5.3 Ben jij actief op de arbeidsmarkt?

• Economie
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 3

Economie

5.3 Ben jij actief op de arbeidsmarkt?

Terugblik!

Vandaag..

• Terugblik            ->     10 minuten
• Uitleg 5.3           -> 10 minuten

• Opdrachten      ->     15 minuten

Bij welke productiesector hoort het onderwijs?

1. primaire sector
2. secundaire sector
3. tertiaire sector
4. quartaire sector

Welke van de productiesectoren zie je op de achtergrond?

1. primaire sector
2. secundaire sector
3. tertiaire sector
4. quartaire sector

Hoe noem je de redenen om te werken?

1. Arbeidsmotieven
2. Arbeidsovereenkomst
3. Arbeidstijdwet
4. Arbeidsmarkt

De boer behoord tot de productieSECTOR:

1. Primaire sector
2. Secundaire sector
3. Tertiaire sector
4. Quartaire sector

Leerdoelen

• Je kunt uitleggen wat arbeidsmarkt en werkgelegenheid is.
• Je kunt uitleggen wanneer je tot de beroepsbevolking behoort.
• Je kunt uitleggen waar de Algemene wet gelijke behandeling over gaat.
• Je kunt uitleggen wat arbeidsparticipatie is.

Arbeidsmarkt

Het geheel van aanbod van arbeid en vraag naar arbeid.

Aanbod van arbeid

Mensen bieden zich aan om te werken

Vraag naar arbeid

Werkgelegenheid

alle banen bij bedrijven en de overheid.

Aanbod van arbeid

Het aanbod komt van de beroepsbevolking

Iedereen van 15 tot de pensioenleeftijd.

Die werkt of werk zoekt.

Algemene wet gelijke behandeling

Deze wet verbiedt onderscheid op basis van:

- geslacht

- religie

- leeftijd

-afkomst

Aan de slag!

• Wat:       5.3 vraag 1 t/m 8 maken
• Hoe:      Zelfstandig & Stil
• Hulp:     Vraag aan de docent!
• Tijd:       20 minuten
  
• Klaar?   Maak de samenvatting van 5.1 en 5.2!

Wat heb je deze les geleerd?

Wat is de arbeidsmarkt?

1. Het aanbod van werk
2. De vraag naar arbeid
3. Het aanbod van arbeid en de vraag naar arbeid

Er is vraag naar arbeid op de arbeidsmarkt.
Wie zijn de vragers op de arbeidsmarkt?

1. Bedrijven en Overheid
2. Werklozen
3. Werkende
4. Geen van alle

Wie zijn de aanbieders op de arbeidsmarkt?

1. De beroepsbevolking
2. De consumenten
3. De producenten
4. De bedrijven en de overheid

Werkgelegenheid is...

1. alle banen die nog vrij zijn
2. Alle banen die al bezet zijn
3. Alle banen die vrij zijn + alle banen die al bezet zijn
4. Alle mensen die willen werken

Arbeidsparticipatie is

1. Het percentage van de mensen die werkt
2. Het aandeel die mensen hebben in bedrijven
3. De hoeveelheid mensen die vrijwilligerswerk doen
4. Het percentage dat tot de beroepsbevolking behoort

Huiswerk..

5.3 vraag 1 t/m 7

afhebben!