27-11-2023

27-11-2023
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansBeroepsopleiding

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

27-11-2023

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Vragen over het huiswerk
Unidad 2 :
TB.
p.25 oef.13,  oef.14
p.26,oef.15, 16 //16 b: vertel iets over jezelf
En México con Victor: lezen, antwoord de vragen.
WB.
p.21, oef.13a, 15// p.23, oef.19, oef.20
p.26 Reglas y Sistemas : De ontkenning// werkwoorden op -AR, -ER, -IR.

Slide 3 - Tekstslide

Las profesiones Video ELE

Slide 4 - Tekstslide

TB: p. 25,oef. 13: Frases 
Ontkenning: no =
nee, niet of geen
p.25, oef. 14: Complete este folleto.
TB.
p.26,oef.15: Welke vragen?
oef.16 a: Combineren
Oef.16 b: vertel iets over jezelf

Slide 5 - Tekstslide

WB.
p. 21, oef.15
p.23, oef.19, oef.20
WB.
p.21, oef.13a
 
1.¿De dónde es Luis?
2.¿Dónde vive?
3.¿Dónde trabaja?
4.¿Qué hace en su trabajo?
5¿ Es su trabajo interesante?
6.¿Cómo son sus compañeros?

Slide 6 - Tekstslide

cantar=zingen
escribir=schrijven
pagar=betalen
vender=verkopen
creer=geloven
leer= lezen
comprar= kopen
comer= eten
beber=drinken
pasar= doorbrengen
Vervoeg:
él....= ellos/ellas         vos.= vosotros
nos.= nosotros             uds.= ustedes

Slide 7 - Tekstslide

Panamericana
En México con Victor

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Enkele vragende voornaamwoorden 
  • ¿ Qué ?( wat?)
(¿Qué significa?)
  • ¿ Quién ? /¿ Quiénes ? ( wie?)
(¿Quién es Penélope Cruz?)
  • ¿ Cómo ? ( hoe?)
(¿Cómo te llamas?)
  • ¿ Para qué ? ( waarvoor?)
( ¿Para qué estudias español?)
  • ¿ Dónde ( waar?)
( ¿ Dónde trabajas?)
  • ¿ De dónde? ( waar vandaan?)
¿ De dónde eres?
  • ¿ Cuál ? ( wat? / welke?)
¿ Cuál es tu número de teléfono?

Slide 10 - Tekstslide

DEBERES
slides 8, 9
WB:
U. 2: p.24, oef. 23, 24, 25
           p. 27 oef. 26: Test
Reglas y Sistemas: Mirar juntos

Slide 11 - Tekstslide

ADIÓS

Slide 12 - Tekstslide