Spelling H5: Hoofdletters en aanhalingstekens

Welkom klas 2 havo
Volg het stappenplan voor een goede start van de les.
Stap 1: Doe de telefoon in de telefoontas.
Stap 2: Pak je Chromebook, schrift, boek Nederlands en leesboek
Stap 3: Log in in LessonUp met je eigen naam.
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom klas 2 havo
Volg het stappenplan voor een goede start van de les.
Stap 1: Doe de telefoon in de telefoontas.
Stap 2: Pak je Chromebook, schrift, boek Nederlands en leesboek
Stap 3: Log in in LessonUp met je eigen naam.

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen
Leerdoel 3e lesuur: Ik kan hoofdletters, leestekens en aanhalingstekens goed gebruiken.
Hoe gaan we dat bereiken?
  • Lezen
  • Verschil tussen zinnen bekijken
  • Hoofdletters leestekens en aanhalingstekens: hoe zat het ook alweer?
  • Oefening via LessonUp
  • Huiswerk: blz. 163 opdr. 1 t/m 3.
  • Controleren leerdoel

Slide 2 - Tekstslide

Lezen in je leesboek
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Verschil tussen zinnen bekijken
Maak de startopdracht op blz. 162. Wat is het betekenisverschil tussen zin a en b? Waardoor ontstaat dat verschil?

Slide 4 - Tekstslide

Antwoorden
1. Bij zin a gaat Yvonne van de berg af skiën. Bij zin b gaat Yvonne van de Berg skiën. Dan wordt het een naam.
2. Bij zin a geeft Ingeborg een hand aan de koning zelf.
bij zin b geeft Ingeborg iemand een hand die De Koning heeft als achternaam.
3. Bij zin a is de vraag of iemand het dier gezien heeft en bij b gaat het over het programma De Mol. 
Alles heeft te maken met hoofdletters. Die maken dat betekenisverschil.

Slide 5 - Tekstslide

Wanneer schrijf je een hoofdletter?

Slide 6 - Woordweb

Wanneer doe je een hoofdletter?
Namen: Sophie, de Maas, het vak Nederlands, Pasen, Kerstmis
Aan het begin van de zin: 's Avonds. Let op: na een getal (11, 3, 165) geen hoofdletter.
Bijvoeglijke naamwoorden van aardrijkskundige namen: Belgische bonbon, Franse kaas.

Slide 7 - Tekstslide

Let op
1. Als je de voorletter of de voornaam weet van een persoon, dan moeten de tussenvoegsels van een achternaam niet met een hoofdletter: Nynke van der Veen
2. Weet je voorletter of voornaam niet, dan schrijf je het eerste tussenvoegsel met een hoofdletter: Meneer De Vries.
3. Windstreken krijgen geen hoofdletter.
4. Samenstellingen van religieuze feesten krijgen geen hoofdletter.
5. Religies, stromingen en afleidingen daarvan krijgen geen hoofdletter
6. Namen van maanden, seizoenen, maanden krijgen geen hoofdletter.

Slide 8 - Tekstslide

Wanneer gebruik je aanhalingstekens?
Bij een citaat/directe rede. Let daarbij wel op de leestekens : 'Wil je de vaatwasser uitruimen?' , vroeg Iris aan haar zus.
Bij titels: Olivier raadt mij aan om 'Wonder' van R.J. Palacio te lezen.
Als je het over het woord zelf hebt en niet de betekenis: Ik vind het moeilijk om het werkwoord 'barbecueën' te spellen.
Let op: Bij de indirecte rede gebruik je geen aanhalingstekens: Mieke vroeg of ik een cadeau voor mijn vader ging kopen.

Slide 9 - Tekstslide

Gebruik de hoofdletters op de juiste manier : de film zwartboek

Slide 10 - Open vraag

Schrijf de zin op met de juiste hoofdletters, leestekens en aanhalingstekens: enig riep de opticien uit deze bril van gucci staat u geweldig

Slide 11 - Open vraag

Afspraak
Vanaf vandaag:
Begin je elke zin die je schrijft met een hoofdletter en je eindigt de zin met een punt.
Huiswerkcontrole wordt ook gecontroleerd op hoofdletters en leestekens!

Slide 12 - Tekstslide

Huiswerk
Maken: Opdracht 1 t/m 3 op blz. 163.
Klaar? Lezen in je leesboek.

Slide 13 - Tekstslide

Controleren leerdoel: Schrijf de zin over met de juiste hoofdletters en leestekens: Ik kan niet mee met de solextocht want ik heb geen brommerrijbewijs zei Elvira.

Slide 14 - Open vraag