Extras

black eye

stitches

x-ray

runny nose

waiting room

crutches

D

black eye

toothache

feel dizzy

feel miserable

have the flu

have a fever

sore throat

headache

runny nose

have a cold

blauw oog

kiespijn

duizelig zijn

ellendig voelen

griep hebben

koorts hebben

keelpijn

hoofdpijn

loopneus

verkouden zijn

Present simple or present continuous?

Present simple

Present continuous

am / is / are + werkwoord + ing

hele werkwoord of hele werkwoord + (e)s

Vragen maak je bijna altijd met Do of Does

Vragen maak je altijd met Am, Is of Are 

don't of doesn't + hele ww

shitregel

Soms verdubbelt de medeklinker. Bijvoorbeeld: 

I am stopping the car.

A. Theme Words  p. 22

Theme words 

Ex. 1-2 p. 22-23

Schrijf de woorden in het Nederlands

Welcome to Vakflex English class! :)

Past simple

Als in het verleden iets gebeurt, gebruik je de past simple 

The past simple eindigt vaak op -ed. 

Bevestigend	Ontkennend	Vragend
I played You played He/she/it played We played They played You played	I did not play You did not play He/she/it did not play We did not play They did not play You did not play	Did I play? Did you play? Did he/she/it play? Did we play? Did they play? Did you play?

Past Simple
Wanneer gebruik je de Past Simple?

1. Wanneer iets altijd, nooit of regelmatig gebeurt.
2. Wanneer iets nu bezig of aan de gang is.
3. Wanneer iets in het verleden is gebeurd.
4. Wanneer iets in het verleden is begonnen en nu nog bezig is.

Past Simple:

Wat is de regel van de past simple?

1. hele ww+ - ed
2. I,you,we, they - hele ww she,he,it - hele ww+s
3. am/is/are + ww+ing

Past simple tense 

Toetsen - 1hv/1th/1ve

• Hoofdstuktoetsen - na elke hoofdstuk   ( 1e Periode: BtG/Hoofdstuk 1/Hoofdstuk 2)
• Vaardigheidstoetsen - Luisteren&Lezentoets 

1e periode	3 hoofdstuktoetsen + 1 Vaardigheidstoets
2e periode	2 hoofdstuktoetsen + 1 Vaardigheidstoets
3e periode	2 hoofdstuktoetsen + 1 Vaardigheidstoets

Toetsen - 2bk/2kt

• Hoofdstuktoetsen - na elke hoofdstuk   ( 1e Period: BtG/Hoofdstuk 1/Hoofdstuk 2)
• Vaardigheidstoetsen - Luisterentoets en Lezentoets 
• Irregular verbs (Onregelmatige werkworden)- 3 keer per period 
• Taaldorp - Spreekvaardigheid 

1e periode	3 hoofdstuktoetsen + 1 Luisterentoets + 1 Lezentoets
2e periode	2 hoofdstuktoetsen + 1 Luisterentoets + 1 Lezentoets + Taaldorp
3e periode	2 hoofdstuktoetsen + 1 Luisterentoets + 1 Lezentoets

Irregular verbs test 

1e periode (2 keer)	Test 1 - 10 % Test 2- 30 % Test 3- 60 %	Test 1 - 1-15 ww Test 2- 1-30 ww Test 3- 1-43 ww
2e periode (3 keer)	Test 1 - 10 % Test 2- 30 % Test 3- 60 %
3e periode (4 keer)	Test 1

A. Words p. 14

Theme words 

Ex. 1-2 p. 14-15

Stone p. 15

Talking about people

C. Grammar

Ex. 4b p. 20

A. Words p. 18

Theme words 

Ex. 1-2 p. 18-19

Schrijf de woorden in het Nederlands

Stone p. 19

Doing chores

Grammar p. 20

Ex. b 

Check your answers!

1. Do
2. Do
3. Do
4. Does
5. Does
6. Does
7. Do
8. Does 

Stones

You now get time to study stone (page 23)

WORK WITH A CLASSMATE. INTERVIEW EACH OTHER ABOUT YOUR HOBBIES! 

A. Theme Words  p. 26

Theme words 

Ex. 1-2 p. 26

Schrijf de woorden in het Nederlands

Stones

You now get time to study stone (page 27)

WORK WITH A CLASSMATE. Talk about what you like and don't like!

Now, please do the exercise 4b - page 28!

to hit the beach

to hike

to rent a bike

to sunbathe

to take a picture

to go backpacking

to be homesick

to go camping