Les 2.3.4 TRG BBL herhaling DM en oefentoets

Triage DA2V BBL
Diabetes herhaling 
oefentoets 

2023-2024

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
TriageMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Triage DA2V BBL
Diabetes herhaling 
oefentoets 

2023-2024

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we vandaag doen?
herhaling diabetes ontregeld
oefentoets 
leren voor de toets 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Diabetes (ontregeld)
Vanuit de voorbereiding vragen over dit onderwerp?
Lijkt het je makkelijk of moeilijk om hierover een telefoontje te krijgen? (waarom?) 


Slide 3 - Tekstslide

Lastig onderwerp 
We behandelen vandaag alleen de basis hierover - volgende week herhalen en verdiepen we dit!

Noteer vragen van studenten op het bord - evalueer aan het eind van de les of dit voldoende aan bod is gekomen 

Zoals je op de kaart in het boek ziet gaat het om:
Patiënten die bekend zijn met deze ziekte en een zorgvraag over een ontregeling van de glucose hebben.
Hoe zit het?
Wanneer het glucosegehalte in het bloed te hoog is noemen we dit een .......

We spreken hiervan vanaf de volgende waarde (TRG): .....? 

Welke symptomen horen hier bij? 

Slide 4 - Tekstslide

Hyperglykemie
> 15 mmol/L (bij triage houden we dit aan- het kan zijn dat je voor KT2 andere waarden moet kennen) 

Klachten zijn dorst, veel plassen, veel drinken en gewichtsverlies. Indien de glucose verder stijgt, volgen duizeligheid, misselijkheid, braken en/of buikpijn. De ademhaling wordt vaak diep en snel – lijkt op hyperventilatie – en de adem ruikt naar aceton. De patiënt raakt in coma.
Hoe zit het?
Wanneer het glucosegehalte in het bloed te laag 
is noemen we dit een ....?

We spreken hiervan vanaf de volgende waarde(TRG) ....?

Welke symptomen horen hier bij?

Slide 5 - Tekstslide

Hypoglykemie
< 3,5 mmol/L  (bij KT1) 
Zweten, beven, nerveus, honger, misselijk, duizelig, hoofdpijn, verstoord zicht, hartkloppingen
Als suiker nog verder zakt: concentratie problemen, verwardheid, aggitatie, moeite met spreken, spierspasmen tot aan epileptische aanval, verlies bewustzijn, beroerte

Slide 6 - Tekstslide

Deze symptomen MOET je herkennen

Zowel een ernstige hypo als een ernstige hyper kan levensbedreigend zijn!!
Hyperglykemie
Wat kun je adviseren om een verhoogd bloedsuikergehalte te verlagen? 

>15 mmol/L maar zonder klachten

Slide 7 - Tekstslide

Veel drinken - water (je plast dan overschot aan suiker uit)
Veel bewegen (door inspanning verbruikt je lichaam glucose)

Bepaal na enkele uren de glucosewaarde opnieuw om het effect te meten.

2-4-6- regel bij klachten van een hyper --> volgende les uitleggen
Hypoglykemie
Wat kun je adviseren om een verlaagd bloedsuikergehalte te verhogen?

- Patiënt is nog wel bij bewustzijn

En wat zou je kunnen doen wanneer de patiënt al verminderd bewust is? 

Slide 8 - Tekstslide

Korte termijn 'snelle suikers'
Water met suiker drinken of sterke ranja
Snelle druivensuikers (dextrose 6-8 tabletten)
Daarna -> koolhydraten - boterham met jam
Blijf bij de patiënt en blijf suiker contoleren (na 15-30 minuten) 

112 bellen --> U1 urgentie (ernstige hypo vermoed)
Honing of stroop aan binnenkant wang smeren met je vinger
Glucagon injectie toedienen!! (zie volgende dia)

Meet na een halfuur de glucosewaarde opnieuw.

Slide 9 - Tekstslide

Glucagon injectie - toedienen bij een ernstige hypo 
En wat nu als je het niet weet??
Wat doe je als je niet weet of je met een hypo of een hyper te maken hebt en de patiënt heeft wel allerlei klachten, maar is niet in staat te meten? 

Wat doe je dan? 
En waarom? 

Slide 10 - Tekstslide

Behandelen als een hypo en dus suiker toedienen...
Bleek het een hypo, dan zal de patiënt opknappen.
Bleek het toch een hyper, dan zal het extra toegediende suiker niet zo veel uitmaken
Instructie bij ontregeling DM 
- Bloedsuiker meten
- Toezicht houden

- Hypo? --> ieder half uur prikken
- Hyper? --> iedere 2 uur prikken (2-4-6 regel)
In sommige gevallen is het normaal dat de DM wat ontregeld - bijvoorbeeld bij infecties en/of gebruik Prednison


Tekst

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Insuline gebruik:
- Als je niet weer hoeveel er precies is gespoten - niet zomaar bij laten spuiten



Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2-4-6 regel bij klachten hyper
(nooit zelfstandig adviseren - altijd in overleg met arts of POH/verpleegkundige) 
- Eerst gemaakte plan opvolgen 

Iedere 2 uur meten
> 15 mmol/L - 4 EH spuiten (kortwerkende insuline)
>20 mmol/L - 6 EH spuiten (kortwerkende insuline)



Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Levensbedreigend U1
Je ziet in je triagewijzer dat een ontregeling van het bloedsuikergehalte levensbedreigend kan zijn.
Zowel bij een ernstige hypo als een ernstige hyper (bijzonder ziektebeeld - keto-acidose) kan de patiënt komen te overlijden. Het is als DA wel zaak dat je hier goed op kunt inspelen

We nemen de triagecriteria onder U1 even door samen 

Slide 15 - Tekstslide

Let op! in digitale versie na update nog een criterium onder U1 er bij: 'Apathisch en gluc >15 bij insuline afhankelijke diabeet' 

Geef hier korte uitleg over keto-acidose
- Insuline afhankelijke diabeet
Wat gebeurt er? te weinig insuline in bloed aanwezig - hierdoor kan het glucose niet meer worden opgenomen in de cellen als brandstof - het glucose blijft dus in het bloed (hyper glykemie)
De cellen hebben echter wel brandstof nodig .... zij gaan hier nu een andere bron voor aanspreken --> vetverbranding
Hierbij komen ketonen vrij (aceton adem) en verzuurt je bloed - je kunt hierdoor in coma raken
Symptomen: misselijkheid en braken - kortademigheid (Kussmaul) - adem ruikt naar aceton 

Slide 16 - Tekstslide

bij een casus over DM is het heel belangrijk dat je vraagt of de waarde gemeten kan worden...meten is weten. Dit geeft jou en de arts heel veel informatie 

Bij hypo: iedere 15-30 minuten meten
Bij hyper: iedere 2 uur meten
Vragen vragen vragen!!!
Bij dit onderwerp is het heel erg van belang dat je een goed toestandsbeeld krijgt: vragen vragen vragen dus!

Welke vragen zijn sowieso van groot belang om altijd te stellen bij DM? 

Slide 17 - Tekstslide

ABCD veilig stellen - bewustzijn (D) AVPU
(Kortademigheid (bij insulinegebruik) (B) 

WHAM:
Waarde!!! METEN IS WETEN!! (vraag ook door, wanneer is dit gemeten? nog niet gemeten? waarom niet? kan dat nu alsnog?)
Tabletten of insuline?? Vraag DOOR:
Is dit al ingenomen, wanneer? hoeveel? dit is voor de arts/POH erg belangrijke informatie 
Wat is er anders dan anders?
Beloop?
Wat voor actie heeft patiënt al ingezet? met welk resultaat? 
Hoe is het gedrag van de patiënt
TRG wijzer

Slide 18 - Tekstslide

Kaart op de beamer en stap voor stap de vragen - triage criteria doornemen 

De U1 keto-acidose volgende week uitleggen in verdiepingsles 

Nu alleen globaal doornemen

Bij welke waarde spreken we van hypoglykemie?
A
lager dan 7,5 mmol/l
B
lager dan 5 mmol/l
C
lager dan 2 mmol/l
D
lager van 3,5 mmol/l

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke waarde spreken we van hyperglykemie?
A
tussen 4 en 12 mmol/l
B
tussen 10 en 15 mmol/l
C
vanaf 12 mmol/l
D
vanaf 15 mmol/l

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Jannie belt over haar man Gerard. Gerard heeft DM type I. Hij heeft sinds gisteravond wel 4 of 5 keer overgegeven. Welk beleid is juist?
A
Als hij er niet kortademig bij is mag hij het nog even aanzien. Goed de suiker in de gaten blijven houden
B
Hij mag binnen een uur even gezien worden door de arts
C
Hij mag met een U4 urgentie een afspraak maken bij de arts
D
Hij mag binnen 3 uur even beoordeeld worden door de arts

Slide 21 - Quizvraag

U3 urgentie - braken
Dit is niet aanhoudend braken 
Maar wel te vaak om af te doen met advies

Als hij vaker gaat braken en/of kortademig wordt eerder contact opnemen
In welk van onderstaande gevallen zet je en U1 in? (bij diabetes)
A
Kortademig en glucose >15 mmol/L
B
Aanhoudend braken
C
Braken en kortademig en gebruik insuline
D
Apathisch

Slide 22 - Quizvraag

C - kortademigheid en braken bij een diabeet die afhankelijk is van insuline is een zeer ernstig toestandsbeeld en kan levensbedreigend zijn (Keto-acidose - aceton adem - lichaam is vet aan het verbranden en verzuurt)


Maaike belt, ze heeft pas sinds kort te horen gekregen dat ze DM heeft en is wat onzeker. Ze heeft nu een suiker van 4,3 mmol/L. Ze heeft verder geen klachten. Wat adviseer je haar?

Slide 23 - Open vraag

Eet of drink iets zoets, zoals druivensuiker, een boterham met jam of vla met limonadesiroop. 
 Zoek of blijf in gezelschap van anderen. Controleer na een halfuur opnieuw de glucosewaarde. 
 Bij verbetering: controleer de glucosewaarde later nog eens. 

Contact opnemen als glucose <3,5 mmol/L komt 
Leren voor de toets 
Maak van alle onderwerpen minimaal 2 casussen. 
Verdiep je in de stof, neem evt. een ziektebeeld in gedachten. 
Jullie hebben hier 15 minuten de tijd voor. 
Daarna gaan jullie deze casussen met elkaar uitspelen. Bespreek de casussen dus niet tussendoor met elkaar. 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies