ZELFSTANDIG WERKEN 3H MARTES 22-10-24

ZELFSTANDIG WERKEN
ABRE LA CLASE DE LESSONUP Y TRABAJA EN LAS DIAPOSITIVAS.
MAAK ALLE OPDRACHTEN AF.

¿LISTO? PRACTICA EN QUIZLET DE WOORDENLIJST: 
PA2 H1 SELECCIÓN DE VOCABULARIO 


1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

ZELFSTANDIG WERKEN
ABRE LA CLASE DE LESSONUP Y TRABAJA EN LAS DIAPOSITIVAS.
MAAK ALLE OPDRACHTEN AF.

¿LISTO? PRACTICA EN QUIZLET DE WOORDENLIJST: 
PA2 H1 SELECCIÓN DE VOCABULARIO 


Slide 1 - Tekstslide

LESDOELEN


Je kunt de voltooid tegenwoordige tijd in het Spaans correct vormen en gebruiken.
SUCCESCRITERIA

Je kunt de uitdrukking 'ik heb het heel leuk gehad' correct gebruiken in een gesprek of tekst.

Je kunt de regelmatige werkwoorden in de Pretérito Perfecto correct vervoegen.

Je kunt minimaal 3 onregelmatige voltooid deelwoorden correct herkennen en gebruiken

Slide 2 - Tekstslide

EL PRETÉRITO PERFECTO
LEE EN LAS DIAPOSITIVAS (DIA'S) HOE DE PRESETNE PERFECTO WERKT IN HET SPAANS.

MAAK AANTEKENING HIERVAN OP JE SCHRIFT.

Slide 3 - Tekstslide

El pretérito perfecto.
Welke hulpwerkwoorden voor de voltooide tijd ken je in het Nederlands?
haber
(yo)
(tú) 
(él/ella/ud) 
(nosotros) 
(vosotros) 
(ellos/ellas/uds.) 
hebben, zijn
voltooid deelwoord
hablar --> hablado
comer --> comido
vivir --> vivido
he
has
ha
hemos
habéis
han

Slide 4 - Tekstslide

  • Tussen de vorm van haber en het voltooid deelwoord mag niets komen te staan!
  • Persoonlijke voornaamwoorden staan voor de vorm van haber:
    vb: me he levantado temprano. - Ik ben vroeg opgestaan.
    vb: Lo ha comprado José. - Die heeft José gekocht. 

Slide 5 - Tekstslide

onregelmatige vormen 
abrir
descubrir
hacer
poner
ver
decir
escribir
ir
ser
volver
morir
romper
pretérito perfecto
abierto
descubierto
hecho
puesto
visto
dicho
escrito
ido
sido
vuelto
muerto
roto

Slide 6 - Tekstslide

Pretérito Perfecto

Slide 7 - Tekstslide

Vul in de volgende dia's de juiste vorm van de pretérito perfecto in. 

Slide 8 - Tekstslide

trabajar, él

Slide 9 - Open vraag

comer, nosotros

Slide 10 - Open vraag

vivir, Carmen y Pepe

Slide 11 - Open vraag

trabajar, Paco y yo

Slide 12 - Open vraag

¿entender, tú?

Slide 13 - Open vraag

estudiar, yo

Slide 14 - Open vraag

Pretérito perfecto/voltooid tegenwoordige tijd.
VIAJAR -> ELLA
A
viaja
B
ha viajado
C
viajan
D
han viajado

Slide 15 - Quizvraag

PRETÉRITO PERFECTO
Als het werkwoord eindigt op -ar, dan krijg je stam + ___
A
ido
B
ando
C
iendo
D
ado

Slide 16 - Quizvraag

Hoe zeg je "ik heb de pretérito perfecto geleerd"?
A
he aprendido el pretérito perfecto
B
Ha aprendido el pretérito perfecto
C
Has aprendido el pretérito perfecto
D
He aprendiedo el pretérito perfect

Slide 17 - Quizvraag

Welke van de volgende zijn Pretérito perfecto? Meerdere keuzes mogelijk.
A
Ayer hice mi tarea en la tarde.
B
Esta mañana he hablado con la profe
C
Recientemente he leído muchos libros
D
Yo nací en Aruba en el año 1994.

Slide 18 - Quizvraag

De pretérito perfecto:
Kies de juiste vorm van comer, yo
A
he comido
B
hemos comido
C
has comido
D
habéis comido

Slide 19 - Quizvraag

PRETÉRITO PERFECTO
Als het werkwoord eindigt op -er of -ir, dan krijg je stam + ____
A
ido
B
ando
C
iendo
D
ado

Slide 20 - Quizvraag

De pretérito perfecto:
Kies de juiste vorm van vivir, ellos
A
viven
B
han vividos
C
ha vivido
D
han vivido

Slide 21 - Quizvraag

El pretérito perfecto: Estudiar (ellas)
A
Ha estudio
B
Han estudiado
C
Hemos estudiar
D
Habéis estudiado

Slide 22 - Quizvraag

Pretérito perfecto: Viajar (ella)
A
viaja
B
ha viajado
C
ha viajada
D
han viajado

Slide 23 - Quizvraag

Wat is ook alweer de Préterito Perfecto?
A
Toekomst
B
Voltooid deelwoord
C
Verleden tijd
D
Tegenwoordige tijd

Slide 24 - Quizvraag

Het hulpwerkwoord bij de pretérito perfecto is:
A
Tener
B
Querer
C
Haber
D
Saber

Slide 25 - Quizvraag

De pretérito perfecto:
Kies de juiste vorm van hablar, ella
A
he hablado
B
ha hablar
C
ha hablado
D
habla

Slide 26 - Quizvraag

Juiste vorm van pretérito perfecto van werken: "je hebt gewerkt"
A
hemos trabajada
B
ha trabajado
C
he trabajado
D
has trabajado

Slide 27 - Quizvraag

El pretérito perfecto van "comer" - ze heeft gegeten"
A
ella he comido
B
el ha comido
C
ella has comido
D
ella ha comido

Slide 28 - Quizvraag

Welk signaalwoord hoort niet bij de pretérito perfecto
A
esta mañana
B
ayer
C
este mes
D
hoy

Slide 29 - Quizvraag

abrir, Paco y yo

Slide 30 - Open vraag

escribir, yo

Slide 31 - Open vraag

decir, la profesora

Slide 32 - Open vraag

LESDOELEN


Je kunt de voltooid tegenwoordige tijd in het Spaans correct vormen en gebruiken.
SUCCESCRITERIA

Je kunt de uitdrukking 'ik heb het heel leuk gehad' correct gebruiken in een gesprek of tekst.

Je kunt de regelmatige werkwoorden in de Pretérito Perfecto correct vervoegen.

Je kunt minimaal 3 onregelmatige voltooid deelwoorden correct herkennen en gebruiken

Slide 34 - Tekstslide