3.2 en 3.3 Politieke stromingen en partijen

Parlementaire democratie 3.2 & 3.3 
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Parlementaire democratie 3.2 & 3.3 

Slide 1 - Tekstslide

Planning komende weken
  1. Deze week 3.2 & 3.3 (vandaag)
  2. Volgende les 3.4 + tijd PO (maandag 25 november)
  3. Les daarna 3.5 & 3.6 (maandag 2 december)
  4. Laatste les voor de toets: herhalen (maandag 9 december)

    Toets 3.1-3.6 & 4.1-4.6)
        PO politieke partijen 17 januari

Slide 2 - Tekstslide

Pak je laptop
Voeg je toe tot Lesson-Up: code: halyi 

4 startvragen LessonUp

Slide 3 - Tekstslide

Noem 3 kenmerken van een dictatuur

Slide 4 - Open vraag

Noem 3 kenmerken van een democratie

Slide 5 - Open vraag

In een directe democratie
A
stemt de bevolking zelf over wetsvoorstelling
B
stemt de volksvertegenwoordiging over wetsvoorstellen
C
kiest de bevolking direct een parlement
D
kiest de bevolking direct een regering

Slide 6 - Quizvraag

Welke Nederlandse politieke partijen ken je al?

Slide 7 - Woordweb

Opdrachten 3.2
Wat: Lees 3.2 en maak opdracht 1 - 3, 8, 10 en 14
Waarom: Verwerken lesstof
Hoe: Zelfstandig & stil
Hulp: Overleg zachtjes, eventueel docent
Tijd: 10 minuten
Uitkomst: Controleer je antwoorden via Teams
Klaar? Lees paragraaf 3.3 door en  maar opdracht 1, 4, 5 en 7



timer
10:00

Slide 8 - Tekstslide

Politieke partijen
Politieke partij: een groep mensen met dezelfde ideeën over de manier waarop onze samenleving het beste bestuurd kan worden.

Politieke stroming = een groepje partijen met soortgelijke ideeën

Slide 9 - Tekstslide


Rol overheid
Belastingen
Waarden
Neem het schema over en vul het tijdens of na de video in voor:

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

  • Actieve overheid / passieve overheid
  • Lage belastingen / Eerlijke verdeling van inkomen
  • Een uitgebreide verzorgingsstaat / mensen hebben eigen verantwoordelijkheid
  • belangrijke waarde: vrijheid of gelijkheid
Vul het schema in 

2 minuten

Slide 12 - Tekstslide

Vul het schema in: links & rechts
Actieve overheid / passieve overheid
Lage belastingen / Eerlijke verdeling van inkomen
Uitgebreide verzorgingsstaat / mensen hebben eigen verantwoordelijkheid
Belangrijke waarde: vrijheid of gelijkheid

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Ideologieën
Politieke stromingen: politieke partijen met soortgelijke opvattingen over rol overheid en waarden


socialisme  - christendemocratie  - liberalisme 


Slide 15 - Tekstslide

Vergelijk rechts!

Slide 16 - Tekstslide

Vergelijk links!

Slide 17 - Tekstslide

Vergelijk midden!

Slide 18 - Tekstslide

Ideologieën

Dus heel erg vergelijkbaar met links-rechts vergelijking

socialisme (links) - christendemocratie (midden) - liberalisme (rechts)

Schrijf deze termen onderaan bij je schema

Slide 19 - Tekstslide

Ecologisme
Duurzaamheid 
Bescherming van ons leefmilieu 
One issue?

Waar zou je deze stroming plaatsen: links of rechts?



Slide 20 - Tekstslide

Populisme
Wat betekent dit?

Welke partijen vallen hieronder?

Wat voor ideeën hebben zij?

Overleg!
timer
1:00

Slide 21 - Tekstslide

Populisme
Niet links of rechts!

Voor: normale burger

Tegen: elite

Vaak nationalistisch

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Video

Populisme
Welke maatschappelijke ontwikkelingen hebben bijgedragen aan de groei van het populisme in Europa? 
  • Vluchtelingencrisis
  • Globalisering
  • Europese integratie

Slide 25 - Tekstslide

Progressief

Vooruitstrevend

Vaak voorstander van veranderingen

Links?

Conservatief

Behoudend

Vaak tegenstander van veranderingen

Rechts?

Slide 26 - Tekstslide

Progressief of conservatief?

Slide 27 - Tekstslide

Progressief of conservatief?

Slide 28 - Tekstslide

Progressief of conservatief?

Slide 29 - Tekstslide

Progressief of conservatief?

