1B CH1 G3 Vraagwoorden

Welk vraagwoord hoort voor de zin?
.... are those people? They are my parents.
A
where
B
who
C
what
D
why
1 / 11
volgende
Slide 1: Quizvraag
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Welk vraagwoord hoort voor de zin?
.... are those people? They are my parents.
A
where
B
who
C
what
D
why

Slide 1 - Quizvraag

Welk vraagwoord hoort voor de zin?
.... were you born? In 2007
A
when
B
where
C
what
D
how

Slide 2 - Quizvraag

Welk vraagwoord hoort voor de zin?
.... can I help you? You can carry my bag for me.
A
why
B
when
C
what
D
how

Slide 3 - Quizvraag

Welk vraagwoord hoort voor de zin?
.... are you crying? I am sad.
A
how
B
when
C
why
D
what

Slide 4 - Quizvraag

Welk vraagwoord hoort voor de zin?
..... is her name? It's Sara.
A
what
B
when
C
who
D
where

Slide 5 - Quizvraag

Vraagwoorden
... is your name? Carol.
A
Who
B
What
C
How
D
Where

Slide 6 - Quizvraag

Vraagwoorden
..... is he now? He is at home.
A
where
B
what
C
when
D
who

Slide 7 - Quizvraag

Vraagwoorden
... did you do that? Because I like it.
A
What
B
When
C
How
D
Why

Slide 8 - Quizvraag

Vraagwoorden
... is Susan's party? It's on Friday.
A
Who
B
What
C
When
D
Where

Slide 9 - Quizvraag

Vraagwoorden
... are you going? I am going to my friends.
A
What
B
When
C
Why
D
Where

Slide 10 - Quizvraag

Vraagwoorden
... are you going to order? Fish and chips.
A
What
B
How
C
Why
D
When

Slide 11 - Quizvraag