Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
H 4.2 Een goed idee?
H4: Hoe ondernemend ben jij?
1 / 27
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
In deze les zitten
27 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
2 videos
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
H4: Hoe ondernemend ben jij?
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
H 4.2: Een goed idee?
Terugblik paragraaf 4.1;
Lesdoelen par. 4.2;
Uitleg;
Maken + bespreken opdrachten;
Huiswerk volgende les;
Reflectie.
Slide 3 - Tekstslide
Bij deze rechtsvorm is er een eigenaar
A
Eenmanszaak
B
VOF
C
BV
D
NV
Slide 4 - Quizvraag
Een besloten vennootschap heeft de volgende kenmerken qua belastingregime en rechtsvorm:
A
inkomstenbelasting, is een rechtspersoon
B
vennootschapsbelasting, is een natuurlijk persoon
C
vennootschapsbelasting, is een rechtspersoon
D
inkomstenbelasting, is een natuurlijk persoon
Slide 5 - Quizvraag
Bij deze rechtsvormen ben je PRIVE aansprakelijk
A
VOF en BV
B
Eenmanszaak en VOF
C
Eenmanszaak en NV
D
BV en NV en VOF
Slide 6 - Quizvraag
Welke rechtsvormen hebben geen winstoogmerk?
A
Eenmanszaak en VOF
B
BV en NV
C
Instellingen: Stichtingen en Verenigingen
Slide 7 - Quizvraag
Bedrijven waarvan de aandelen beursgenoteerd zijn, hebben altijd de rechtsvorm
A
eenmanszaak
B
vof
C
bv
D
nv
Slide 8 - Quizvraag
Welke rechtsvorm is een rechtspersoon
A
VOF
B
Eenmanszaak
C
BV
D
ZZP
Slide 9 - Quizvraag
Aandelen zijn vrij verhandelbaar
A
Eenmanszaak
B
vof
C
BV
D
NV
Slide 10 - Quizvraag
Iedere vennoot is aansprakelijk
A
Eenmanszaak
B
vof
C
BV
D
NV
Slide 11 - Quizvraag
Aandelen op naam hoort bij:
A
Eenmanszaak
B
vof
C
BV
D
NV
Slide 12 - Quizvraag
Welk bedrijfsvorm betaald omzetbelasting (BTW)?
Er zijn meer mogelijkheden.
A
Eenmanszaak
B
vof
C
BV
D
NV
Slide 13 - Quizvraag
Wat is het doel van een niet-commercieel bedrijf
A
Streven naar winst
B
Werkgevers
C
Werknemers
D
Streven niet naar winst
Slide 14 - Quizvraag
Leerdoelen voor 4.2:
> Je kunt uitleggen wat een ondernemingsplan is;
> Je kunt de belangrijke onderdelen uit het ondernemingsplan beschrijven;
> Je kunt uitleggen wat marktonderzoek is en soorten benoemen
> Je kunt uitleggen dat een ondernemingsplan financieel haalbaar moet zijn.
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Video
Wat is een ondernemingsplan?
Een plan waarin je beschrijft wat het doel en de verwachtingen van je onderneming zijn en hoe je het organisatorisch en financieel gaat aanpakken.
Niet verplicht, wel vereist?
Slide 17 - Tekstslide
Uit welke onderdelen bestaat het ondernemingsplan?
* Persoonlijk plan en bedrijfsidee
* Marketingplan (inclusief marktonderzoek)
* Financieel plan
Slide 18 - Tekstslide
Marktonderzoek
In beeld brengen van de markt voor jouw product /dienst.
Dit doe je door te onderzoeken wie je klanten zijn en wie je concurrenten zijn?
Deskresearch
: informatie die al beschikbaar is (internet, vakbladen, gemeente enz.)
Fieldresearch
: zelf op zoek naar nieuwe info (observeren,
enquête enz.
)
Slide 19 - Tekstslide
Financieel plan
Wat staat er in een financieel plan:
investeringsbegroting
--- wat heb je nodig aan bezittingen en hoe duur is dat?
financieringsbegroting
-- hoe ga je het betalen (eigen geld of een lening)
exploitatiebegroting
----- wat zijn je verwachte opbrengsten en kosten
liquiditeitsbegroting
----- wat zijn de inkomsten en uitgaven
Met een financieel plan kan je zien of je bedrijfsidee haalbaar is
Slide 20 - Tekstslide
Reflectie: Zijn de lesdoelen behaald?
Je kunt uitleggen wat een ondernemingsplan is;
Je kunt de belangrijke onderdelen uit het ondernemingsplan beschrijven;
Je kunt uitleggen wat marktonderzoek is;
Je kunt uitleggen dat een ondernemingsplan financieel haalbaar moet zijn.
Probeer de volgende vragen te beantwoorden zonder het boek te gebruiken.
Slide 21 - Tekstslide
Op deze begroting maak je een inschatting van hoeveel geld je nodig hebt voor je bedrijf
A
financieringsplan
B
Investeringsbegroting
C
Resultatenbegroting
D
vreemd vermogen
Slide 22 - Quizvraag
In welk financieel plan staan de verwachte kosten van machines die vervangen moeten gaan worden?
A
Exploitatiebegroting
B
Investeringsbegroting
Slide 23 - Quizvraag
Stelling I : een investeringsbegroting geeft aan hoeveel geld je nodig hebt voor bedrijfsmiddelen om te starten.
Stelling II : een financieringsbegroting geeft aan hoe de investeringen betaald gaan worden.
A
Stelling I is juist Stelling II is onjuist
B
Stelling I is onjuist Stelling II is juist
C
Stelling I en II zijn juist
D
Stelling I en II zijn onjuist
Slide 24 - Quizvraag
Om een eigen bedrijf te kunnen starten heb je spullen nodig.
Je maakt een .......begroting
A
investeringsbegroting
B
resultatenbegroting
C
financieringsbegroting
D
huishoudbegroting
Slide 25 - Quizvraag
In welke begroting vind je de verwachte inkomsten en uitgaven?
A
Investeringsbegroting
B
Financieringsbegroting
C
Exploitatiebegroting
D
Liquiditeitsbegroting
Slide 26 - Quizvraag
Wat komt niet voor op een investeringsbegroting
A
vlottende activa
B
omzet
C
aanloopkosten
D
liquide middelen
Slide 27 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
H 4.2 Een goed idee?
November 2023
- Les met
28 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
H 4.2_Een goed idee?
April 2023
- Les met
31 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
H 4.2_Een goed idee?
December 2022
- Les met
31 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
H 4.2_Een goed idee?
Mei 2022
- Les met
30 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
H 4.2_Een goed idee?
Mei 2023
- Les met
30 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
H 4.2_Een goed idee?
Maart 2023
- Les met
31 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
H4.2 Een goed idee? (les 5)
April 2024
- Les met
26 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
economie 3HA 4.2
Oktober 2023
- Les met
15 slides
Economie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3