H1 1.2 Meten van welvaart en welzijn

H1 Arm en rijk - 2 hv
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

H1 Arm en rijk - 2 hv

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

1.2 Hoe meet je welvaart en welzijn?
Lesdoelen:
  • Je weet wat welvaart en welzijn is en hoe deze worden gemeten
  • Je kent de begrippen BNP/hoofd, levensverwachting, koopkracht, alfabetiseringsgraad, primaire- , secundaire- en tertiaire sector.
  • Je kunt verbanden leggen tussen verdeling van de beroepsbevolking over de sectoren en de welvaart en de ontwikkelingskenmerken onderling.
  • Je kunt op verschillende schaalniveaus aangeven welke landen / gebieden in het centrum / periferie liggen

Slide 3 - Tekstslide

Welvaart: De mate waarin mensen in staat zijn in de primaire behoeften te voorzien (voedsel, kleding, onderdak) en dit te houden.

Welzijn: Dat mensen naast welvaart ook plezierig kunnen wonen en gelukkig leven.

Slide 4 - Tekstslide

Welvaart wordt gemeten door: 
  1. BNP/inwoner (in € of $)
  2. Verdeling van de beroepsbevolking over de drie sectoren (primair, secundair en tertiair).
  3. VN-welzijnsindex: Door de VN opgestelde rangschikking van landen naar welzijn.
  4. Andere ontwikkelingskenmerken, zoals zuigelingensterfte, artsendichtheid, aantal auto's per 1000 inwoners.

Slide 5 - Tekstslide

Welzijn wordt gemeten door:
  • De levensverwachting: hoe oud wordt een baby die nu geboren wordt.
  • de alfabetiseringsgraad: % van de bevolking boven de 15 jaar dat kan lezen en schrijven.
  • de koopkracht: wat kan ik voor een euro in een land kopen.

Slide 6 - Tekstslide

De welvaart in een land kun je het best bepalen op basis van.........?
A
BNP
B
HDI
C
HDI/ hfd
D
BNP/hfd

Slide 7 - Quizvraag

Op welke twee manieren kun je de welvaart meten in een woonwijk?
A
Aantal koopwoningen en de grootte van de huizen.
B
Aantal koopwoningen en de waarde van woningen.
C
De waarde van woningen en het rapportcijfer dat mensen geven aan hun wijk.
D
Waarde van woningen en de hoeveelheid 'groen' in de wijk.

Slide 8 - Quizvraag

Welke landencombinatie behoort tot de middenmoot qua welvaart in Europa?
A
Nederland - Zweden - Groot-Brittannië
B
Slowakije - Bulgarije - Polen
C
Spanje - Italië - Griekenland
D
Frankrijk - Luxemburg - Japan

Slide 9 - Quizvraag

1 analfabetiseringsgraad
2 levensverwachting
3 VN-welzijnsindex




2                                                              3

Slide 10 - Tekstslide

Zuigelingensterfte hoort bij ...
A
Welvaart
B
Welzijn
C
bij beide
D
bij geen van beide

Slide 11 - Quizvraag

Wat betekent: welvaart?
A
als mensen genoeg geld hebben voor (meer dan) hun basisbehoeften
B
geld dat je krijgt of verdient
C
een grote belangrijke verandering
D
goederen of diensten kopen

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Video

De mate waarin we in onze behoeften kunnen voorzien, noemen we:
A
Welzijn
B
Voortvarend
C
Welvaart
D
Welbehagen

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de levensverwachting van Botswana?
*2006
A
64
B
54
C
44
D
34

Slide 15 - Quizvraag

Beroepsbevolking
  1. Primair: landbouw, visserij, delfstoffen
  2. Secundair: industrie
  3. Tertair: dienstensector

Slide 16 - Tekstslide

Hoe is de verdeling van de beroepsbevolking in armere landen?
A
Meeste mensen werken in een fabriek
B
Meeste mensen werken in de agrarische sector
C
Meeste mensen werken in de diensten
D
Gelijk verdeeld tussen industrie, landbouw en diensten

Slide 17 - Quizvraag

In welke productiesector werkt je vader?
A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertiaire sector
D
Geen

Slide 18 - Quizvraag

In welke productiesector werkt je moeder?
A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertiaire sector
D
Geen

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide

Wereld indelen

  • Centrum - ontwikkelde landen
  • Semiperiferie - landen in ontwikkeling
  • Periferie - ontwikkelingslanden

Slide 21 - Tekstslide

Centrum
Semiperiferie
Periferie

Slide 22 - Sleepvraag