Quiz hoofdstuk 4 VVP

Quiz hoofdstuk 4 VVP
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Quiz hoofdstuk 4 VVP

Slide 1 - Tekstslide

Met onderstaande methoden wordt de historische prijs vastgesteld (meerdere antwoorden mogelijk)
A
Fifo
B
Lifo
C
VVP

Slide 2 - Quizvraag

Voor welke grootboekrekening geldt:
"Rekening valt in Rubriek 7; de rubriek van de voorraad -> maar de rekening valt onder HEV / V&W!!"

A
Voorraad onderweg
B
Prijsverschillen op voorraad
C
Voorraad goederen
D
Voorraad herwaardering

Slide 3 - Quizvraag


A
Dit is een positief prijsverschil
B
Dit is een negatief prijsverschil

Slide 4 - Quizvraag


A
Ik boek de prijsverschillen debet
B
Ik boek de prijsverschillen credit

Slide 5 - Quizvraag

Prijsverschillen boek je op de
A
Inkoopfactuur
B
Verkoopfactuur

Slide 6 - Quizvraag

Bij een inkoop retour gaat je voorraad...
A
Omlaag, dus debet
B
Omlaag, dus credit
C
Omhoog, dus debet
D
Omhoog, dus credit

Slide 7 - Quizvraag

Bij een verkoop retour gaat je voorraad...
A
Omlaag, dus debet
B
Omlaag, dus credit
C
Omhoog, dus debet
D
Omhoog, dus credit

Slide 8 - Quizvraag


A
Positief, 720 is HEV
B
Positief, 720 is Balans
C
Negatief, 720 is HEV
D
Negatief, 720 is Balans

Slide 9 - Quizvraag


A
Ik debiteer de voorraad tegen 8,-
B
Ik crediteer de voorraad tegen 10,-
C
Ik crediteer de voorraad tegen 8,-
D
Ik crediteer de voorraad tegen 10,-

Slide 10 - Quizvraag


A
Ik debiteer de voorraad tegen 8,-
B
Ik crediteer de voorraad tegen 10,-
C
Ik crediteer de voorraad tegen 8,-
D
Ik crediteer de voorraad tegen 10,-

Slide 11 - Quizvraag


A
Deze boeking is juist als ik de VVP verhoog
B
Deze boeking is juist als ik de VVP verlaag

Slide 12 - Quizvraag

Saldi balans:
Cumulatief alle boekingen debet / credit Balans

A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Collectieve journaalpost: gelijksoortige feiten samenvatten in 1 dagboek. Meestal geboekt aan het einde van de maand
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag


A
Dit wordt genoteerd in het inkoopboek
B
Dit wordt genoteerd in het verkoopboek

Slide 15 - Quizvraag