pak een pen of potlood
* wacht tot iedereen is ingelogd
* let op: maximaal 2 personen aan 1 tafel!
timer
5:00
Slide 2 - Tekstslide
Wat ga je leren
* dat geconcentreerd lezen belangrijk is * hoe je kan omgaan met lastige tekstdelen
* een tekst navertellen in je eigen woorden
Slide 3 - Tekstslide
Start opdracht 1a
Waardoor raak jij afgeleid?
Slide 4 - Woordweb
Start
opdracht 1b en 1c
Wat doe jij om je beter te kunnen concentreren?
Slide 5 - Woordweb
studiemeter.uitgeverij-deviant.nl
Slide 6 - Link
opdracht 2
We lezen de tekst samen. Welke woorden zijn voor jou onbekend? Zet daar een streep onder.
Björn leest de tekst Hoe zijn straatnamen bedacht? Dit gaat goed, totdat hij bij de geelgekleurde zinnen in de tekst aankomt. Deze zinnen begrijpt hij namelijk niet. Jij gaat Björn helpen erachter te komen wat deze zinnen betekenen.
Slide 7 - Tekstslide
(typ elk woord/zinsdeel in een apart blokje)
Welke woorden heb je onderstreept?
Slide 8 - Woordweb
Omgaan met lastige tekstdelen
Stappenplan:
1. lees het stukje opnieuw en lees nog een stukje verder
2. kijk of er een afbeelding bij de tekst staat
3. kom je er zelf niet uit? vraag een ander om hulp
Slide 9 - Tekstslide
Maak opdracht 2c en 2d
Kruis bij je antwoord aan A of B én schrijf erbij waarom
je dat antwoord hebt gekozen.
timer
2:00
Slide 10 - Tekstslide
Uitleg 2 blz 238
Opdracht 3a: samen lezen + markeer de belangrijke woorden.
Opdracht 3c en 3d en 3e maken we samen.
Opdracht 4a: samen lezen + markeerde belangrijkste woorden. Lees de tekst nóg eens door.
Maak opdracht 4b.
timer
4:00
Slide 11 - Tekstslide
Opdracht 4b
Opdracht 4c, 4d, 4e en 4f met je buur maken.
Slide 12 - Tekstslide
Opdracht 5
We maken samen opdracht 5a
We lezen samen de tekst (opdracht 5b). Markeer alle belangrijke woorden.
Maak zelfstandig of met je buur opdracht 5c, 5d, 5e, 5f, 5g en 5h