NGB, art. 1 - de enige God
Wij geloven allen met het hart en belijden met de mond, dat er één God is, een geheel enig en éénvoudig geestelijk wezen.
Hij is eeuwig, niet te doorgronden, onzienlijk, onveranderlijk, oneindig, almachtig.
Hij is volkomen wijs, rechtvaardig en goed, en een zeer overvloedige bron van al het goede.