presenteren

Presenteren
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Presenteren

Slide 1 - Tekstslide

Hoe vind jij het om te presenteren?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

Doel
Je weet aan het einde van de les:

- Hoe je de presentatie moet voorbereiden
- Hoe je de presentatie moet geven 

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht 
Kijk naar de video en bedenk welke tips je jezelf kan geven.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

Welke verschillen kan je noemen?*

Slide 7 - Woordweb

Inhoud van een presentatie
Inleiding: Jezelf voorstellen, aandacht trekken (openingszin), onderwerp introduceren, vertel waarom je het onderwerp hebt gekozen, volgorde van de presentatie. 

Kern:
Verdeel de informatie in deelonderwerpen.

Slot: Herhaal het belangrijkste, sluit af met een slotzin, vraag of er nog vragen zijn. 

Slide 8 - Tekstslide

Houding
- Sta met twee benen op de grond.
- Je knieën een beetje gebogen en niet op slot.
- Je armen langs je lichaam (nooit in je zakken).
- Rug recht, schouders naar achteren.
- Ogen kijken het publiek in. 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Creatieve inleidingen
  • Citaat
  • Quiz
  • Raadsel
  • Humor
  • Anekdote
  • Een vraag aan je publiek
  • Enzovoorts...







Slide 11 - Tekstslide

Kern + Slot
  • Bespreek je argument met veel informatie, voorbeelden en blijf bij het argument
  • Zorg ervoor dat je de dia's aan elkaar koppelt
  • Geef tegenargumenten, maar zorg dat de weerlegging sterker is
  • Weet je het even niet? Ga door naar de volgende dia, en kom erop terug voor het einde van je presentatie
  • Herhaal wat je eigenlijk allemaal gedaan hebt
  • Sluit goed af; nooit met "dit was het"
  • Geef je publiek de kans om vragen te stellen







Slide 12 - Tekstslide

Presentatie ondersteunen

- PowerPoint 
- Poster/afbeeldingen
- Post-it
- Attributen


Slide 13 - Tekstslide

Tips voor PowerPoint
- Gebruik zo min mogelijk slides en zo min mogelijk tekst.

- Oefen de presentatie met de slides.
- Gebruik kleur voor duidelijkheid en nadruk en niet als   versiering. 

Slide 14 - Tekstslide

Naast wát je zegt, gaat het ook om hoé je het zegt




In een presentatie gebruik je verbale en
non-verbale communicatie 

Slide 15 - Tekstslide

Wat is een voorbeeld van non-verbale communicatie? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
Tekens & symbolen
B
Praten met handen en voeten
C
Lichaamshouding
D
Gezichtsuitdrukkingen

Slide 16 - Quizvraag

Er mogen geen stiltes vallen tijdens mijn presentatie
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Tips voor tijdens je presentatie

- Spreek rustig en duidelijk
 - Kijk je publiek aan en kijk niet te vaak op je spiekbriefje.
- Zorg voor een logische indeling (inleiding - kern - slot)
 - Gebruik duidelijke en korte zinnen 


Slide 18 - Tekstslide

Nog een paar tips
Leer je presentatie uit je hoofd;
Oefen net zo lang tot dit lukt;
Vraag iemand naar je presentatie te luisteren;
Vraag diegene om een laatste tip en TOP!

Veel succes!

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide