Burgerschap: Debatteren

Burgerschap: Debatteren
Burgerschap:     Debatteren
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Burgerschap: Debatteren
Burgerschap:     Debatteren

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud van de les
- Uitleg: Debat
- Klassikale opdracht
- Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
- Begrijpen hoe debatteren werkt in de tweede kamer.
- Weten wat de regels zijn van een net debat.
- Ervaring opdoen in de werking van democratie en debatteren. 

Slide 3 - Tekstslide

Behulpzaamheid is een:
A
Norm
B
Waarde

Slide 4 - Quizvraag

De waarde "Vrijheid" past het beste bij:
A
Links
B
Rechts
C
Progressief
D
Conservatief

Slide 5 - Quizvraag

De waarden "Gelijkheid" past het beste bij:
A
Links
B
Rechts
C
Progressief
D
Conservatief

Slide 6 - Quizvraag

Als een land zoals Rusland nepnieuws verpreid op het internet heet dit:
A
Buitenlands nieuws
B
Inmeninging
C
Corruptie
D
Propaganda

Slide 7 - Quizvraag

Je kan nepnieuws herkennen door:
A
Te zien of er advertenties zijn op de website.
B
De bron te checken.
C
Onderzoeken wat de context is.
D
De titel van het artikel goed te lezen en te begrijpen.

Slide 8 - Quizvraag

Debatteren
Botsen van normen en waarden

Argumenteren

Overtuigen

Winnen?


Slide 9 - Tekstslide

Regels in een debat
- Respectvolle toon
- Van beurt wisselen
- Geen scheldwoorden of grof taalgebruik

De taak van de voorzitter
Sancties: Minder tijd om te spreken, ontnemen spreekrecht

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht: Rollenspel debat
Groepen van vier: per groep een partij
Een voorzitter
Centristen

Wetsvoorstellen

Slide 11 - Tekstslide

Voorzitter
SP
Groen
Links
D66
Centristen
VVD
CU
PVV

Slide 12 - Tekstslide

Partijen: groepjes van 4
Linkse partijen                       
- D66                                     
- GroenLinks
- SP


Overig:  Centristen                                    Een voorzitter

Rechtse partijen
- VVD
- PVV
- Christen-Unie

Slide 13 - Tekstslide

Het debat verloopt als volgt:
1. De partijen gaan zich verdiepen in hun eigen standpunten.  (10 min)

2. De partijen onderzoeken het wetsvoorstel wat voor licht en schrijven argumenten op. (5 min)
3. De partijen krijgen omstebeurt de beurt van de voorzitter de beurt om duidelijk te maken of ze voor of tegen zijn. Daarna geven ze verschillende argumenten waarom.
4. De partijen krijgen omstebeurt de beurt van de voorzitter om één andere partij te kiezen mee in debat te gaan.
5. De centristen krijgen vervolgens de beurt om kritische vragen te stellen aan de partijen.
6. Vervolgens stemmen de centristen hoofdelijk of ze voor of tegen zijn. De voorzitter laat weten of de wet is aangenomen of verworpen.


Slide 14 - Tekstslide

Wet 1
Politie mensen mogen vanaf nu uitingen van geloof dragen op hun werk: Hoofddoeken, keppeltjes ect.

Slide 15 - Tekstslide

Wet 2
De verplichte bedenktijd van twee weken voor het krijgen van een abortus wordt afgeschaft.

Slide 16 - Tekstslide

Wet 2
Nederlandse bedrijven worden verplicht 10% van hun winst te investeren in vergroening, totdat de bedrijven geheel klimaatneutraal zijn. 

Slide 17 - Tekstslide

Wet 4
Softdrugs worden gelegaliseerd.

Slide 18 - Tekstslide

Afsluiting
Huiswerk opdracht

Debat voorbereiden


Volgende les uitvoeren!

Slide 19 - Tekstslide