Weiter mit Kapitel 12 und mehr

1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Doku; Typisch Deutsch!
Hören und Sehen 
Höre und sehe den Doku einmal(documentaire)
Höre und sehe es wenn nötig noch einmal und.....
Beantworte danach die Fragen 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Die Deutschen sind pflichtbewusst
übersetze das Wort pflichtbewusst
A
verantwoordelijkheids-gevoel
B
betrouwbaar
C
medeplichtig
D
vertrouwelijk

Slide 4 - Quizvraag

Wie viele Brotsorten gibt es in Deutschland ?
A
200
B
500
C
450
D
1500

Slide 5 - Quizvraag

Die Deutschen falten ihr Klopapier
übersetze das Wort "falten"
A
frommelen
B
wrijven
C
oprollen
D
opvouwen

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de top 3 muzieklijst van de Duitser ?

Slide 7 - Open vraag

Was das Bezahlen angeht, sind die Deutschen zuverlässig
übersetze das Wort zuverlässig
A
betrouwbaar
B
volgzaam
C
toegeeflijk
D
laconiek

Slide 8 - Quizvraag

Noem alle typische Duitse gewoontes die in dit filmpje genoemd worden.
Schrijf ze op in het Duits en vertaal ze naar het Nederlands (Let op, er zijn ook aannames) Probeer ze maar eens allemaal te benoemen

Slide 9 - Open vraag

Musik 
Hör einfach zu :) 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Deutsche Kultur
Deutsche Kultur

Slide 12 - Tekstslide

Deutschland
  • +/- 80 Millionen Einwohner
  • 8,5x größer als NL
  • grenzt an Holland, Belgien, Luxemburg, Frankreich,die Schweiz, Österreich, Tschechien,Polen,Dänemark
  • 16 Bundesländer

Slide 13 - Tekstslide

Hamburg

Nord- und Ostsee 

Im Norden:

Slide 14 - Tekstslide

Köln
Ruhrgebiet
Im Westen:

Slide 15 - Tekstslide

Berlin

Sächsische Schweiz

Im Osten:

Slide 16 - Tekstslide

München

Deutsche Alpen

Im Süden:

Slide 17 - Tekstslide

Wo ist diese Stadt in Deutschland?
A
im Norden
B
im Westen
C
im Osten
D
im Süden

Slide 18 - Quizvraag

Deutsche Geschichte

    Musik           Wissenschaft         Politik                    Sport


                                   Deutsche Leute

Slide 19 - Tekstslide

In welke stad staat het Duitse regeringsgebouw ?

Slide 20 - Open vraag

Slide 21 - Tekstslide

Voor welk Duits eiland zijn deze mooie rotsen kenmerkend?

Slide 22 - Open vraag

Welke muziekgroep schreef het liedje "Die Da!?!"?

Slide 23 - Open vraag

An welchem Fluss liegt Würzburg ?

Slide 24 - Open vraag

Wie heißt die Hauptstadt von Saarland ?

Slide 25 - Open vraag

Even wat Grammatik 
- Herhaling
- Grammatik Kapitel 12 

Slide 26 - Tekstslide

Welke Duitse lidwoorden waren er ook alweer?

Slide 27 - Open vraag

Ich .... Lehrer. (sein)
A
sind
B
bin
C
seid
D
bist

Slide 28 - Quizvraag

Ihr .... gut gearbeitet. (haben)
A
habt
B
haben
C
hat
D
hast

Slide 29 - Quizvraag

Wir .... Hausaufgaben gemacht. (haben)
A
hat
B
habe
C
habt
D
haben

Slide 30 - Quizvraag

Lisa ..... krank (sein)
A
bist
B
sind
C
ist
D
bin

Slide 31 - Quizvraag

Starke Verben in o.t.t


(in NL sterk in Duits ook)

(sterk ww heeft klankverandering in de v.t)

stamm +

ich  - e

du   - st

er,sie- t

wir  - en

ihr       -t

sie,Sie -en

Slide 32 - Tekstslide

stamm mit -e

Starke Verben mit -e (klinkt kort) im Stamm bekommen -> i

helfen- du hilfst, er,sie,es hilft


bij lange klank (ee) bekommt es -> ie

lesendu liest, er,sie,es liest 


Verandering stamklinker alleen bij:  du, er,sie ,es



Slide 33 - Tekstslide

Let op

Bij werden, treten, geben en nehmen verandert de lange 'e' in 'i', niet in 'ie'.!!


gehen, stehen en genesen worden in de tegenwoordige tijd gewoon vervoegd zoals het zwakke ww ondanks de lange 'e'!

ich gehe- du gehst- er geht

du stehst- du genest

Slide 34 - Tekstslide

Sartke Verben mit -a im Stamm


Diese bekommen eine Änderung von a-> ä


schlafen- ich schlafe- du schläfst- er schläft


tragen- ich trage- du trägst- er trägt

Slide 35 - Tekstslide

du (helfen)
A
helfst
B
hilfst
C
hilft
D
helfest

Slide 36 - Quizvraag

er (schlafen)
A
schlaft
B
schlift
C
schläft
D
schläfest

Slide 37 - Quizvraag

sie (geben) e.v
A
gebt
B
gibst
C
gibt
D
giebst

Slide 38 - Quizvraag

Bijvoeglijk naamwoord in een zin
- zegt iets over het zelfstandig nw
- staat vaak vóór het zelfstandig nw

Voorbeeld: Mijn oom heeft een mooie, rode auto
Mein Onkel hat ein schönes, rotes Auto (o)

Slide 39 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord: Der-Gruppe

Slide 40 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord: Ein-Gruppe

Slide 41 - Tekstslide

Opdracht 
- Maak deze Lingolia opdracht eens met behulp van het schema Der-Gruppe en het schema Ein-Gruppe 

Succes 

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Link

Opdracht bijvoeglijk nw
- Onderstaande oefening mag je alvast maken maar deze kun je ook even laten. Na woensdag 8 april volgt er namelijk nog wat extra informatie om deze

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Link

Aufgabe Lesen kurz
- lees de tekst Am Flughafen wohnen en geef antwoord op de vraag! 

Slide 46 - Tekstslide

Am Flughafen wohnen 
Wer sich seine Speckfalten nicht erklären kann, für den haben
schwedische Forscher womöglich eine Antwort parat. Die Ergebnisse ihrer Studie wurden in einem Fachblatt veröffentlicht.  Die Experten vom Karolinska-Institut in Stockholm berichteten, dass der Taillenumfang durchschnittlich um 1,5 Zentimeter zunehme, wenn der Geräuschpegel um fünf Dezibel ansteige. Eine Erklärung für dieses 
Phänomen lieferten die Wissenschaftler gleich mit: Betroffene, die in der
Nähe von einem Flughafen wohnen, leben in einem lauteren Umfeld als andere. Die Folgen: Der Körper schüttet verstärkt Stresshormone aus. Bereits aus früheren Untersuchungen ist bekannt, dass sich Stresshormone negativ auf den Stoffwechsel auswirken und für Heißhunger sorgen können.

Over welk negatief effect gaat deze tekst? 
A gehoorschade B gewichtstoename C minder eetlust D slaapgebrek

Slide 47 - Tekstslide