orientatie op het beroep

Welk voorbeeld past bij:
'Transmurale zorg: die zowel in huis als op locatie wordt geleverd.'
A
Thuis chemotherapie ontvangen
B
In het ziekenhuis wondzorg ontvangen
C
In het verpleeghuis verzorgd worden
D
Thuis huishoudelijke hulp kijgen.
1 / 17
volgende
Slide 1: Quizvraag
verpleegkundeMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Welk voorbeeld past bij:
'Transmurale zorg: die zowel in huis als op locatie wordt geleverd.'
A
Thuis chemotherapie ontvangen
B
In het ziekenhuis wondzorg ontvangen
C
In het verpleeghuis verzorgd worden
D
Thuis huishoudelijke hulp kijgen.

Slide 1 - Quizvraag

Transmurale zorg
A
Zorg binnen de muren van een instelling
B
Combinatie van zorg thuis en in een instelling

Slide 2 - Quizvraag

Wat staat er in het beroepsprofiel van de verpleegkundige?
A
De normen en waarden van de verpleegkundige
B
De taak en functieomschrijving van de verpleegkundige

Slide 3 - Quizvraag

Voorbeeld van intramurale zorg?
A
Thuiszorg
B
Huisarts
C
Ziekenhuis
D
Dagopvang

Slide 4 - Quizvraag

Wat is zelfredzaamheid?
A
Zelfredzaamheid is dat de zorgverlener bepaald wat er gebeurd
B
Zelfredzaamheid is het zichzelf redden met zo min mogelijk professionele ondersteuning en zorg.
C
Zelfredzaamheid heeft alleen te maken met het zelfstandig wassen en aankleden
D
Zelfredzaamheid is niet van toepassing bij chronisch zieken

Slide 5 - Quizvraag

Voor wie is de wet BIG?
A
Patiënten
B
Zorgverleners
C
Collega's

Slide 6 - Quizvraag

De wet BIG staat voor:
A
Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg
B
Wet op de betrokkenen in de individuele gezondheidszorg.
C
Wet op de beoefenaren in de individuele gezondheidszorg.
D
Wet op de beroepen in de individualistische gezondheidszorg.

Slide 7 - Quizvraag

Voor wie is de wet BIG?
A
Patiënten
B
Zorgverleners
C
Collega's

Slide 8 - Quizvraag

De wet BIG staat voor:
A
Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg
B
Wet op de betrokkenen in de individuele gezondheidszorg.
C
Wet op de beoefenaren in de individuele gezondheidszorg.
D
Wet op de beroepen in de individualistische gezondheidszorg.

Slide 9 - Quizvraag

De wet BIG regelt:
A
Registratie, titelbescherming, strafrecht
B
Risicovolle handelingen, registratie, tuchtrecht
C
Registratie, titelbescherming, voorbehouden handelingen
D
Registratie, titelbescherming, risicovolle handelingen

Slide 10 - Quizvraag

Florence Nightingale had een bijnaam, wat was deze bijnaam?
A
Vrouw met de spuit
B
Vrouw met de lamp
C
Verpleegster van de toekomst
D
Zwarte weduwe

Slide 11 - Quizvraag

Wie was Florence Nightingale?
A
Aandeelhouder Phoenix
B
 Oprichtster van academische centra
C
 Grondlegger van het verpleegkundige vak
D
 Arts tijdens de Krimoorlog (1853-1856)

Slide 12 - Quizvraag

Wat betekent zelfzorg?

Slide 13 - Open vraag

wat betekent mantelzorger?

Slide 14 - Open vraag

Pyramide van Maslow

Slide 15 - Woordweb

Bij welke zorgcategorieën kun je gaan werken?

Slide 16 - Open vraag

Welk werkveld heeft jouw voorkeur?

Slide 17 - Open vraag