Slide 30 - Tekstslide

Progressief en conservatief
Progressief: homohuwelijk, legalisering van abortus, euthanasie, ingrijpende veranderingen voor het milieu (bijvoorbeeld groene energie), legalisering drugs

Conservatief: tegen teveel macht voor Europa, tegen al te ingrijpende milieumaatregelen

Slide 31 - Tekstslide

3.3 Politieke partijen
3.3 Politieke partijen

Slide 32 - Tekstslide

Parlementaire democratie 3.3 
Terugblik via quiz 3.2

Aan de slag met 3.3


Slide 33 - Tekstslide

Welke begrippen passen bij elkaar?
A
Socialisme - vrij ondernemerschap
B
Liberalisme - actieve overheid
C
Christendemocratie - harmonieuze samenwerking
D
Ecologisme - stem van het volk

Slide 34 - Quizvraag

Is een passieve overheid links of rechts?
A
Rechts
B
Links

Slide 35 - Quizvraag

Progressief
A
Vooruitstrevend
B
Behoudend

Slide 36 - Quizvraag

Linkse partijen:
A
vinden dat alle mensen evenveel belasting moeten betalen.
B
willen goede uitkeringen en voorzieningen voor de zwakkeren in de samenleving.
C
benadrukken de economische vrijheid van mensen en ondernemingen.
D
hechten veel waarde aan het geloof.

Slide 37 - Quizvraag

Een rechtse partij
A
benadrukt vrijheid en een actieve overheid
B
benadrukt vrijheid en een passieve overheid
C
vindt dat de welvaart verdeeld moet worden
D
vindt vooral gelijkheid belangrijk

Slide 38 - Quizvraag

Wat is liberalisme?
A
Mensen die strijden voor gelijke rechten.
B
Mensen die voor vrijheid gaan
C
Mensen die de kerk belangrijk vinden.
D
Mensen die voor vrouwen opkomen

Slide 39 - Quizvraag

Het socialisme
A
Een stroming die het milieu belangrijker vindt dan de economie 
B
Een stroming die uitgaat van de bijbel 
C
Een stroming die zoveel mogelijk gelijkheid wil
D
Een stroming die streeft naar een zo groot mogelijke vrijheid

Slide 40 - Quizvraag

Het confessionalisme
A
Een stroming die het milieu belangrijker vindt dan de economie 
B
Een stroming die uitgaat van de bijbel 
C
Een stroming die zoveel mogelijk gelijkheid wil
D
Politieke partijen die minder belasting willen betalen

Slide 41 - Quizvraag

Lees 3.3 en beantwoord de vragen
  1. Wat is het verschil tussen actie- en belangengroepen aan de ene kant en politieke partijen?
  2. Welke functies hebben politieke partijen?
  3. Wat kun je zeggen over de ledenaantallen van politieke partijen en welk probleem ontstaat daardoor (denk aan de functies)?

Eerder klaar? Maak opdracht 1, 4, 5 en 7
timer
10:00

Slide 42 - Tekstslide

Actie-/belangengroep

1. Specifiek onderwerp
2. Komt op voor bepaalde groep mensen
3. Wil geen bestuurlijke verantwoordelijkheid
4. Doet niet mee aan verkiezingen

Politieke partijen

1. Alle onderwerpen
2. Komt op voor alle mensen

3. Wel bestuurlijke verantwoordelijkheid
4. Doen mee aan verkiezingen

Slide 43 - Tekstslide

ACTIEGROEP
Een actiegroep heeft 1 duidelijk doel en kan ook weer opgeheven worden als dat doel bereikt is.
Politieke partij ideeën over alle onderdelen 

Slide 44 - Tekstslide

Belangengroep
Groep van mensen die eenzelfde belang delen (werknemersorganisatie, LAKS of ANWB )

Lobbyen: het behartigen van belangen in persoonlijke contacten met politici (wandelgangen)

Slide 45 - Tekstslide

Functies politieke partijen
  • Integratiefunctie: samenbrengen van politieke wensen tot een samenhangend partijprogramma.
  • Informatiefunctie: burgers informeren over maatschappelijke vraagstukken en hun standpunten.
  • Participatiefunctie: burgers actief laten deelnemen aan de politiek.
  • Selectiefunctie: geschikte mensen zoeken die een politieke functie kunnen vervullen.

Slide 46 - Tekstslide

Ledenaantallen partijen
Het aantal leden van partijen neemt sterk af. Let op dit is wat anders dan degenen die stemmen op een politieke partij!

Door de terugloop komt de selectiefunctie in gevaar. Ook lopen de contributie-inkomsten terug.

Partijleden vormen vaak een slechte afspiegeling van de samenleving (= niet representatief)

Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Video

Huiswerk 3.3
Wat: 3.3: Opdracht 1, 4, 5 en 7
Waarom: Verwerken lesstof
Hoe: Zelfstandig & stil
Hulp: Overleg zachtjes, eventueel docent
Tijd: 10 minuten
Uitkomst: Controleer je antwoorden via Teams
Klaar? Aan de slag met je PO



Slide 49 - Tekstslide