In deze les zitten 31 slides, met tekstslides en 5 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
6.5 De Holocaust
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Hoe verliep de genocide op de Joden en wat is het belang van herdenken ervan?
Slide 2 - Tekstslide
Antisemitisme
Antisemitisme was een belangrijk onderdeel van de rassenleer van de nazi's.
Betekend letterlijk: haat tegen Joden.
Er is niet één verklaring door de geschiedenis heen voor antisemitisme.
Slide 3 - Tekstslide
4 fasen
Hierin kunnen we 4 fasen herkennen:
Discriminatie
Uitsluiting
Concentratie
Uitroeiing
Slide 4 - Tekstslide
Fase 1
Discriminatie
ofwel: pesten en vernederen
Slide 5 - Tekstslide
De dolkstootlegende
Het verlies van WO I wordt toegeschreven aan de Joden. Op de bron zie je een soldaat die vecht voor het vaderland. Achter hem staat een Joodse kok (te herkennen aan de Davidster) die een mes vast heeft. Het lijkt alsof de kok de soldaat een dolk in de rug steekt. Met de dolk wordt het verlies van WO I bedoeld.
Slide 6 - Tekstslide
De eeuwige Jood
Vertaling van tekst op bron: De Eeuwige Jood; een documentaire over het Jodendom.
Deze documentaire werd volop gedraaid tijdens het nazi regime. Er werd het beeld geschetst dat de Jood altijd slecht was. Deze mensen werden vergeleken met ratten.
Slide 7 - Tekstslide
De Jood
Vertaling van de tekst: achter de geallieerde machten staat: De Jood.
Wederom een typisch voorbeeld van antisemitsiche propaganda. De Jood wordt afgebeeld als slechterik. Daarnaast zie je dat hij door de gordijnen beschermd wordt door de geallieerde machten.
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
De Neurenberger rassenwetten
1935
Hierin werd vastgelegd dat Joden niet mochten trouwen met niet-Joden.
Joodse Duitsers verloren hun burgerrechten.
> Joden werden hierdoor uit de maatschappij geplaatst.
Slide 10 - Tekstslide
Fase 1
Pesten en vernederen
Joden moeten de straat schrobben.
Na de Anschluss werden Joodse mensen in Oostenrijk vernederd door daar de straat te moeten schrobben. Ze werden vernederd en gediscrimineerd omdat ze Joods waren.
Slide 11 - Tekstslide
Fase 1
Pesten en vernederen
Slide 12 - Tekstslide
Fase 2
Uitsluiting
ofwel: je mag niet meer meedoen
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
De Nazi's willen de Joden steeds meer uitsluiten
van het openbare leven in Duitsland
Spullen kopen in Joodse winkels?
Dat doet een échte Duitser niet!
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Kristallnacht
9-10 november 1938
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Fase 3
Concentreren
ofwel: je moet in een gesloten wijk wonen
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Video
In de ghetto's en kampen was het leven zwaar:
er was te weinig woonruimte voor de
duizenden joden die er moesten leven.
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Video
Fase 4
vernietiging
Slide 24 - Tekstslide
Uitroeiing
Holocaust= systematische vervolging en moord op joden, zigeuners, jehova's, homoseksuelen en politieke gevangenen.
Genocide= volkernmoord op een bepaalde bevolkingsgroep.
Termen: holocaust, shoah, Endlösung= ‘definitieve oplossing van het Joden vraagstuk’ (Nazi's).
Slide 25 - Tekstslide
Uitroeiing
Begin WO2 West Europa nog geen moord ook Joden. In Oost-Europa wel=> Einsatzgruppen van de SS trokken achter leger en vermoorden meer dan een miljoen joden, communisten.
Jan. 1942: Wannsee conferentie. Leiders SS. overleggen hoe ze de Joden het beste kunnen uitroeien=> hoeveel treinen, hoeveel concentratiekampen, hoe gevangenen snel te vermoorden, hoeveel mensen van waaruit gedeporteerd.
Slide 26 - Tekstslide
Concentratiekampen: Plek om gevangenen te verzamelen en op te sluiten.
In werkkampen moesten gevangenen zich doodwerken.
Doorvoerkampen zoals Westerbork en Vught. Gevangenen worden tijdelijk vastgezet om ze uiteindelijk naar andere kampen te verplaatsen.
Vernietigingskampen zoals Auschwitz, Sobibor en Treblinka. In deze werden joden enz., vergast en de lijken verbrand in crematoria.