3.3 Het hart

Vandaag
Terugblik vorige week: 3.2 Bloedsomloop
3.3 Het hart
3.4 Uitscheiding
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Vandaag
Terugblik vorige week: 3.2 Bloedsomloop
3.3 Het hart
3.4 Uitscheiding

Slide 1 - Tekstslide

Zuurstofrijk bloed is helderrood, zuurstofarm bloed is donkerrood

Slide 2 - Tekstslide

Mensen hebben een open dubbele bloedsomloop
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quizvraag

Slagaders hebben in de regel de naam van het orgaan waar ze naartoe gaan.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Alle slagaders in je lichaam vervoeren zuurstofrijk bloed
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Aders hebben een ... laag spierweefsel als slagaders
A
Even grote
B
Dikkere
C
Dunnere

Slide 6 - Quizvraag

Haarvaten hebben een wand van ... cellagen dik
A
1
B
2
C
3-5
D
7-10

Slide 7 - Quizvraag

3.3 Het hart

Slide 8 - Tekstslide

De bouw van het hart

Slide 9 - Tekstslide

Kransslagaders en kransaders
- Lopen over het hart heen
- Voorzien het hart van bloed
- De kransslagaders takken van de aorta af
- De kransaders monden uit in de rechterboezem

Slide 10 - Tekstslide

Bovenste holle ader
- Het zuurstofarme bloed uit je hoofd en armen komt via de bovenste holle ader je hart binnen
- De bovenste holle ader mondt uit in de rechterboezem

Slide 11 - Tekstslide

Onderste holle ader
- Al het zuurstofarme bloed van de romp en benen komt via de onderste holle ader het hart in
- De onderste holle ader mondt uit in de rechterboezem

Slide 12 - Tekstslide

DUS:
Al het zuurstofarme bloed komt je hart binnen in de rechterboezem
- Maar hoe nu verder??

Slide 13 - Tekstslide

Hét grote bloedsomloop stappenplan
1) Zuurstofarm bloed (vanuit de onderste en bovenste holle ader en kransaders) komt de rechterboezem binnen
2) Vanuit de rechterboezem stroomt het de rechterkamer binnen
3) De rechterkamer pompt het via de longslagader naar de longen
4) Het nu zuurstofrijke bloed komt de linkerboezem binnen
5) Vanuit de linkerboezem stroomt het de linkerkamer binnen
6) De linkerkamer pompt het bloed via de aorta richting je hele lichaam
7) Zuurstofarm bloed komt de rechterboezem binnen, etc.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

De hartkleppen
- De boezems en kamers zijn van elkaar gescheiden door hartkleppen
- De hartkleppen voorkomen dat het bloed terugstroomt naar de boezems

Slide 16 - Tekstslide

Halvemaanvormig kleppen
- Zitten aan het begin van de longslagader en de aorta
- Voorkomen dat het bloed terugstroomt 
de kamers in

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

De werking van het hart
- Het hart is een holle spier
- Het hart werkt als een pomp
- De hartspier van een volwassene trekt zich gemiddeld 70 keer per minuut samen = een hartslag van 70
- De hartslag kun je horen doordat het dichtslaan van de kleppen geluid veroorzaakt
- Een hartslag bestaat uit 3 fasen

Slide 19 - Tekstslide

De drie fasen van een hartslag
1) De boezems trekken samen. Beide boezems trekken tegelijk samen. Het bloed stroomt hierdoor de kamers in. Hartkleppen open, halvemaanvormige kleppen dicht 
2) Als de kamers zijn volgestroomd, trekken de kamers samen. Beide kamers trekken tegelijk samen. Het bloed wordt de aorta en longslagader in gepompt. Hartkleppen dicht, halvemaanvormige kleppen open
3) De hartpauze: boezems en kamers zijn ontspannen. Het bloed stroomt de boezems in (en al deels de kamers in). Hartkleppen open, halvemaanvormige kleppen dicht

