Lidwoorden, persoonlijke voornaamwoorden & ser

1 H/V
Woorden in het klaslokaal
Herhaling lidwoorden 
Uitleg persoonlijke voornaamwoorden & het werkwoord SER
Los números


1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

1 H/V
Woorden in het klaslokaal
Herhaling lidwoorden 
Uitleg persoonlijke voornaamwoorden & het werkwoord SER
Los números


Slide 1 - Tekstslide

klassentaal
Tengo una pregunta.
¿Cómo se dice................... en español?
No lo entiendo.
¿Puedo ir al baño?
¡Buen fin de semana!
¿Qué significa............?

Slide 2 - Tekstslide

kies het juiste lidwoord: libros
A
el
B
la
C
los
D
las

Slide 3 - Quizvraag

Kies het juiste lidwoord:
... ventana
A
la
B
el
C
los
D
las

Slide 4 - Quizvraag

Kies het juiste bepaalde lidwoord :

'chico'
A
el
B
la

Slide 5 - Quizvraag

Woorden zoals Verdad, estación, chica zijn...
A
mannelijk en hebben het lidwoord el / un
B
vrouwelijk en het het lidwoord la / una

Slide 6 - Quizvraag

zelfstandige naamwoorden die eindigen op een -o- zijn over het algemeen:
A
mannelijk en hebben het lidwoord el/un
B
vrouwelijk en hebben het lidwoord la /una

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het juiste bepaalde lidwoord?

................sillas.

A
unos
B
unas
C
las
D
los

Slide 8 - Quizvraag

maak meervoud:
un libro

Slide 9 - Open vraag

maak meervoud:
el hotel

Slide 10 - Open vraag


yo
él/ella/usted

nosotros/-as
vosotros/-as
ellos/ellas/ustedes
persoonlijke voornaamwoorden

ik

jij

hij/zij/u


wij

jullie

zij/u (meervoud)

Slide 11 - Tekstslide

Nosotros
Yo 
Ellos/ellas 
tú 
él/ella
Jullie
Wij  
jij 
ik
Hij/zij  
Zij (mv) 
Vosotros 

Slide 12 - Sleepvraag

Slide 13 - Tekstslide

vervoeg het werkwoord SER
1. Mi padre ____________ mecanico.
2. Yo _____________ madrileña.
3. ¿Vosotros _______________ de Costa Rica?
4. Ellas ________________ amigas.
5. ¿Tú _______________ profesor de español?
6. Nosotros _________________ alumnos del KSG.
7. Enrique ______________ mi hermano.

Slide 14 - Tekstslide

vervoeg:
ella (ser)

Slide 15 - Open vraag

vertaal:
Wij zijn Spaans (Spaans = españoles)

Slide 16 - Open vraag

Let op!
Maria y yo = nosotros (wij)
Maria y tú = vosotros (jullie)
Juan y Maria = ellos (zij)
Los chicos = ellos (zij)
El señor Márquez = usted / él (u / hij)


Slide 17 - Tekstslide

vervoeg het werkwoord SER
1. Juan y Carmen __________ amigos.
2. Laura y yo ____________ hermanas.
3. Las chicas _____________muy guapas.
4. La señora Gómez _____________ mi vecina.
5. Paco y tú _______________ rubios.

Slide 18 - Tekstslide

quince
nueve
veinte
doce
tres
dieciocho
20
3
12
15
18
9

Slide 19 - Sleepvraag