In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Thema 4: Stevigheid en beweging
Basisstof 1: Het skelet
Slide 1 - Tekstslide
welke botten ken je al?
Slide 2 - Woordweb
Slide 3 - Video
Delen lichaam
we kunnen het lichaam opdelen in 3 delen:
hoofd
romp
ledenmaten
Slide 4 - Tekstslide
Skelet
In het lichaam zitten botten. Een ander woord voor botten zijn beenderen.
Al je beenderen samen vormen het beenderstelsel ook wel het skelet.
Het skelet is het geraamte van de mens.
Slide 5 - Tekstslide
Verwarrend
De ellepijp en de spaakbeen liggen allebei in je hand en zijn lastig uit elkaar te houden.
ellepijp ligt aan de kant ven pink
spaakbeen ligt aan de kant van de duim
Slide 6 - Tekstslide
Schedel
Alle botten samen in hoofd gedeelte noemen we een schedel.
De schedel beschermt onder andere je hersenen.
De schedel wordt gedragen door je wervelkolom.
Slide 7 - Tekstslide
Wervelkolom
De schedel wordt gedragen door je wervelkolom (ruggengraat).
De wervelkolom bestaat uit halswervels, borstwervels en lendenwervels.
Onder de lendenwervels zit het heiligbeen en daaraan het staartbeen.
Slide 8 - Tekstslide
Het skelet
Borstkas= borstwervels, ribben en borstbeen
Schoudergordel= schouderbladeren en steutelbeenderen
Bekken= heupbeenderen en heiligbeen
Slide 9 - Tekstslide
Borstkas: borstwervels, ribben en borstbeen
Slide 10 - Tekstslide
Schoudergordel: Schouderbladen en sleutelbeenderen
Slide 11 - Tekstslide
Bekken: Heupbeenderen en heiligbeen
Slide 12 - Tekstslide
4 functies skelet
1 Stevigheid. Het skelet geeft stevigheid aan je lichaam. Zonder skelet zou je in elkaar zakken.
2 Bescherming. Het skelet zorgt voor bescherming van je organen. De borstkas beschermt de longen en het hart, de schedel beschermt de hersenen.
3 Beweging. Het skelet maakt beweging mogelijk. De meeste botten van je skelet zijn zo met elkaar verbonden dat ze kunnen bewegen. Met de spieren die aan de botten vastzitten, kun je bewegen.
4 Vorm. De vierde functie van het skelet is vorm geven aan je lichaam. De schedel geeft bijvoorbeeld een ronde vorm aan je hoofd.
Slide 13 - Tekstslide
Uit welke delen bestaat het skelet?
A
Schedel en ledematen en armen
B
Romp, ledematen en armen en benen
C
Schedel, romp, ledematen
D
Schedel, romp, ledematen en armen en benen
Slide 14 - Quizvraag
Al je botten in je lichaam vormen samen ...?
A
de schedel
B
het beenderstelsel of het skelet
C
de wervels
D
het bekken
Slide 15 - Quizvraag
Waar kan je lichaam door bewegen?
A
Alleen door botten
B
Door botten en spieren samen
C
Alleen door spieren
Slide 16 - Quizvraag
Wat wordt er beschermd door onze borstkas?
A
Maag en nieren
B
Hart en longen
C
Hersenen
D
Darmen en maag
Slide 17 - Quizvraag
Welke functies heeft ons skelet?
A
Vormgeven, bescherming en stevigheid
B
Vormgeven, stevigheid en beweging
C
Beweging,
vormgeven, stevigheid en bescherming
Slide 18 - Quizvraag
Hoe heten de groen gekleurde botten?
A
Halswervels
B
Borstwervels
C
Lendewervels
D
Heiligbeen
Slide 19 - Quizvraag
Noem eens een ander woord voor botten?
A
Skelet
B
Beenderen
C
Geraamte
Slide 20 - Quizvraag
Hoe noemen we nummers 1 en 2?
1
2
A
1 = schouderblad
2 = ribben
B
1 = sleutelbeen
2 = schouderblad
C
1 = schouderblad
2 = sleutelbeen
D
1 = ribben
2 = sleutelbeen
Slide 21 - Quizvraag
Welk deel van de wervelkolom zit vast aan je heupbeenderen?