17-6-2021
1 / 29
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Link
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Welke organen van de plant zie je in afbeelding 2?
A
blad, bloem, stengel
B
blad, vlinder, wortel
C
vlinder, wortel, stengel
D
blad, bloem, vlinder
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Typ bij de tekening een zin waarin je vergelijkingen maakt. Gebruik de gegeven woorden. Het vetgedrukte woord moet je in de juiste vorm gebruiken.
(Amy - **short** - than - Peggy and Philip)
(Amy - **short** - than - Peggy and Philip)
Slide 19 - Open vraag
Typ bij de tekening een zin waarin je vergelijkingen maakt. Gebruik de gegeven woorden. Het vetgedrukte woord moet je in de juiste vorm gebruiken.
(Philip - the - **tall**)
(Philip - the - **tall**)