Slide 20 - Tekstslide

1) Samentrekken boezems
2) Samentrekken kamers
3) Hartpauze

Daarom klinkt een hartslag ook als:
d-d-pauze

Slide 21 - Tekstslide

Huiswerk:
Maken opgaven 1 t/m 3, 6, 8 en 9 (blz. 198-203)

Slide 22 - Tekstslide

3.4 Uitscheiding

Slide 23 - Tekstslide

Nieren en Urinewegen
- Nieren liggen in de buikholte
- Nierslagaders brengen zuurstofrijk bloed met afvalstoffen van veel organen
- Nieren zuiveren het bloed
- Via nieraders verlaat het gezuiverde bloed de nieren

Slide 24 - Tekstslide

De nieren
- Een nier bestaat uit nierschors, niermerg en nierbekken
- Nierschors en niermerg: verwijderen afvalstoffen, overtollig water, overtollige zouten en schadelijke stoffen uit het bloed: de urine
- De urine wordt in de nierbekkens
verzameld

Slide 25 - Tekstslide

- De urine is verzameld in de nierbekkens
- Via de urineleiders wordt de urine afgevoerd naar de urineblaas
- In de urineblaas wordt urine tijdelijk opgeslagen
- Via de urinebuis verlaat de urine je lichaam

Slide 26 - Tekstslide

Huiswerk
Maken opgaven 1 t/m 3, 6, 8 en 9 (blz. 198-203)
Maken opgaven 1 t/m 3, 5 en 7 (blz. 207-209)

Slide 27 - Tekstslide

3.2 Bloedsomloop
De weg die het bloed door het lichaam aflegt

Slide 28 - Tekstslide

Bloedvaten
- Slagaders: hier stroomt het bloed met kracht doorheen van het hart weg

- Haarvaten: de kleinste bloedvaten in je lichaam

- Aders: hierdoor stroomt het bloed terug naar het hart

Slide 29 - Tekstslide

Dubbele gesloten
bloedsomloop

- Kleine bloedsomloop: zuurstof wordt 
   opgenomen en CO2 afgegeven

- Grote bloedsomloop: zuurstof en
   voedingstoffen naar de cellen, CO2 en
   afvalstoffen opnemen in het bloed

Slide 30 - Tekstslide

Bloedvaten
- Slagaders: hier stroomt het bloed met kracht doorheen van het hart weg

- Haarvaten: de kleinste bloedvaten in je lichaam

- Aders: hierdoor stroomt het bloed terug naar het hart

Slide 31 - Tekstslide

Slagaders
- Hebben altijd de naam van het orgaan waar ze naartoe lopen!
   Uitzondering: de lichaamsslagader/aorta

- Vervoeren altijd zuurstofrijk bloed; er is 1 uitzondering, welke?

Slide 32 - Tekstslide

Slagaders
- Bloeddruk op de wand is hoog

- De wanden zijn daarom dik, gespierd en elastisch

- Als het hart bloed in de slagaders perst, zetten de slagaders uit. Daarna veren ze weer terug.

- Meestal dieper in het lichaam, maar in de pols vlak onder de huid (polsslag)

Slide 33 - Tekstslide

Haarvaten
- Kleinste bloedvaten

- Bloeddruk is sterk afgenomen

- Hele dunne wand (maar 1 cellaag dik)
- Hierdoor kan vocht met zuurstof en voedingsstoffen de haarvaten verlaten naar de cellen toe; en afvalstoffen en koolstofdioxide opnemen

Slide 34 - Tekstslide

Aders
- Heeft de naam van het orgaan waar het vandaan komt
- 3 uitzonderingen: onderste holle ader, bovenste holle ader en de poortader

- Bloeddruk is laag
- De wanden zijn dunner en minder elastisch dan bij slagaders

- In aders is geen hartslag voelbaar

- Aders liggen minder diep in het lichaam

Slide 35 - Tekstslide

Aders
- Het hart zuigt het bloed uit de aders terug

- Maar zwaartekracht? Geen probleem

Slide 36 - Tekstslide

Slagader vs. ader

Slide 37 - Tekstslide

Huiswerk
Maken opgaven 1 t/m 4, 6 t/m 9 (blz. 188-193)

Slide 38 - Tekstslide