8.3 Europese Unie 3GT
1 / 25
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Welk land behoort niet tot de Europese Unie?
A
Bulgarije
B
Griekenland
C
Noorwegen
D
Litouwen
Slide 4 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 5 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 6 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 7 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Een Nederlandse student loopt stage in Frankrijk.
A
Vrij verkeer van goederen en diensten
B
Vrij verkeer van personen
C
Vrij verkeer van kapitaal
Slide 8 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Je koopt zonder importheffingen bij een webwinkel in Spanje.
A
Vrij verkeer van goederen en diensten
B
Vrij verkeer van personen
C
Vrij verkeer van kapitaal
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Je opent een spaarrekening in Duitsland.
A
Vrij verkeer van goederen en diensten
B
Vrij verkeer van personen
C
Vrij verkeer van kapitaal
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 11 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Leg uit waarom dit goed is voor de internationale concurrentiepositie van Nederland?
Slide 12 - Open vraag
De werkgelegenheid in Nederland kan afnemen, omdat buitenlandse
producten goedkoper op de Nederlandse markt komen. Hierdoor zal de binnenlandse productie afnemen.
Leg uit waarom dit een nadeel kan zijn voor Nederlandse werknemers.
Slide 13 - Open vraag
De werkgelegenheid in Nederland kan afnemen, omdat buitenlandse
producten goedkoper op de Nederlandse markt komen. Hierdoor zal de binnenlandse productie afnemen.
Slide 14 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wat is een kernmerk van de EMU?
Slide 15 - Open vraag
De werkgelegenheid in Nederland kan afnemen, omdat buitenlandse
producten goedkoper op de Nederlandse markt komen. Hierdoor zal de binnenlandse productie afnemen.
Noem een voordeel van de euro als je op vakantie in Frankrijk gaat.
Slide 16 - Open vraag
De werkgelegenheid in Nederland kan afnemen, omdat buitenlandse
producten goedkoper op de Nederlandse markt komen. Hierdoor zal de binnenlandse productie afnemen.
Slide 17 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 18 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Jayden gaat op vakantie in Turkije. Hij boekt een hotel aan de Turkse kust.
Is dit voor Turkije import of export?
Is dit voor Turkije import of export?
A
Import
B
Export
Slide 19 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Jayden gaat op vakantie naar Turkije. De waarde van de Turkse Lira is in waarde gedaald.
Is dit voordelig of nadelig voor Jayden? Leg je antwoord uit.
Is dit voordelig of nadelig voor Jayden? Leg je antwoord uit.
Slide 20 - Open vraag
De werkgelegenheid in Nederland kan toenemen, omdat Nederland
zijn producten goedkoper op de buitenlandse markt kan aanbieden,
waardoor de binnenlandse productie toeneemt
Slide 21 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 22 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 23 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wat is protectionisme?
Slide 24 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat zijn de protectiemaatregelen?
Slide 25 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
