THA 1 /2 Lidwoorden ein / eine

Guten Tag!
devices bitte! 
 -> Wat zijn lidwoorden?
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo k, t, havo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Guten Tag!
devices bitte! 
 -> Wat zijn lidwoorden?

Slide 1 - Tekstslide

de lidwoorden- die Artikel
-Aan het eind van de les kan je het juiste lidwoord bij het juiste geslacht plaatsen.
-weet je hoe je het geslacht van een woord kan herkennen

Slide 2 - Tekstslide

Welke lidwoorden hebben we in het Nederlands?

Slide 3 - Open vraag

Ken je al lidwoorden in het Duits?
Vul ze maar in...

Slide 4 - Open vraag

lidwoorden
Een lidwoord hoort bijna altijd bij een zelfstandig naamwoord.  
(dieren, dingen, namen, plaatsen)

de tafel
de vrouw
het huis

Slide 5 - Tekstslide

lidwoorden veranderen 
In het Duits veranderen de lidwoorden naar het geslacht van het woord.

der Mann - ein Mann
die Frau - eine Frau

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Hoe vertaal je "een" in het Duits?

Slide 8 - Open vraag

dus...also
der Mann - ein Mann
die Frau - eine Frau
das Brot - ein Brot (o)
die Eltern - (k)eine Eltern (mv)
Tip:
zelfst. nw die eindigen op een -e zijn altijd vrouwelijk -> die-eine
"het" woorden in het NL is altijd een das woord in het Duits

Slide 9 - Tekstslide

Ich kaufe ... Blume (v).
A
ein
B
eine
C
einen
D
kein

Slide 10 - Quizvraag

... Hund (m) nimmt mein Eis.
A
eine
B
einen
C
ein
D
keinen

Slide 11 - Quizvraag

Hast du ... Blatt (o) Papier für mich?
A
ein
B
eine
C
einen
D
keine

Slide 12 - Quizvraag

Ich habe leider k..... Auto (o).
A
kein
B
keine
C
keinen
D
keinem

Slide 13 - Quizvraag

Er hat k.... Schuhe (mv) mehr.
A
kein
B
keinen
C
keine
D
keinem

Slide 14 - Quizvraag

dus: mannelijke woorden hebben de lidwoorden
A
der / eine
B
das / ein
C
der / ein
D
das / eine

Slide 15 - Quizvraag

dus: vrouwelijke woorden hebben de lidwoorden:
A
das / eine
B
die / ein
C
der / ein
D
die / eine

Slide 16 - Quizvraag

dus: onzijdige woorden hebben de lidwoorden:
A
die / eine
B
das / ein
C
der / ein
D
das / eine

Slide 17 - Quizvraag

dus: meervoud heeft de lidwoorden:
A
die / keine
B
die / kein
C
die / eine

Slide 18 - Quizvraag

Evaluatie
Je weet nu dat er verschillende lidwoorden zijn:
m:   der Mann - ein Mann
v:   die Frau - eine Frau
o:   das Kind - ein Kind
mv:  die Menschen - keine Menschen

Slide 19 - Tekstslide