1.3 - B - De kerk valt uiteen



1.3 - De kerk valt uiteen 
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les



1.3 - De kerk valt uiteen 

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe verschillen tussen kerken ontstonden. 

  • Je kunt uitleggen welke strijd ontstond tussen katholieken en protestanten 

Slide 2 - Tekstslide

Planning
De protestantse kerk
Calvinisme
Gevolgen van d reformatie
Strijd tussen godsdiensten
Huiswerk bespreken
Afsluiting

Slide 3 - Tekstslide

Maarten Luther (1483-1546)
Duitse monnik die grote moeite had met de aflaten en levensstijl van de geestelijken. Veel aanhangers in Duitsland.
Johannes Calvijn (1509-1564)
Zwitserse hervormer die vond dat beelden niet in de Kerk thuishoorden. Veel aanhangers in Nederland. Je noemt zijn leer het calvinisme. 

Slide 4 - Tekstslide

Protestantse kerk
  • Christelijke kerk

  • Er is geen duidelijke leider. Je komt direct in contact met god door te bidden. 

  • De mis (kerkdienst) en de Bijbel zijn in de volkstaal.

  • Geen beelden en/of verering van heiligen en relieken (is afleiding)

Slide 5 - Tekstslide

Calvinisme
  • Het ware geloof bestaat uit zelf de Bijbel lezen, vroom en sober leven en hard werken.

  • Gelovigen mogen in opstand komen tegen een vorst die het ware geloof bestreed (katholieke koningen).

  • Volgens Luther was het verzet tegen een koning niet toegestaan.  

Slide 6 - Tekstslide

Gevolgen van de reformatie
  • Splitsing in de christelijke kerk (1517): ontstaan van de protestantse kerken (ook wel: hervormde- of gereformeerde kerk) naast de katholieke Kerk.

  • Protestantse kerk spreekt veel (arme) mensen in West-Europa aan.

  • Vervolging van protestanten (ketters).

Slide 7 - Tekstslide

Hoewel er grote en kleine verschillen zijn...
...horen beide kerken bij de christelijke godsdienst

Slide 8 - Tekstslide



Strijd tussen godsdiensten


  • Conflicten tussen katholieken en protestanten in Frankrijk.
  • Duitsland onder Karel V werd het noorden protestants en zuiden katholiek. Elke vorst mocht zijn eigen religie kiezen
  • Engeland onder Hendrik VIII kreeg ruzie met de paus en stichtte zijn eigen kerk. 
  • In Nederland werden protestanten vervolgd als ketters. 

Slide 9 - Tekstslide


Protestantse kerk of Katholieke kerk?

Verering van heiligen
A
Protestantse kerk
B
Katholieke kerk

Slide 10 - Quizvraag


Protestantse kerk of Katholieke kerk?

Sobere handelingen
A
Protestantse kerk
B
Katholieke kerk

Slide 11 - Quizvraag


Protestantse kerk of Katholieke kerk?

Verering van relieken
A
Protestantse kerk
B
Katholieke kerk

Slide 12 - Quizvraag


Protestantse kerk of Katholieke kerk?

De Paus is de leider
A
Protestantse kerk
B
Katholieke kerk

Slide 13 - Quizvraag

Welke van de stellingen is juist?

1 Toen Luther zijn stellingen bedacht wilde hij een
nieuwe kerk beginnen.

2 De Paus wilde wel met Luther praten over zijn
ideeën.
A
Alleen 1 is juist
B
Alleen 2 is juist
C
Beide zijn juist
D
Beide zijn onjuist

Slide 14 - Quizvraag



Maarten Luther is het niet eens met de grote rijkdommen
van de Kerk en de geestelijken.

Op welke manier kwam de Kerk aan haar rijkdommen?
A
Mensen kochten hun zonden af met een aflaat.
B
Mensen handelden met de Kerk.
C
De Kerk veroverde rijke gebieden.
D
Mensen hadden medelijden met Kerk en gaven geld.

Slide 15 - Quizvraag

→Sleep de onderdelen naar de juiste plek
Protestant
Katholiek
Maarten Luther
De Paus
Aflaten
Bijbel in volkstaal
Latijnse kerkdienst
Sober
Beeldenverering
Reliekenverering
'Kale' kerk
Beelden in de kerk
'Magische' handelingen
Sobere handelingen

Slide 16 - Sleepvraag

Huiswerk 
  • Maak van paragraaf 1.3 opdracht  5, 6, 7b, 7c, 7d.

Slide 17 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe verschillen tussen kerken ontstonden. 

  • Je kunt uitleggen welke strijd ontstond tussen katholieken en protestanten 

Slide 18 - Tekstslide