1. De titel
2. De inleiding
> Beschrijf waar jouw verslag over gaat.
3. De kern.
> Alinea 1: De feiten over het schilderij (Hoe heet het? Welke materialen heeft de schilder gebruikt? Wanneer is het gemaakt en door wie? Wanneer leefde de schilder?
> Alinea 2: Jouw eigen mening (Wat zie je in het schilderij? Wat valt je op? Wat vind je mooi? Wat vind je niet mooi? Wat zijn jouw argumenten daarbij?)
4. Het slot
> Geef advies: waar kun je het schilderij zien? Vind je het de moeite waard om te gaan kijken?